This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61996CJ0259
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
1 Ambtenaren - Loopbaan - Overgang naar hogere categorie - Vereiste van vergelijkend onderzoek - Benoeming die ingaat op datum voordat voor vergelijkend onderzoek is geslaagd - Ontoelaatbaarheid
(Ambtenarenstatuut, art. 45, lid 2)
2 Beroep tot nietigverklaring - Arrest houdende nietigverklaring - Gevolgen - Verplichtingen van administratie - Vergoeding van door nietig verklaarde handeling ontstane schade van verzoeker, die na nietigverklaring nog bestaat
(EG-Verdrag, art. 176 en 215, tweede alinea)
3 Ambtenaren - Niet-contractuele aansprakelijkheid van instellingen - Voorwaarden - Fout van administratie - Schade - Oorzakelijk verband - Waardering van morele schade - Criteria
4 Hogere voorziening - Middelen - Middel betreffende schending van artikel 48, lid 2, van Reglement voor procesvoering van Gerecht, op grond waarvan nieuwe middelen niet in loop van geding mogen worden voorgedragen - Inaanmerkingneming door Gerecht van antwoorden op vraag, gesteld als maatregel tot organisatie van procesgang - Toelaatbaarheid
(Reglement voor de procesvoering van Gerecht, art. 48, lid 2, en 64, lid 3)
5 Hogere voorziening - Middelen - Ontoereikende motivering - Geen precisering van criteria op basis waarvan Gerecht bedrag van toegekende schadevergoeding heeft vastgesteld - Hogere voorziening gegrond
6 Volgens artikel 45, lid 2, van het Statuut kan de overgang van een ambtenaar naar een andere groep of een hogere categorie alleen plaatsvinden na een vergelijkend onderzoek. Daar het met succes afleggen van een vergelijkend onderzoek dus een noodzakelijke voorwaarde vormt voor de benoeming van een ambtenaar in een hogere categorie, moet deze voorwaarde op de daadwerkelijke datum van benoeming vervuld zijn. Artikel 45, lid 2, van het Statuut verzet zich dus tegen een benoeming die ingaat op een datum voordat de betrokkene voor een vergelijkend onderzoek is geslaagd.
7 Artikel 176 van het Verdrag legt de administratie, behalve de verplichting om de maatregelen te nemen welke nodig zijn ter uitvoering van het arrest van de gemeenschapsrechter, de verplichting op om de bijkomende schade te vergoeden die eventueel uit de nietig verklaarde onwettige handeling voortvloeit, indien aan de in artikel 215, tweede alinea, van het Verdrag gestelde voorwaarden is voldaan. Artikel 176 van het Verdrag stelt als voorwaarde voor schadevergoeding niet het bestaan van een nieuwe fout, die te onderscheiden is van de nietig verklaarde oorspronkelijke onwettige handeling, maar schrijft de vergoeding voor van schade die het gevolg is van die handeling en die na nietigverklaring ervan en de uitvoering door de administratie van het arrest waarbij de nietigverklaring is uitgesproken, nog bestaat.
8 De Gemeenschap kan in het kader van een schadevordering van een ambtenaar slechts aansprakelijk worden gesteld indien tegelijkertijd is voldaan aan een aantal voorwaarden, namelijk dat het aan de instellingen verweten gedrag onwettig is, dat er werkelijk schade is geleden en dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de gedraging en de gestelde schade.
Voor de beoordeling van een eventuele morele schade moet rekening worden gehouden met verzwarende omstandigheden die de specifieke situatie kenmerken.
9 Volgens artikel 48, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht mogen nieuwe middelen niet in de loop van het geding worden voorgedragen, tenzij zij steunen op gegevens rechtens of feitelijk, waarvan eerst in de loop van de behandeling is gebleken.
De inaanmerkingneming, door het Gerecht, van antwoorden die een partij heeft gegeven op vragen die als maatregelen tot organisatie van de procesgang zijn gebaseerd op artikel 64, lid 3, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, is niet in strijd met deze bepaling, aangezien de andere partij eventueel de mogelijkheid heeft gehad ter terechtzitting haar standpunt hierover te bepalen.
10 Het staat bij uitsluiting aan het Gerecht om binnen de grenzen van een vordering tot schadevergoeding de wijze en de omvang van de vergoeding te beoordelen. Teneinde het Hof in staat te stellen zijn rechterlijke controle op de arresten van het Gerecht uit te oefenen, moeten deze echter voldoende zijn gemotiveerd. Dit is niet het geval, indien in een arrest van het Gerecht niet wordt gepreciseerd, met welke criteria voor de bepaling van het bedrag van de toegekende schadevergoeding rekening is gehouden.