Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61990CJ0003

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Vrij verkeer van personen - Werknemer - Begrip - Bestaan van arbeidsverhouding - Verrichten van reële en daadwerkelijke arbeid - Werknemer die stage vervult in kader van beroepsopleiding - Daaronder begrepen

    (EEG-Verdrag, art. 48; verordening nr. 1612/68 van de Raad)

    2. Vrij verkeer van personen - Werknemer - Begrip - Persoon die studie aanvangt na beroepsarbeid te hebben verricht - Behoud van hoedanigheid van werknemer - Voorwaarden

    (Verordening nr. 1612/68 van de Raad, art. 7, lid 2)

    3. Vrij verkeer van personen - Werknemers - Gelijke behandeling - Sociale voordelen - Begrip - Steun ter zake van levensonderhoud en opleiding, toegekend aan studenten - Toekenning aan kinderen van werknemer die onderdaan van andere Lid-Staat is - Voorwaarden

    (Verordening nr. 1612/68 van de Raad, art. 7, lid 2)

    Samenvatting

    1. Het begrip werknemer in de zin van artikel 48 EEG-Verdrag en verordening nr. 1612/68 heeft een communautaire draagwijdte en moet niet eng worden uitgelegd. Als werknemer moet worden beschouwd degene die reële en daadwerkelijke arbeid verricht, die niet van zo geringe omvang is, dat het om louter marginale en bijkomstige werkzaamheden gaat. Het hoofdkenmerk van de arbeidsverhouding is, dat iemand gedurende een bepaalde tijd voor een ander en onder diens gezag werkzaamheden verricht en als tegenprestatie een beloning ontvangt. De omstandigheid dat de produktiviteit van een stagiaire gering is, dat hij maar een klein aantal uren per week werkt en daardoor slechts een geringe beloning ontvangt, doet er niet aan af, dat de onderdaan van een Lid-Staat die in het kader van een beroepsopleiding in een andere Lid-Staat een stage vervult, moet worden aangemerkt als werknemer in de zin van de aangehaalde bepalingen, mits de stage het karakter van reële en daadwerkelijke arbeid heeft.

    2. Een migrerend werknemer die zijn werkzaamheden in de Lid-Staat van ontvangst vrijwillig staakt om na enige tijd een voltijdse studie te gaan volgen in het land waarvan hij de nationaliteit bezit, moet worden geacht zijn hoedanigheid van werknemer te hebben behouden en als zodanig onder artikel 7, lid 2, van verordening nr. 1612/68 te vallen, mits er een verband bestaat tussen zijn eerdere beroepswerkzaamheden en de betrokken studie.

    3. De door een Lid-Staat aan de kinderen van werknemers toegekende studiefinanciering vormt voor een migrerend werknemer een sociaal voordeel in de zin van artikel 7, lid 2, van verordening nr. 1612/68, wanneer de werknemer in het onderhoud van het kind blijft voorzien. In dat geval kan het kind zich op artikel 7, lid 2, beroepen ter verkrijging van deze financiering, indien deze ingevolge het nationale recht rechtstreeks aan de studerende wordt toegekend. De financiering moet worden toegekend onder dezelfde voorwaarden als voor de kinderen van nationale werknemers gelden, met name zonder dat een voorwaarde betreffende woonplaats wordt gesteld die niet voor de kinderen van nationale werknemers geldt.

    Top