This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61990CJ0198
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
++++
1. Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Toepasselijke wetgeving - Werknemer, in genot van pensioen wegens vervroegde uittreding, die in andere Lid-Staat woont dan van laatste tewerkstelling - Niet-toepasselijkheid van bepalingen betreffende werknemers in loondienst - Gevolgen - Toepasselijkheid van door wetgeving van Lid-Staat van laatste tewerkstelling voor toekenning van kinderbijslag gestelde woonplaatsvereisten - Voortzetting van verplichte aansluiting bij een der takken van nationaal stelsel van sociale zekerheid van Lid-Staat van laatste tewerkstelling - Niet relevant
(Verordening nr. 1408/71 van de Raad, art. 13, lid 2, sub a, en art. 73)
2. Beroep wegens niet-nakoming - Onderwerp van geschil - Vastlegging tijdens precontentieuze fase - Latere uitbreiding - Ontoelaatbaarheid
(EEG-Verdrag, art. 169)
Artikel 13, lid 2, sub a, van verordening nr. 1408/71, dat beoogt de wetsconflicten op te lossen die zich kunnen voordoen wanneer gedurende een bepaald tijdvak de woonplaats en de plaats van tewerkstelling niet in dezelfde Lid-Staat gelegen zijn, is niet van toepassing in het geval dat een werknemer, na zijn beroepsactiviteiten voorgoed te hebben gestaakt, een pensioen wegens vervroegde uittreding ontvangt en in een andere Lid-Staat woont dan die van de laatste tewerkstelling. Artikel 73 van verordening nr. 1408/71 is om die reden evenmin van toepassing, zodat de door de wetgeving van de Lid-Staat van de laatste tewerkstelling voor toekenning van kinderbijslag gestelde woonplaatsvereisten aan betrokkene kunnen worden tegengeworpen, zonder dat het feit dat hij nog steeds verplicht verzekerd is bij enige tak van het nationale sociale-verzekeringsstelsel daarbij een rol speelt.
Het onderwerp van een beroep krachtens artikel 169 wordt afgebakend door de in dit artikel bedoelde precontentieuze fase en door het petitum van het verzoekschrift. Een uitbreiding van het onderwerp van het beroep na het met redenen omkleed advies is niet toelaatbaar, daar het met redenen omkleed advies en het verzoekschrift op dezelfde overwegingen en middelen dienen te berusten.