Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61995TO0011

Samenvatting van de beschikking

Zaak T 11/95

BP Chemicals Ltd

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Interventie — Taalgebruik — Bijlagen in andere taal dan procestaai — Verzoek om vrijstelling van verplichting tot vertaling”

Beschikking van het Gerecht (Tweede kamer — uitgebreid) van 26 juni 1996   II-601

Samenvatting van de beschikking

Procedure – Taalgebruik – Doel – Schriftelijke procedure – Verplichting voor andere partijen om vertaling in door verzoekster gekozen procestaai over te leggen van bijlagen bij hun memories – Afwijkingen – Voorwaarden

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 35)

Uit artikel 35, leden 2 en 3, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht blijkt enerzijds, dat verzoekster het recht heeft de proccstaal te kiezen, en anderzijds, dat alle bijlagen bij de memories van de andere partijen, intervenienten daaronder begrepen, in beginsel in de proccstaal moeten worden vertaald. Deze bepalingen beogen onder meer de bescherming van de positie van een partij die de wettigheid van een door de gemeenschapsinstellingen vastgestelde administratieve handeling wil betwisten, ongeacht welke taal de betrokken instelling in dit verband, met name tijdens de precontentieuze procedure, heeft gebruikt.

In die omstandigheden moet tijdens de schriftelijke behandeling voor het Gerecht strikt worden vastgehouden aan het gebruik van de door verzoekster gekozen procestaai, al kunnen voor de mondelinge behandeling andere overwegingen gelden. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan krachtens artikel 35, lid 2, sub b, van het Reglement voor de procesvoering een afwijking worden toegestaan van de in artikel 35, lid 3, tweede alinea, geformuleerde regel, dat alle stukken en bijlagen die in een andere dan de procestaal zijn gesteld, vergezeld gaan van een vertaling in de procestaai.

Voor een dergelijke afwijking komt niet in aanmerking een interveniënte die tot staving van haar desbetreffend verzoek argumenten aanvoert waaruit niet kan worden geconcludeerd, dat zonder die afwijking haar rechten tijdens de schriftelijke behandeling zouden worden aangetast.

Top