This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61996CJ0390
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
1 Fiscale bepalingen - Harmonisatie van wetgevingen - Omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde - Diensten - Bepaling van fiscale plaats van dienstverrichting - "Vaste inrichting" in de zin van Zesde richtlijn - Begrip - Onderneming die auto's verhuurt of least aan cliënten in andere lidstaat
(Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 9, leden 1 en 2, sub e)
2 Vrij verrichten van diensten - Non-discriminatiebeginsel - Fiscale wetgeving - Teruggaaf van belasting over toegevoegde waarde aan niet in land gevestigde belastingplichtigen - Nationale regeling die uitsluitend interesten toekent vanaf ingebrekestelling van lidstaat en tegen lager tarief dan geldt voor interesten die in die staat gevestigde belastingplichtigen van rechtswege ontvangen bij verstrijken van wettelijke termijn voor teruggaaf - Ontoelaatbaarheid
(EG-Verdrag, art. 59; richtlijn 79/1072 van de Raad)
3 Het begrip "vaste inrichting" in artikel 9, lid 1, van de Zesde richtlijn (77/388) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting, moet aldus worden uitgelegd, dat een in een lidstaat gevestigde onderneming die aan in een andere lidstaat gevestigde klanten een zeker aantal voertuigen verhuurt of least, door deze verhuur niet over een vaste inrichting in de andere lidstaat beschikt.
Wanneer een leasemaatschappij in een lidstaat niet over eigen personeel en niet over een structuur met een voldoende mate van duurzaamheid beschikt in het kader waarvan overeenkomsten kunnen worden opgemaakt of beslissingen van dagelijks bestuur kunnen worden genomen, dat wil zeggen een structuur die geschikt is om een zelfstandige verrichting van de betrokken diensten mogelijk te maken, kan immers niet worden aangenomen, dat zij in die staat over een vaste inrichting beschikt.
Voorts volgt zowel uit de letter als uit het doel van artikel 9, leden 1 en 2, sub e, van de Zesde richtlijn, alsmede uit de rechtspraak van het Hof, dat noch de feitelijke terbeschikkingstelling van auto's aan de cliënten ingevolge leaseovereenkomsten, noch de plaats waar die auto's worden gebruikt, als een betrouwbaar, eenvoudig en bruikbaar criterium in de geest van de Zesde richtlijn voor het bestaan van een vaste inrichting wordt beschouwd.
4 Artikel 59 van het Verdrag verzet zich tegen een nationale wettelijke regeling op grond waarvan aan niet in een lidstaat gevestigde belastingplichtigen die overeenkomstig de Achtste richtlijn (79/1072) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting, om teruggaaf van belasting over de toegevoegde waarde verzoeken, uitsluitend interesten worden toegekend vanaf de ingebrekestelling van deze staat en tegen een lager tarief dan geldt voor de interesten die in die staat gevestigde belastingplichtigen bij het verstrijken van de wettelijke teruggaaftermijn van rechtswege ontvangen.