Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61993CJ0427

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    ++++

    1. Harmonisatie van wetgevingen ° Merken ° Richtlijn 89/104 ° Produkt dat door rechthebbende of met diens toestemming in Lid-Staat in verkeer is gebracht ° Invoer in andere Lid-Staat na ompakking en opnieuw aanbrengen van merk ° Verzet door merkhouder ° Beoordeling op basis van nationaal recht in samenhang met artikel 7 van richtlijn, uitgelegd met inachtneming van artikel 36 van Verdrag

    (EG-Verdrag, art. 36; richtlijn 89/104 van de Raad, art. 7)

    2. Harmonisatie van wetgevingen ° Merken ° Richtlijn 89/104 ° Produkt dat door rechthebbende of met diens toestemming in Lid-Staat in verkeer is gebracht ° Invoer in andere Lid-Staat na ompakking en opnieuw aanbrengen van merk ° Verzet door merkhouder ° Ontoelaatbaarheid ingevolge uitputtingsbeginsel neergelegd in artikel 7, lid 1, behoudens uitzonderingen vervat in artikel 7, lid 2, van richtlijn

    (EG-Verdrag, art. 30 en 36; richtlijn 89/104 van de Raad, art. 7, leden 1 en 2)

    3. Harmonisatie van wetgevingen ° Merken ° Richtlijn 89/104 ° Produkt dat door rechthebbende of met diens toestemming in Lid-Staat in verkeer is gebracht ° Invoer in andere Lid-Staat na ompakking en opnieuw aanbrengen van merk ° Verzet door merkhouder ° Toelaatbaarheid ingevolge uitzonderingen op uitputtingsbeginsel, vervat in artikel 7, lid 2, van richtlijn ° Voorwaarden

    (EG-Verdrag, art. 36; richtlijn 89/104 van de Raad, art. 7, lid 2)

    Samenvatting

    1. Of een merkhouder met een beroep op zijn merkrecht een importeur kan verbieden, een produkt te verhandelen dat door de merkhouder of met diens toestemming in een andere Lid-Staat in het verkeer is gebracht, wanneer die importeur het produkt in een nieuwe verpakking heeft omgepakt en daarop het merk opnieuw heeft aangebracht zonder toestemming van de merkhouder, moet worden beoordeeld naar het nationale merkenrecht in samenhang met artikel 7 van richtlijn 89/104, de eerste richtlijn betreffende het merkenrecht, uitgelegd in het licht van artikel 36 van het Verdrag.

    Artikel 7 van de richtlijn bevat een sluitende regeling van het probleem van de uitputting van het merkrecht voor waren die in de Gemeenschap in de handel zijn gebracht. De nationale bepalingen ter zake moeten derhalve worden beoordeeld in het licht van deze bepaling. Anderzijds moet, wanneer communautaire richtlijnen de harmonisatie voorschrijven van maatregelen die nodig zijn ter bescherming van de in artikel 36 van het Verdrag bedoelde belangen, iedere desbetreffende nationale maatregel worden getoetst aan die richtlijn en niet aan de artikelen 30 tot en met 36 van het Verdrag. De richtlijn moet evenwel, zoals elke regeling van afgeleid recht, worden uitgelegd in het licht van de verdragsbepalingen inzake het vrije verkeer van goederen.

    2. Artikel 7, lid 1, van richtlijn 89/104, de eerste richtlijn betreffende het merkenrecht, dat is gesteld in overeenkomstige termen als door het Hof werden gebezigd in de arresten waarin het bij de uitlegging van de artikelen 30 en 36 van het Verdrag het communautairrechtelijk beginsel van uitputting van het merkrecht erkende, verzet zich ertegen dat een merkhouder, behoudens onder de in artikel 7, lid 2, genoemde voorwaarden, met een beroep op zijn merkrecht een importeur verbiedt een produkt te verhandelen dat door de merkhouder of met diens toestemming in een andere Lid-Staat in het verkeer is gebracht, ook al heeft die importeur het produkt in een nieuwe verpakking omgepakt en daarop het merk opnieuw aangebracht zonder toestemming van de merkhouder.

    Blijkens genoemde rechtspraak moet immers het uitsluitende recht van de merkhouder om het merk op een produkt aan te brengen, onder bepaalde omstandigheden als uitgeput worden beschouwd, teneinde een importeur in staat te stellen produkten onder dit merk te verhandelen die in een andere Lid-Staat in de handel zijn gebracht door de merkhouder of met zijn toestemming. Ook zou de niet-toepassing, buiten de in artikel 7, lid 2, genoemde uitzonderingen, van het in artikel 7, lid 1, neergelegde uitputtingsbeginsel, wanneer de importeur het produkt heeft omgepakt en het merk opnieuw heeft aangebracht, een ingrijpende wijziging betekenen van de uit de artikelen 30 en 36 van het Verdrag voortvloeiende beginselen, zoals uitgelegd door het Hof. Niets wijst erop, dat artikel 7 van de richtlijn de strekking van deze rechtspraak beoogt te beperken. Dat zou ook ontoelaatbaar zijn, aangezien een richtlijn belemmeringen van de intracommunautaire handel niet kan rechtvaardigen dan binnen de door het Verdrag gestelde grenzen.

