This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61978CJ0161
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
1 . FISCALE BEPALINGEN - HARMONISATIE VAN WETGEVING - INDIRECTE BELASTINGEN OP HET BIJEENBRENGEN VAN KAPITAAL - HEFFING OP DE INBRENG IN KAPITAALVENNOOTSCHAPPEN - BELASTINGGRONDSLAG - WERKELIJKE WAARDE VAN DE GOEDEREN OP HET MOMENT VAN INBRENG - AFTREKBARE LASTEN EN VERBINTENISSEN - BEGRIP - UITSLUITING VAN MOGELIJKE VERBINTENISSEN
( RICHTLIJN NR . 69/335 VAN DE RAAD , ART . 5 , LID 1 , SUB A )
2 . FISCALE BEPALINGEN - HARMONISATIE VAN WETGEVING - INDIRECTE BELASTING OP HET BIJEENBRENGEN VAN KAPITAAL - HEFFING OP DE INBRENG IN KAPITAALVENNOOTSCHAPPEN - BELASTINGGRONDSLAG - WERKELIJKE WAARDE OP HET MOMENT VAN INBRENG - OPNEMEN VAN ' ' VOORZIENINGEN VOOR BELASTINGVERPLICHTINGEN ' ' AAN DE PASSIEFZIJDE VAN DE BALANS - ZICH NIET VOORDOENDE SITUATIES
( RICHTLIJN NR . 69/335 VAN DE RAAD , ARTIKEL 5 , LID 1 , SUB A EN RICHTLIJN NR . 78/660 VAN DE RAAD , ART . 9 , PASSIVA , SUB B , 2 )
3 . FISCALE BEPALINGEN - HARMONISATIE VAN WETGEVING - INDIRECTE BELASTINGEN OP HET BIJEENBRENGEN VAN KAPITAAL - HEFFING OP DE INBRENG IN KAPITAALVENNOOTSCHAPPEN - BELASTINGGRONDSLAG - WERKELIJKE WAARDE VAN DE GOEDEREN OP HET MOMENT VAN INBRENG - AFTREKBARE LASTEN EN VERBINTENISSEN - BEGRIP - MOGELIJKE BELASTING OVER EEN ONBELASTE RESERVE - UITSLUITING
( RICHTLIJN NR . 69/335 VAN DE RAAD , ART . 5 , LID 1 , SUB A )
1 . UIT ARTIKEL 5 , LID 1 , SUB A VAN RICHTLIJN NR . 69/335 VAN DE RAAD BETREFFENDE DE INDIRECTE BELASTINGEN OP HET BIJEENBRENGEN VAN KAPITAAL , GELEZEN IN HET LICHT VAN HET DOEL ERVAN , BLIJKT DAT OP DE INBRENG IN KAPITAALVENNOOTSCHAPPEN EEN RECHT WORDT GEHEVEN OP BASIS VAN DE ' ' WERKELIJKE WAARDE ' ' VAN DE GOEDEREN OP HET MOMENT VAN INBRENG EN NIET OP BASIS VAN HUN BOEKWAARDE , EN DAT DE ' ' LASTEN EN VERBINTENISSEN ' ' DIE VOLGENS DEZE BEPALING VAN DE WERKELIJKE WAARDE VAN DE INBRENG MOETEN WORDEN AFGETROKKEN , SLECHTS DIE LASTEN EN VERBINTENISSEN KUNNEN ZIJN WAARVAN HET BESTAAN EN DE OMVANG VASTSTAAN .
DAAR HET NOODZAKELIJK IS DE BELASTING OP HET BIJEENBRENGEN VAN KAPITAAL TE BASEREN OP OBJECTIEVE , BINNEN DE GEMEENSCHAP UNIFORME CRITERIA , IS HET UITGESLOTEN DE BOEKWAARDE VAN DE INGEBRACHTE GOEDEREN EN DE LASTEN DIE MOGELIJK OP DE INKOMSTEN VAN DE VENNOOTSCHAP DRUKKEN , IN AANMERKING TE NEMEN . JUIST VANWEGE HET ONZEKER KARAKTER VAN DERGELIJKE LASTEN IS HET NIET GOED MOGELIJK , DE WERKELIJKE WAARDE VAN DE INGEBRACHTE GOEDEREN TEN TIJDE VAN DE INBRENG TE BEREKENEN EN DUSDOENDE EEN WEZENLIJK ELEMENT VAN DE BELASTING , NAMELIJK DE HOOGTE VAN DE BELASTINGGRONDSLAG , VAST TE STELLEN .
