Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61994CJ0005

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    ++++

    1. Vrij verkeer van goederen ° Kwantitatieve beperkingen ° Begrip ° Weigering van afgifte van uitvoervergunningen

    (EG-Verdrag, art. 34)

    2. Vrij verkeer van goederen ° Afwijkingen ° Kwantitatieve uitvoerbeperkingen die gebaseerd zouden zijn op artikel 36 van Verdrag en waarvoor als grond wordt aangevoerd dat Lid-Staat van invoer communautaire richtlijn niet naleeft die juist doel nastreeft dat als rechtvaardiging wordt aangevoerd voor gebruikmaking van afwijkingsmogelijkheid van die bepaling ° Ontoelaatbaarheid ° Ontbreken van communautaire controleprocedure en sancties ° Niet relevant ° Verplichting van Lid-Staten om overtredingen van richtlijn te bestraffen ° Draagwijdte

    (EG-Verdrag, art. 5, eerste alinea, 34, 36 en 189, derde alinea)

    3. Gemeenschapsrecht ° Aan particulieren toegekende rechten ° Schending door Lid-Staat ° Weigering, in strijd met artikel 34 van Verdrag, van afgifte van uitvoervergunningen ° Verplichting om aan particulieren veroorzaakte schade te vergoeden ° Voorwaarden ° Modaliteiten voor schadevergoeding° Toepassing van nationaal recht ° Grenzen

    (EG-Verdrag, art. 34)

    4. Gemeenschapsrecht ° Aan particulieren toegekende rechten ° Schending door Lid-Staat ° Verplichting om aan particulieren veroorzaakte schade te vergoeden ° Voorwaarden ° Voldoende gekwalificeerde schending ° Begrip

    Samenvatting

    1. De weigering van een Lid-Staat om uitvoervergunningen te verstrekken vormt een kwantitatieve uitvoerbeperking die in strijd is met artikel 34 van het Verdrag.

    2. Het gemeenschapsrecht verzet zich ertegen, dat een Lid-Staat een beroep doet op artikel 36 van het Verdrag ter rechtvaardiging van een beperking van de uitvoer van goederen naar een andere Lid-Staat op de enkele grond, dat die andere Lid-Staat volgens de eerste staat de bepalingen van een communautaire harmonisatierichtlijn niet naleeft die het doel beoogt te bereiken ter bescherming waarvan het beroep op artikel 36 zou dienen.

    Aan dit verbod om terug te vallen op artikel 36 wordt niet afgedaan door het feit, dat in het onderhavige geval de richtlijn niet voorziet in een communautaire procedure ter controle van de naleving ervan, evenmin als in sancties bij overtreding van het daarin bepaalde, want het ontbreken daarvan heeft slechts tot gevolg, dat de Lid-Staten overeenkomstig de artikelen 5, eerste alinea, en 189, derde alinea, van het Verdrag verplicht zijn alle passende maatregelen te nemen om de gelding en doeltreffendheid van het gemeenschapsrecht te verzekeren. In dit opzicht dienen de Lid-Staten vertrouwen in elkaar te stellen wat betreft de op ieders grondgebied verrichte controles, en één van hen mag zich niet het recht aanmeten om eenzijdig corrigerende of beschermende maatregelen vast te stellen, teneinde het hoofd te bieden aan een eventuele miskenning van het gemeenschapsrecht door een andere Lid-Staat.

    3. Een Lid-Staat heeft de verplichting tot vergoeding van de schade die een particulier heeft geleden doordat in strijd met artikel 34 van het Verdrag de afgifte van een uitvoervergunning is geweigerd, wanneer de geschonden regel van gemeenschapsrecht ertoe strekt aan particulieren rechten toe te kennen, er sprake is van een voldoende gekwalificeerde schending en er een rechtstreeks causaal verband bestaat tussen die schending en de door particulieren geleden schade. Onder voorbehoud hiervan is het aan de staat om in het kader van het nationale aansprakelijkheidsrecht de gevolgen ongedaan te maken van de schade veroorzaakt door een hem toe te rekenen schending van het gemeenschapsrecht, met dien verstande dat de door de toepasselijke nationale wettelijke regeling vastgestelde voorwaarden niet ongunstiger mogen zijn dan die welke voor gelijksoortige nationale vorderingen gelden, en niet van dien aard mogen zijn, dat zij het verkrijgen van schadevergoeding nagenoeg onmogelijk of uiterst moeilijk maken.

    4. Wanneer een Lid-Staat die inbreuk heeft gemaakt op een bepaling van gemeenschapsrecht waarbij aan particulieren rechten worden toegekend, op het moment van de inbreuk niet voor normatieve keuzes stond en slechts een zeer beperkte of in het geheel geen beoordelingsmarge had, kan de enkele inbreuk op het gemeenschapsrecht volstaan om een voldoende gekwalificeerde schending te doen vaststaan, die is vereist om een verplichting te kunnen doen ontstaan om door particulieren geleden schade te vergoeden.

    Top