Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1 . VISSERIJ - WATEREN VALLENDE ONDER JURISDICTIE VAN LID-STATEN - GELIJKE TOEGANG VOOR VISSERS VAN GEMEENSCHAP - AFWIJKENDE REGELING - TERMIJN GESTELD BIJ ARTIKEL 100 TOETREDINGSAKTE - AFLOOP - BEVOEGDHEID VAN GEMEENSCHAP - NIET-UITOEFENING - GEVOLGEN - VERLENGING VAN AFWIJKENDE REGELING DOOR LID-STATEN - ONTOELAATBAARHEID

( TOETREDINGSAKTE , ARTIKELEN 100 EN 103 , VERORDENINGEN VAN DE RAAD NR . 101/76 , ARTIKEL 2 , LID 1 , EN NR . 170/83 , ARTIKEL 6 , LID 1 )

2.VISSERIJ - INSTANDHOUDING VAN RIJKDOMMEN VAN DE ZEE - BEVOEGDHEID VAN LID-STATEN - GRENZEN - VOORLOPIGE INSTANDHOUDINGSMAATREGELEN - VERBOD VAN TOEGANG TOT NATIONALE WATEREN - ONTOELAATBAARHEID

3.GEMEENSCHAPSRECHT - ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN - GEEN TERUGWERKENDE KRACHT VAN STRAFBEPALINGEN - EERBIEDIGING VERZEKERD DOOR HOF - TERUGWERKENDE KRACHT VAN VERORDENING NR . 170/83 - DRAAGWIJDTE - MET GEMEENSCHAPSRECHT ONVERENIGBARE NATIONALE MAATREGELEN VAN STRAFRECHTELIJKE AARD - GELDIGMAKING - AFWEZIGHEID

( EUROPEES VERDRAG VAN DE RECHTEN VAN DE MENS , ARTIKEL 7 ; TOETREDINGSAKTE , ARTIKEL 100 ; VERORDENING NR . 170/83 VAN DE RAAD , ARTIKEL 6 , LID 1 )

Samenvatting

1 . BLIJKENS DE BEPALINGEN VAN DE ARTIKELEN 100 EN 103 VAN DE TOETREDINGSAKTE MOCHTEN DE LID-STATEN ENKEL TIJDENS DE OVERGANGSPERIODE OP HET GEBIED VAN DE VISSERIJ MAATREGELEN TREFFEN DIE AAN EEN FUNDAMENTEEL BEGINSEL VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT - HET DISCRIMINATIEVERBOD - DEROGEERDEN , EN WAREN DE GEMEENSCHAPSINSTELLINGEN , MET NAME DE RAAD , BEVOEGD OM DAARNA DE PASSENDE BEPALINGEN VAST TE STELLEN . DAT DE RAAD ER NIET IN WAS GESLAAGD , BINNEN DE IN ARTIKEL 103 GESTELDE TERMIJN DERGELIJKE BEPALINGEN VAST TE STELLEN , VERLEENDE DE LID-STATEN NIET HET RECHT OM IN ZIJN PLAATS TE HANDELEN , MET NAME DOOR DE AFWIJKENDE REGELING LANGER TE HANDHAVEN DAN WAS TOEGESTAAN .

BIJGEVOLG WAS VAN 31 DECEMBER 1982 , TOEN DE DOOR ARTIKEL 100 VAN DE TOETREDINGSAKTE VOORZIENE OVERGANGSPERIODE VERSTREEK , TOT 25 JANUARI 1983 , TOEN VERORDENING NR . 170/83 WERD VASTGESTELD , ARTIKEL 2 , LID 1 , VAN VERORDENING NR . 101/76 , VOLGENS HETWELK GELIJKE TOEGANG BESTOND TOT WATEREN VALLENDE ONDER DE JURISDICTIE VAN DE LID-STATEN EN DERHALVE ELKE DISCRIMINATIE VAN ONDERDANEN VAN LID-STATEN OP GROND VAN DE NATIONALITEIT MOEST WORDEN OPGEHEVEN , TEN VOLLE TOEPASSELIJK .

2 . NATIONALE MAATREGELEN DIE DE TOEGANG TOT DE NATIONALE WATEREN VERBIEDEN EN NIET OP INSTANDHOUDING VAN DE VISBESTANDEN ZIJN GERICHT , VALLEN NIET ONDER DE BEVOEGDHEID VAN DE LID-STATEN OM , BIJ GEBREKE VAN EEN GEMEENSCHAPSREGELING , VOORLOPIGE INSTANDHOUDINGSMAATREGELEN TE TREFFEN .

3 . HET BEGINSEL DAT STRAFBEPALINGEN GEEN TERUGWERKENDE KRACHT MOGEN HEBBEN , IS EEN BEGINSEL DAT DE RECHTSSTELSELS VAN ALLE LID-STATEN GEMEEN HEBBEN EN IS IN ARTIKEL 7 VAN HET EUROPEES VERDRAG TOT BESCHERMING VAN DE RECHTEN VAN DE MENS EN DE FUNDAMENTELE VRIJHEDEN ALS GRONDRECHT ERKEND . HET IS EEN VAN DE ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN WAARVAN HET HOF DE EERBIEDIGING VERZEKERT .

BIJGEVOLG KAN DE TERUGWERKENDE KRACHT VAN ARTIKEL 6 , LID 1 , VAN VERORDENING NR . 170/83 VAN 25 JANUARI 1983 , DAT DE HANDHAVING VOOR EEN PERIODE VAN 10 JAAR VANAF 1 JANUARI 1983 VAN DE AFWIJKENDE REGELING VAN ARTIKEL 100 VAN DE TOETREDINGSAKTE TOESTAAT , GEEN NATIONALE MAATREGELEN VAN STRAFRECHTELIJKE AARD GELDIG MAKEN DIE OP HET OGENBLIK WAAROP ZIJ IN WERKING TRADEN , ONVERENIGBAAR WAREN MET HET GEMEENSCHAPSRECHT .