Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

++++

1 . PREJUDICIELE VRAGEN - BEVOEGDHEID VAN HET HOF - GRENZEN

( EEG-VERDRAG, ART . 177 )

2 . VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN - DIENSTVERRICHTINGEN - BEGRENZING

3 . DIENSTEN - DIENSTVERRICHTINGEN - TELEVISIEBERICHTEN - UITZENDING - KARAKTER - MATERIALEN GEBRUIKT VOOR DE VERSPREIDING - REGELS MET BETREKKING TOT HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN

( EEG-VERDRAG, ART . 60 )

4 . VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN - TELEVISIEBERICHTEN - COMMERCIELE RECLAME - ONDERNEMING IN EEN LID-STAAT - UITSLUITEND RECHT - TOELAATBAARHEID - VERBODEN WIJZE VAN GEBRUIK

( EEG-VERDRAG, ART . 60 )

5 . KWANTITATIEVE BEPERKINGEN - MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING - AFZET DER PRODUKTEN - VERBODEN BEPERKENDE INVLOED

( EEG-VERDRAG, ART . 30 )

6 . NATIONALE MONOPOLIES VAN COMMERCIELE AARD - DIENSTVERRICHTINGEN

( EEG-VERDRAG, ART . 37 )

7 . MEDEDINGING - ONDERNEMINGEN WAARAAN DE LID-STATEN BIJZONDERE OF UITSLUITENDE RECHTEN VERLENEN - MACHTSPOSITIE OP DE MARKT - TOELAATBAARHEID

( EEG-VERDRAG, ART . 86 EN 90 )

8 . MEDEDINGING - ONDERNEMINGEN BELAST MET HET BEHEER VAN EEN DIENST VAN ALGEMEEN ECONOMISCH BELANG - TOEPASSING DER MEDEDINGINGSREGELS

9 . MEDEDINGING - OPENBARE BEDRIJVEN - ONDERNEMINGEN WAARAAN DE LID-STATEN BIJZONDERE OF UITSLUITENDE RECHTEN VERLENEN - MACHTSPOSITIE OP DE MARKT - MISBRUIK - VERBOD - DIREKTE WERKING - INDIVIDUELE RECHTEN - RECHTERLIJKE BESCHERMING

( EEG-VERDRAG, ART . 86 EN 90 )

10 . DIENSTEN - DIENSTVERRICHTINGEN - TELEVISIEBERICHTEN - ONDERNEMING IN EEN LID-STAAT - UITSLUITEND RECHT - DISCRIMINATIE OP GROND VAN NATIONALITEIT - VERBOD

( EEG-VERDRAG, ART . 7 )

Samenvatting

1 . ARTIKEL 177, GEGROND OP EEN DUIDELIJKE SCHEIDING VAN FUNCTIES TUSSEN DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIES EN HET HOF, STAAT DIT LAATSTE NIET TOE DE REDENEN VAN HET VERZOEK OM UITLEGGING TE BEOORDELEN .

2 . HOEWEL NIET IS UITGESLOTEN DAT DIENSTVERRICHTINGEN WELKE GEWOONLIJK TEGEN VERGOEDING GESCHIEDEN, ONDER DE BEPALINGEN INZAKE HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN VALLEN, IS ZULKS BLIJKENS ARTIKEL 60 ECHTER SLECHTS HET GEVAL VOOR ZOVER DERGELIJKE BEPALINGEN OP DEZE DIENSTVERRICHTINGEN VAN TOEPASSING ZIJN .

3 . DE UITZENDING VAN TELEVISIEBERICHTEN, MET INBEGRIP VAN RECLAMEBERICHTEN, VALT ONDER DE VERDRAGSREGELS INZAKE HET VERRICHTEN VAN DIENSTEN . HET HANDELSVERKEER IN ALLE MATERIALEN, GELUIDSDRAGERS, FILMS, APPARATEN EN ANDERE VOOR DE UITZENDING VAN TELEVISIEBERICHTEN GEBRUIKTE PRODUKTEN IS ECHTER AAN DE REGELS BETREFFENDE HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN ONDERWORPEN .

4 . HET ALLEENRECHT VOOR TELEVISIERECLAMEBERICHTEN DAT EEN ONDERNEMING IN EEN LID-STAAT GENIET, IS NIET ONVERENIGBAAR MET HET VRIJE VERKEER VAN DE PRODUKTEN WAARVAN DEZE BERICHTEN DE AFZET BEOGEN TE BEVORDEREN . DIT ZOU ECHTER ANDERS ZIJN, INDIEN DIT RECHT ZOU WORDEN GEBRUIKT OM BINNEN DE GEMEENSCHAP BEPAALDE HANDELSSTROMEN OF PRODUCENTEN BOVEN ANDERE TE BEGUNSTIGEN .

