This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61993CJ0315
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
++++
1. Landbouw ° Harmonisatie van wetgevingen ° Bestrijding van klassieke varkenspest ° Richtlijnen 80/217 en 80/1095 ° Verplichting van Lid-Staten te voorzien in vergoedingsregeling ten behoeve van eigenaren van dieren die op bevel van nationale autoriteiten zijn geslacht ° Ontbreken
(Richtlijnen 80/217 en 80/1095 van de Raad)
2. Gemeenschapsrecht ° Beginselen ° Gelijke behandeling ° Discriminatie op grond van nationaliteit ° Regeling inzake bestrijding van klassieke varkenspest waarbij Lid-Staten niet worden verplicht, vergoeding te betalen aan eigenaren van dieren die op bevel van nationale autoriteiten zijn geslacht ° Geen discriminatie ° Vaststelling van vergoedingsregeling door sommige Lid-Staten in kader van hun bevoegdheden en bestaan van vergoedingsverplichting in kader van bestrijding van andere veeziekten ° Geen invloed
(EEG-Verdrag, art. 7 en 40, lid 3, tweede alinea)
1. Met de richtlijnen 80/217 en 80/1095 houdende maatregelen ter bestrijding van de klassieke varkenspest heeft de gemeenschapswetgever niet de financiële aspecten willen regelen van de uitvoering van die maatregelen door de eigenaren van de betrokken dieren, en heeft hij met name geen maatregelen inzake de vergoeding van deze eigenaren willen opleggen. Bij gebrek aan gemeenschapsbepalingen op dit punt valt de vergoeding van de eigenaren van varkens die op bevel van de nationale autoriteiten in het kader van bestrijdingsmaatregelen van deze ziekte zijn geslacht, onder de bevoegdheid van elke Lid-Staat. De gemeenschapsregeling inzake bestrijding van de klassieke varkenspest moet bijgevolg aldus worden uitgelegd, dat zij de Lid-Staten niet verplicht te voorzien in een vergoedingsregeling ten behoeve van de eigenaren van varkens die op bevel van de nationale autoriteiten zijn geslacht.
2. De gemeenschapsregeling inzake bestrijding van de klassieke varkenspest is niet in strijd met het in artikel 7 EEG-Verdrag neergelegde non-discriminatiebeginsel, aangezien zij de Lid-Staten niet verplicht te voorzien in een vergoedingsregeling ten behoeve van de eigenaren van varkens die op bevel van de nationale autoriteiten zijn geslacht, en dus geen vergoedingsregeling invoert die verschilt naar gelang van de nationaliteit van de eigenaren van de geslachte dieren.
Dat sommige Lid-Staten in het kader van de bevoegdheden die zij behouden, een vergoedingsregeling ten behoeve van deze eigenaren hebben vastgesteld, terwijl andere Lid-Staten dat niet hebben gedaan, vormt evenmin een schending van de regels van het Verdrag.
Dat de Gemeenschap de volledige of gedeeltelijke schadeloosstelling van de eigenaren van ter bestrijding van andere veeziekten dan de klassieke varkenspest geslachte dieren heeft voorgeschreven, is bovendien evenmin een schending van het discriminatieverbod en ook niet van het in artikel 40, lid 3, van het Verdrag neergelegde beginsel van gelijke behandeling, aangezien het gaat om objectief verschillende situaties.