Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61995CJ0242

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1 Fiscale bepalingen - Binnenlandse belastingen - Invoertoeslag bovenop havengeld - Discriminatie tussen nationale en uit andere Lid-Staat afkomstige ingevoerde producten - Verbod - Draagwijdte

    (EG-Verdrag, art. 95)

    2 Mededinging - Machtspositie - Misbruik - Verbod - Rechtstreekse werking - Individuele rechten - Bescherming door nationale rechterlijke instanties - Rechtsvordering - Nationale procesregels - Toepassingsvoorwaarden - Bewijslast

    (EG-Verdrag, art. 86 en 90, lid 1)

    3 Mededinging - Openbare ondernemingen en ondernemingen waaraan Lid-Staten bijzondere of uitsluitende rechten verlenen - Regeling inzake havenbelastingen die moeten worden betaald voor gebruik van aan openbare onderneming toebehorende haven - Heffing van onredelijk hoge belastingen - Tariefdiscriminatie tussen gebruikers, waarbij eigen diensten van openbare onderneming en, op basis van wederkerigheid, diensten van sommige van haar handelspartners worden bevoordeeld - Misbruik van machtspositie - Beoordeling door nationale rechterlijke instanties - Criteria

    (EG-Verdrag, art. 86 en 90, lid 1)

    4 Mededinging - Ondernemingen belast met beheer van diensten van algemeen economisch belang - Identificatie op grond van specificiteit van uitgeoefende activiteit - Onderwerping aan verdragsregels - Afwijking - Voorwaarden

    (EG-Verdrag, art. 90, lid 2)

    5 Gemeenschapsrecht - Rechtstreekse werking - Nationale belastingen die onverenigbaar zijn met gemeenschapsrecht - Teruggaaf

    Samenvatting

    6 Artikel 95 van het Verdrag verzet zich tegen de heffing door een Lid-Staat van een invoertoeslag van 40 % die, in geval van invoer per schip van uit een andere Lid-Staat afkomstige goederen, in meerdering komt op de algemene goederenheffing op goederen die in de havens van eerstgenoemde Lid-Staat of in de voor de toegang tot deze havens uitgediepte vaargeul worden geladen, gelost of op een andere wijze van of aan land worden gebracht.

    7 Het is een aangelegenheid van de interne rechtsorde van elke Lid-Staat om de bevoegde rechter aan te wijzen en de procesregels, met inbegrip van de regels inzake de bewijslast, te geven voor rechtsvorderingen die ertoe strekken, de rechten te beschermen die de justitiabelen aan de rechtstreekse werking van artikel 86 van het Verdrag ontlenen, met dien verstande, dat deze regels niet ongunstiger mogen zijn dan die welke voor soortgelijke vorderingen naar nationaal recht gelden en de uitoefening van de door het gemeenschapsrecht verleende rechten niet in feite onmogelijk of uiterst moeilijk mogen maken.

    8 Wanneer een openbare onderneming, die een handelshaven in eigendom heeft en beheert, op een wezenlijk deel van de gemeenschappelijke markt een machtspositie inneemt, verzet artikel 90, lid 1, juncto artikel 86 van het Verdrag zich ertegen, dat deze onderneming ter uitvoering van een regeling die is vastgesteld door de Lid-Staat waaronder zij valt, onredelijk hoge havenbelastingen heft dan wel haar eigen veerdiensten en, op basis van wederkerigheid, die van sommige van haar handelspartners, van betaling van deze belastingen vrijstelt, voor zover deze vrijstellingen zouden leiden tot de toepassing van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties. Het staat aan de nationale rechter om te onderzoeken, of het bedrag van de belastingen daadwerkelijk onredelijk is, gelet op de hoogte van de belastingen en de economische waarde van de geleverde prestaties. Evenzo dient de nationale rechter te onderzoeken, of de omstandigheid dat de eigen veerdiensten van de openbare onderneming, en, op basis van wederkerigheid, die van sommige van haar handelspartners van betaling van de belastingen zijn vrijgesteld, daadwerkelijk leidt tot de toepassing van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties.

    9 Havenwerkzaamheden als het laden, lossen, overslaan en het verplaatsen in het algemeen van goederen of ander materieel, dienen niet noodzakelijkerwijze een algemeen economisch belang dat deze werkzaamheden van andere economische activiteiten onderscheidt. Hoe dan ook staat artikel 90, lid 2, van het Verdrag een openbare onderneming, die een handelshaven in eigendom heeft en beheert, niet toe voor het gebruik van de haveninstallaties met het gemeenschapsrecht strijdige havenbelastingen te heffen die niet noodzakelijk zijn voor de vervulling door de onderneming van de haar toevertrouwde bijzondere taak.

    10 De personen of ondernemingen waaraan een openbare onderneming die onder een nationaal ministerie ressorteert en waarvan de begroting in de nationale begroting is opgenomen, met artikel 90, lid 1, juncto artikel 86 van het Verdrag strijdige heffingen heeft opgelegd, hebben in beginsel recht op terugbetaling van de onverschuldigd betaalde heffingen.

    Dit geldt steeds, tenzij komt vast te staan dat de betalingplichtige deze heffingen daadwerkelijk op anderen heeft afgewenteld. Niets belet de marktdeelnemers evenwel om volgens de desbetreffende procedures naar nationaal recht voor de bevoegde rechter schadevergoeding te eisen voor de als gevolg van de ten onrechte toegepaste heffingen geleden schade, en wel ongeacht of die heffingen zijn afgewenteld.

    Top