Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61994CJ0206

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    ++++

    1. Sociale zekerheid van migrerende werknemers ° Ziekteverzekering ° Werknemer woonachtig in andere Lid-Staat dan bevoegde staat ° Recht op verstrekkingen waarvan zijn toestand verlening nodig maakt ° Draagwijdte ° Uitkeringen in geld die zijn bestemd ter compensatie van loonderving van zieke werknemer ° Daaronder begrepen ° Uitbetaling van loon na intreden van arbeidsongeschiktheid ° Geen invloed

    (Verordening nr. 1408/71 van de Raad, art. 22, lid 1, sub a-ii)

    2. Sociale zekerheid van migrerende werknemers ° Ziekteverzekering ° Werknemer woonachtig in andere Lid-Staat dan bevoegde staat ° Arbeidsongeschiktheid ° Verplichte erkenning ° Grenzen ° Overlegging door werkgever van bewijzen op grond waarvan kan worden vastgesteld dat sprake is van misbruik of bedrog van werknemer ° Toelaatbaarheid ° Vereiste van overlegging van nader bewijs door werknemer ° Ontoelaatbaarheid

    (Verordening nr. 574/72 van de Raad, art. 18, leden 1 tot en met 5)

    Samenvatting

    1. Artikel 22, lid 1, sub a-ii, van verordening nr. 1408/71 moet aldus worden uitgelegd, dat het betrekking heeft op een nationale wettelijke regeling volgens welke een werknemer bij arbeidsongeschiktheid recht heeft op loondoorbetaling gedurende een bepaalde periode, ook al wordt het loon eerst bepaalde tijd na het intreden van de arbeidsongeschiktheid verschuldigd.

    Door als voorwaarde te stellen, dat de toestand van de zieke het "nodig" moet maken "dat onmiddellijk verstrekkingen worden verleend", vereist deze bepaling immers enerzijds, dat de medische noodzaak van een onmiddellijke verstrekking wordt vastgesteld, en doelt zij anderzijds niet alleen op "verstrekkingen in natura" die onmiddellijk nodig zijn, maar impliceert zij ook, dat de belanghebbende in een noodsituatie tevens recht kan hebben op de overeenkomstige "uitkeringen in geld", die hoofdzakelijk bestemd zijn ter compensatie van de loonderving van de zieke werknemer en bijgevolg tot doel hebben, te voorzien in zijn levensonderhoud, waarmee hij anders mogelijk in problemen zou komen.

    2. De door het Hof in het arrest van 3 juni 1992 (zaak C-45/90, Paletta) gegeven uitlegging van artikel 18, leden 1 tot en met 5, van verordening nr. 574/72, dat het bevoegde orgaan, ook wanneer dit de werkgever is en niet het orgaan van sociale zekerheid, feitelijk en rechtens gebonden is aan hetgeen het orgaan van de woon- of verblijfplaats met betrekking tot het begin en de duur van de arbeidsongeschiktheid heeft vastgesteld, indien het de belanghebbende niet door een arts van eigen keuze heeft laten onderzoeken, waartoe het op grond van artikel 18, lid 5, gerechtigd is, houdt niet in, dat het de werkgever niet zou zijn toegestaan bewijzen over te leggen op grond waarvan de nationale rechter in voorkomend geval kan vaststellen, dat er sprake is van misbruik of bedrog in die zin, dat de werknemer, hoewel hij zich op een overeenkomstig artikel 18 vastgestelde arbeidsongeschiktheid beroept, niet ziek is geweest. Niemand kan immers in geval van misbruik of bedrog een beroep op het gemeenschapsrecht doen.

    Wanneer daarentegen de werkgever omstandigheden aanvoert en bewijst, die ernstige twijfel aan de gestelde arbeidsongeschiktheid doen rijzen, verzetten de doelstellingen van artikel 18 van verordening nr. 574/72 zich ertegen, dat van de werknemer wordt verlangd, dat hij nader bewijs levert van het bestaan van de door een medische verklaring geattesteerde arbeidsongeschiktheid. Voor de werknemer die in een andere dan de bevoegde Lid-Staat arbeidsongeschikt is geworden, zou dat immers bewijsproblemen opleveren die de gemeenschapsregeling juist wil voorkomen.

    Top