2 . HET IN ARTIKEL 5 , LID 1 , SUB A , VAN RICHTLIJN NR . 69/335 NEERGELEGDE BEGINSEL DAT HET KAPITAALRECHT OP DE INBRENG IN KAPITAALVENNOOTSCHAPPEN WORDT GEHEVEN OP BASIS VAN DE WERKELIJKE WAARDE VAN DE GOEDEREN OP HET MOMENT VAN INBRENG EN NIET OP BASIS VAN HUN BOEKWAARDE , WORDT NIET AANGETAST DOOR DE OMSTANDIGHEID DAT ARTIKEL 9 , PASSIVA , SUB B , 2 VAN RICHTLIJN NR . 78/660 VAN DE RAAD OP DE GRONDSLAG VAN ARTIKEL 54 , LID 3 , SUB G , VAN HET VERDRAG , BETREFFENDE DE JAARREKENING VAN BEPAALDE VENNOOTSCHAPSVORMEN , DE MOGELIJKHEID OPENT OM ' ' VOORZIENINGEN VOOR BELASTINGVERPLICHTINGEN ' ' ALS ' ' VOORZIENINGEN VOOR RISICO ' S EN VERPLICHTINGEN ' ' AAN DE PASSIEFZIJDE OP TE NEMEN . DEZE RICHTLIJN STREEFT IMMERS EEN VOLSTREKT ANDER DOEL NA DAN RICHTLIJN NR . 69/335 : ZIJ BEOOGT GEEN HARMONISATIE VAN DE BELASTING OP HET BIJEENBRENGEN VAN KAPITAAL , MAAR BEHOORT LUIDENS ARTIKEL 54 , LID 3 , SUB G , EEG-VERDRAG TOT DE MAATREGELEN DIE IN HET KADER VAN HET VESTIGINGSRECHT BEOGEN ' ' DOOR , VOOR ZOVER NODIG , DE WAARBORGEN TE COORDINEREN WELKE IN DE LID-STATEN WORDEN VERLANGD VAN DE RECHTSPERSONEN IN DE ZIN VAN DE TWEEDE ALINEA VAN ARTIKEL 58 , . . . DE BELANGEN TE BESCHERMEN ZOWEL VAN DE DEELNEMERS IN DIE RECHTSPERSONEN ALS VAN DERDEN , TEN EINDE DIE WAARBORGEN GELIJKWAARDIG TE MAKEN ' ' .
OOK AL BEANTWOORDT OP OPNEMEN VAN ' ' VOORZIENINGEN VOOR BELASTINGVERPLICHTINGEN ' ' ONDER DE PASSIVA DUS AAN DE EISEN DIE , ZOWEL IN HET BELANG VAN DE DEELNEMERS ALS VAN DERDEN , AAN DE PRESENTATIE VAN DE BALANS VAN VENNOOTSCHAPPEN WORDEN GESTELD , DIT BETEKENT NIET DAT DIT INVLOED KAN HEBBEN OP DE WAARDE VAN DE INGEBRACHTE ACTIVA , DIE ONDERWORPEN IS AAN HET BIJ RICHTLIJN NR . 69/335 INGESTELDE KAPITAALRECHT .
WELISWAAR SLUIT ARTIKEL 20 , LID 1 , VAN RICHTLIJN NR . 78/660 NIET UIT DAT VOORZIENINGEN VOOR RISICO ' S EN VERPLICHTINGEN BETREKKING HEBBEN OP VERLIEZEN EN VERPLICHTINGEN DIE NAAR HUN AARD DUIDELIJK ZIJN OMSCHREVEN , EN OP DE BALANSDATUM HETZIJ WAARSCHIJNLIJK ZIJN HETZIJ ALS VASTSTAAND WORDEN BESCHOUWD , MAAR WAARVAN NIET ZEKER IS IN WELKE OMVANG OF WANNEER ZIJ ZULLEN ONTSTAAN , LID 3 VAN DIT ARTIKEL VOEGT HIERAAN TOE DAT DEZE VOORZIENINGEN NIET ' ' MOGEN WORDEN GEBRUIKT VOOR WAARDECORRECTIES OP ACTIVA ' ' . HIERUIT VOLGT DUIDELIJK DAT DE EVENTUELE OPNEMING VAN DEZE VOORZIENINGEN VERBAND HOUDT MET DE VEREISTEN BETREFFENDE DE PRESENTATIE VAM DE BALANS VAN BEPAALDE VENNOOTSCHAPSVORMEN , MAAR NIET TOT GEVOLG KAN HEBBEN DAT DE GRONDSLAG VOOR EEN BELASTING ZOALS HET KAPITAALRECHT , DIE VOORNAMELIJK OP DE WERKELIJKE WAARDE VAN DE ACTIVA IS GEBASEERD , DAARDOOR WORDT GEWIJZIGD .
3 . ARTIKEL 5 , LID 1 , SUB A , VAN RICHTLIJN NR . 69/335/EEG MOET ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT EEN LID-STAAT BIJ DE BEREKENING VAN DE AAN HET KAPITAALRECHT ONDERWORPEN INBRENG IN EEN NIEUW OPGERICHTE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP , WAARVAN HET MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL WORDT OPGEBRACHT DOOR INBRENG VAN EEN AAN EEN DER OPRICHTERS TOEBEHORENDE BESTAANDE ONDERNEMING , GEEN AFTREK MAG TOESTAAN VAN DE MOGELIJKE BELASTING OVER EEN ONBELASTE RESERVE , DIE IS ONTSTAAN DOORDAT GENOEMDE OPRICHTER DE GOEDERENVOORRAAD VAN ZIJN ONDERNEMING ALSMEDE DE OP BASIS VAN DEFINITIEVE OVEREENKOMSTEN BESTELDE GOEDEREN IN DE VENNOOTSCHAP HEEFT INGEBRACHT TEGEN EEN FISCAAL ONDERGEWAARDEERDE WAARDE , DIE LAGER IS DAN HUN WERKELIJKE WAARDE .
INSGELIJKS VERZET ARTIKEL 5 , LID 1 , SUB A , VAN RICHTLIJN NR . 69/335/EEG ZICH ERTEGEN , ONDER DE VOORBEDOELDE OMSTANDIGHEDEN EEN AFTREK TOE TE STAAN TER HOOGTE VAN HET MOGELIJKE BELASTINGBEDRAG DAT DE NIEUW OPGERICHTE VENNOOTSCHAP ZOU MOETEN BETALEN INDIEN ZIJ DE UIT DE FISCALE ONDERWAARDERING VAN DE INBRENG VOORTVLOEIENDE RESERVES IN DE LOOP VAN HET OPRICHTINGSJAAR ZOU REALISEREN EN DAARDOOR EEN OVEREENKOMSTIG REEEL BELASTBAAR INKOMEN ZOU VERKRIJGEN .