Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61995CJ0279

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1 Hogere voorziening - Middelen - Verkeerde beoordeling van feiten - Niet-ontvankelijkheid - Toetsing door Hof van beoordeling van bewijs - Uitgesloten, behoudens geval van verkeerde opvatting

    (EG-Verdrag, art. 168 A; 's Hofs Statuut-EG, art. 51, eerste alinea)

    2 Mededinging - Mededingingsregelingen - Besluit van Commissie om dossier af te leggen - Rechtskarakter - Latere inleiding van inbreukprocedure - Inaanmerkingneming van feitelijk element van eerdere datum dan beslissing tot aflegging - Voorwaarden

    (Verordening nr. 17 van de Raad)

    3 Mededinging - Administratieve procedure - Beëindiging van inbreuken - Bevoegdheid van Commissie - Verbod voor onderneming om in toekomst alleenverkoopovereenkomsten te sluiten - Uitgesloten

    (EG-Verdrag, art. 85; verordening nr. 17 van de Raad, art. 3)

    Samenvatting

    1 Krachtens artikel 168 A van het Verdrag en artikel 51, eerste alinea, van 's Hofs Statuut kan een hogere voorziening slechts worden gebaseerd op middelen inzake schending van rechtsregels, met uitsluiting van elke feitelijke beoordeling. Wat de bewijsvoering betreft, staat het ter soevereine beoordeling van het Gerecht, welke waarde moet worden gehecht aan de hem voorgelegde bewijzen, behoudens in het geval van een verkeerde opvatting van die bewijzen.

    2 Gelet op de juridische aard van een administratieve brief tot afsluiting, kan het versturen van een dergelijke brief, waarin de Commissie zich het recht heeft voorbehouden de zaak opnieuw te bezien indien een merkbare wijziging zou intreden in bepaalde elementen, feitelijk of rechtens, waarop haar beoordeling was gebaseerd, niet tot gevolg hebben dat de Commissie bij daadwerkelijke heropening van de procedure niet langer gerechtigd is rekening te houden met een feitelijk element dat reeds bestond vóór de administratieve brief, maar waarvan de Commissie pas later op de hoogte is gebracht, in het bijzonder in het kader van een later ingediende klacht.

    3 Aangezien de toepassing van artikel 3 van verordening nr. 17 moet zijn afgestemd op de aard van de vastgestelde inbreuk, kan de Commissie de ondernemingen of ondernemingsverenigingen bij beschikking verplichten aan de inbreuk op artikel 85 van het Verdrag in een exclusieve-afnameovereenkomst een einde te maken, maar heeft zij niet het recht het sluiten van toekomstige exclusieve-afnameovereenkomsten volledig te verbieden.

    Top