5 . MAATREGELEN DIE EEN REGELING INHOUDEN VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN PRODUKTEN WAARVAN DE INVLOED MEER BEPERKEND IS DAN HETGEEN IN HET KADER VAN EEN HANDELSREGELING IS BEOOGD, KUNNEN MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING ALS KWANTITATIEVE BEPERKINGEN VORMEN EN ZIJN VOOR ZOVER VERBODEN . ZULKS IS MET NAME HET GEVAL, WANNEER DE BEPERKENDE INVLOED IN GEEN VERHOUDING STAAT TOT HET NAGESTREEFDE DOEL, ZOALS DE ORDENING NAAR HET RECHT VAN EEN LID-STAAT, VAN DE TELEVISIE ALS OPENBARE DIENST .

6 . ZOWEL UIT DE PLAATS VAN ARTIKEL 37 IN HET HOOFDSTUK BETREFFENDE DE AFSCHAFFING VAN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN, ALS UIT HET GEBRUIK VAN DE WOORDEN "INVOER" EN "UITVOER" IN DE TWEEDE ALINEA VAN LID 1, EN VAN HET WOORD "PRODUKTEN" IN DE LEDEN 3 EN 4 BLIJKT, DAT DIT ARTIKEL OP HET HANDELSVERKEER IN GOEDEREN DOELT EN NIET EEN MONOPOLIE VOOR HET VERRICHTEN VAN DIENSTEN KAN BETREFFEN .

7 . HET BESTAAN VAN EEN MONOPOLIE VOOR EEN ONDERNEMING, WAARAAN EEN LID-STAAT UITSLUITENDE RECHTEN VERLEENT IN DE ZIN VAN ARTIKEL 90, OF DE UITBREIDING VAN DEZE RECHTEN ALS GEVOLG VAN EEN NIEUWE HANDELING VAN DEZE STAAT IS NIET ALS ZODANIG ONVERENIGBAAR MET ARTIKEL 86 VAN HET VERDRAG . DE UITOEFENING VAN HET MONOPOLIE VALT, VOOR ZOVER ZIJ ACTIVITEITEN VAN ECONOMISCHE AARD MEDEBRENGT, ONDER DE BEPALINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 90 BETREFFENDE DE OPENBARE BEDRIJVEN EN DE ONDERNEMINGEN WAARAAN DE LID-STATEN BIJZONDERE UITSLUITENDE RECHTEN VERLENEN .

8 . INDIEN BEPAALDE LID-STATEN DE MET DE EXPLOITATIE VAN DE TELEVISIE BELASTE ONDERNEMINGEN, ZELFS VOOR HUN COMMERCIELE ACTIVITEITEN, MET NAME OP HET GEBIED VAN DE RECLAME, INRICHTEN ALS ONDERNEMINGEN BELAST MET HET BEHEER VAN EEN DIENST VAN ALGEMEEN ECONOMISCH BELANG, GELDEN KRACHTENS ARTIKEL 90, LID 2, MET BETREKKING TOT HUN MARKTGEDRAG DE DISCRIMINATIEVERBODEN, ZOLANG NIET IS AANGETOOND DAT DEZE BEPALINGEN ONVERENIGBAAR ZIJN MET DE UITOEFENING VAN HUN TAAK .

9 . ZELFS IN HET KADER VAN ARTIKEL 90 HEBBEN DE VERBODSBEPALINGEN VAN ARTIKEL 86 RECHTSTREEKSE WERKING EN BRENGEN ZIJ VOOR DE JUSTITIABELEN RECHTEN MEDE WELKE DE NATIONALE RECHTER DIENT TE HANDHAVEN .

10 . DE TOEKENNING VAN HET UITSLUITEND RECHT OP UITZENDING VAN TELEVISIEBERICHTEN VORMT GEEN SCHENDING VAN ARTIKEL 7 VAN HET VERDRAG . DISCRIMINERENDE GEDRAGINGEN VAN ONDERNEMINGEN DIE EEN DERGELIJK ALLEENRECHT GENIETEN, JEGENS ONDERDANEN DER LID-STATEN OP GROND VAN HUN NATIONALITEIT ZIJN MET DEZE BEPALINGEN ECHTER ONVERENIGBAAR .