This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61993TJ0482
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
Beroep tot nietigverklaring ° Natuurlijke of rechtspersonen ° Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken ° Verordening tot vaststelling van definitieve regionale referentiebedragen voor bepaalde oliehoudende zaden ° Beroep van koolzaadproducenten ° Niet-ontvankelijkheid
(EEG-Verdrag, art. 173, tweede alinea; verordening nr. 525/93 van de Commissie)
Het door Beierse koolzaadproducenten ingestelde beroep tot nietigverklaring van verordening nr. 525/93 tot vaststelling van de definitieve regionale referentiebedragen voor de producenten van sojabonen, kool- en raapzaad en zonnebloemzaad voor het verkoopseizoen 1992/1993, is niet-ontvankelijk.
De bestreden verordening moet immers worden beschouwd als een handeling van algemene strekking, die de betrokken producenten op algemene en abstracte wijze raakt, want elk van de drie elementen op basis waarvan bedoelde bedragen zijn vastgesteld, wordt bepaald aan de hand van algemene en abstracte gegevens, zonder dat op enigerlei wijze rekening wordt gehouden met de situatie van individuele producenten. Hetzelfde geldt voor het voor Beieren vastgestelde definitieve regionale referentiebedrag.
Die producenten behoorden op het tijdstip van vaststelling van de verordening weliswaar daadwerkelijk tot een vast aantal producenten, namelijk zij die zaad voor de betrokken oogst hadden ingezaaid, een aanvraag hadden ingediend die de vereiste gegevens en aangiften bevatten, een oogstaangifte hadden ingediend en een voorschot hadden gekregen, doch deze "besloten kring" vloeit voort uit de aard zelf van het systeem dat is ingesteld bij verordening nr. 3766/91 inzake een steunregeling voor de producenten van de betrokken zaden, en raakt verzoekers slechts op dezelfde wijze als alle andere producenten van oliehoudende zaden die in dezelfde situatie verkeren.
Evenmin kunnen die producenten, alleen omdat zij de vereiste aanvragen en aangiften hebben ingediend en reeds een voorschot hebben gekregen, in zo ernstige mate in hun specifieke rechten zijn geschaad, dat zij moeten worden geacht individueel te zijn geraakt, aangezien zij vóór de vaststelling van verordening nr. 525/93 niet een verkregen recht op directe betaling van een precies totaalbedrag hadden en hun rechtspositie niet verschilde van die van alle andere producenten in de Gemeenschap op wie deze verordening betrekking heeft.