    3. Artikel 7 van richtlijn 89/104, de eerste richtlijn betreffende het merkenrecht, beoogt, evenals artikel 36 van het Verdrag, de fundamentele belangen van de bescherming van het merkrecht en het vrije verkeer van goederen binnen de gemeenschappelijke markt met elkaar in overeenstemming te brengen, zodat die twee bepalingen, waar zij op hetzelfde resultaat gericht zijn, op identieke wijze moeten worden uitgelegd. Derhalve moet artikel 7, lid 2, waarin de uitzonderingen op het uitputtingsbeginsel zijn neergelegd, overeenkomstig de rechtspraak van het Hof in het kader van artikel 36, aldus worden uitgelegd, dat de merkhouder zich rechtmatig kan verzetten tegen de verdere verhandeling van een farmaceutisch produkt, dat door de merkhouder of met zijn toestemming in een andere Lid-Staat in het verkeer is gebracht, wanneer de importeur het in een nieuwe verpakking heeft omgepakt en daarop het merk opnieuw heeft aangebracht, tenzij

    ° komt vast te staan, dat het gebruik van het merkrecht door de merkhouder om zich tegen de verhandeling van de omgepakte produkten onder zijn merk te verzetten, tot kunstmatige afscherming van de markten van de Lid-Staten zal bijdragen. Dit is met name het geval, wanneer de merkhouder in verschillende Lid-Staten een identiek farmaceutisch produkt in verschillende verpakkingen in het verkeer heeft gebracht en de ompakking door de importeur enerzijds noodzakelijk is voor de verhandeling van het produkt in de Lid-Staat van invoer, en anderzijds is geschied onder zodanige omstandigheden dat de oorspronkelijke toestand van het produkt niet kan worden aangetast. Deze voorwaarde betekent echter niet, dat moet worden aangetoond dat de merkhouder opzettelijk heeft getracht de markten van Lid-Staten af te schermen;

    ° wordt aangetoond, dat de ompakking de oorspronkelijke toestand van het zich in de verpakking bevindende produkt niet kan aantasten. Dit is met name het geval, wanneer de importeur zich heeft beperkt tot handelingen die geen enkel gevaar van aantasting opleveren, zoals bij voorbeeld het verwijderen van doordrukstrips, flesjes, buisjes, ampullen of inhalatiesprays uit hun oorspronkelijke buitenverpakking en het in een nieuwe buitenverpakking plaatsen ervan, het aanbrengen van stickers op de binnenverpakking van het produkt, het bijvoegen van een nieuwe bijsluiter of informatie, dan wel het bijvoegen van een accessoire. De nationale rechter dient na te gaan, of de oorspronkelijke toestand van het zich in de verpakking bevindende produkt niet indirect wordt aangetast, doordat met name de buiten- of binnenverpakking van het omgepakte produkt of de nieuwe bijsluiter of de nieuwe informatie bepaalde belangrijke gegevens niet bevat of onjuiste informatie bevat, of een door de importeur aan de verpakking toegevoegd accessoire bedoeld voor de inname en dosering van het produkt niet strookt met de door de fabrikant beoogde gebruiksaanwijzing en dosering;

    ° op de nieuwe verpakking duidelijk wordt vermeld wie het produkt heeft omgepakt, alsook de naam van de fabrikant, met dien verstande dat deze vermeldingen zodanig moeten zijn afgedrukt dat zij kunnen worden begrepen door iemand met een normaal gezichtsvermogen en normale oplettendheid. Voorts moet de herkomst van een niet van de merkhouder afkomstig accessoire op zodanige wijze zijn aangegeven, dat elke indruk dat de merkhouder daarvoor verantwoordelijk zou zijn, wordt weggenomen. Daarentegen behoeft niet te worden vermeld, dat de ompakking zonder toestemming van de merkhouder heeft plaatsgevonden;

    ° de presentatie van het omgepakte produkt de reputatie van het merk en van de merkhouder niet kan schaden. Zo mag de verpakking niet defect, van slechte kwaliteit of slordig zijn, en

    ° de importeur de merkhouder tevoren ervan in kennis stelt, dat het omgepakte produkt op de markt wordt gebracht, en hem desgevraagd een exemplaar van het omgepakte produkt levert.

    Top