Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R1037

Antisubsidiemaatregelen

Antisubsidiemaatregelen

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2016/1037 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit niet-EU-landen

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

In Verordening (EU) 2016/1037 zijn EU-regels uiteengezet over bescherming tegen invoer met subsidiëring uit niet-EU-landen, evenals de voorwaarden voor het aanvragen van compenserende maatregelen.

De verordening is drie keer gewijzigd: met Verordening (EU) 2017/2321, met Verordening (EU) 2018/825 en met Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1173.

KERNPUNTEN

Verordening (EU) 2016/1037

Er worden compenserende rechten toegepast om de schadelijke gevolgen van gesubsidieerde invoer voor EU-producenten op dezelfde productmarkt tegen te gaan en om eerlijke concurrentie te herstellen. De rechten worden betaald door de importeur en geïnd door de douaneautoriteiten van het betreffende EU-land.

Er moet aan vier voorwaarden worden voldaan voordat antisubsidiemaatregelen kunnen worden ingesteld op de invoer van een product:

  • op de invoer is een specifieke subsidie van toepassing;
  • er moet sprake zijn van aanmerkelijke schade* aan de EU-bedrijfstak die het soortgelijke product* vervaardigt;
  • er moet een oorzakelijk verband bestaan tussen de gesubsidieerde invoer en de aanmerkelijke schade, en
  • de antisubsidiemaatregel mag niet tegen het belang van de EU indruisen — de maatregelen mogen niet meer schade toebrengen aan de algehele economie van de EU dan dat ze verlichting bieden aan de bedrijfstak die onder de invoer te lijden heeft.

Het inleiden van een klacht

  • Een antisubsidieklacht wordt bij de Europese Commissie ingediend door of namens de EU-producenten van het betrokken product, hetzij rechtstreeks, hetzij via de autoriteiten van een EU-land. Andere partijen, zoals vakbonden, kunnen ook samen met de EU-bedrijfstak klachten indienen en belanghebbenden worden in de procedure. In bijzondere gevallen kan de Commissie ook op eigen initiatief een onderzoek instellen naar subsidies.
  • Elke klacht moet bewijsmateriaal bevatten inzake de subsidiëring, de schade en het oorzakelijke verband tussen de beweerde invoer en de beweerde schade.
  • Om vertrouwelijke bedrijfsgegevens te beschermen, moeten twee versies van een klacht worden ingediend: een vertrouwelijke versie en een niet-vertrouwelijke. De eerste zal alleen beschikbaar zijn voor het personeel van de Commissie dat rechtstreeks aan de zaak werkt. De niet-vertrouwelijke versie zal op verzoek voor alle belanghebbenden toegankelijk zijn zodra het onderzoek is geopend.
  • De Commissie moet de juistheid en de toereikendheid van het in de klacht verschafte bewijsmateriaal onderzoeken om vast te stellen of er voldoende basis is om de opening van een onderzoek te rechtvaardigen. Dit moet worden gedaan binnen 45 dagen na indiening van de klacht.
  • Alvorens een antisubsidieonderzoek te openen, moet de Commissie de overheid van het land van uitvoer overleg aanbieden.

Antisubsidieonderzoek

  • Zodra de Commissie besluit een onderzoek in te stellen, moet zij een bericht publiceren in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij neemt contact op met alle bekende producenten en alle andere belanghebbenden met het verzoek om binnen een strikte termijn vragenlijsten in te vullen.
  • Wanneer er veel potentiële belanghebbenden zijn, kan de Commissie besluiten haar onderzoek uit te voeren op basis van een steekproef van marktdeelnemers (uitvoerende producenten, EU-producenten, importeurs en gebruikers).
  • Wanneer de Commissie op grond van haar onderzoek van oordeel is dat er sprake is van schadeveroorzakende subsidiëring, kunnen antisubsidiemaatregelen worden ingesteld ten aanzien van de invoer van het betrokken product in de EU. Deze maatregelen hebben over het algemeen de vorm van:
    • een ad-valoremrecht — een percentage van de invoerwaarde van het betreffende product;
    • specifieke rechten — een vaste waarde voor een bepaald bedrag aan goederen, bijvoorbeeld 100 EUR per ton van een product, of
    • een prijsverbintenis — een toezegging van een exporteur om een minimuminvoerprijs te respecteren.
  • De autoriteiten van het land van uitvoer kunnen zich er ook toe verbinden de subsidie in te trekken of maatregelen te nemen met betrekking tot de gevolgen van de subsidie.
  • Eventuele voorlopige maatregelen moeten niet later dan negen maanden na het begin van het onderzoek worden ingesteld, voor ten hoogste vier maanden. Dit kan worden gevolgd door de instelling van definitieve maatregelen, die gedurende vijf jaar van kracht blijven.
  • Rechten worden betaald door de importeur in de EU en geïnd door de nationale douaneautoriteiten van de betrokken EU-landen.
  • Lopende maatregelen kunnen onder bepaalde omstandigheden worden herzien (tussentijds nieuw onderzoek). De omvang van een dergelijk onderzoek is meestal beperkt tot een of meerdere elementen van de oorspronkelijke maatregel, bijv. de mate van subsidiëring en/of schade, de omvang van het product of de vorm van de maatregelen.
  • Na vijf jaar vervallen de maatregelen, tenzij in een onderzoek bij het vervallen van maatregelen wordt vastgesteld dat, wanneer ze zouden komen te vervallen, de subsidiëring en de aanmerkelijke schade waarschijnlijk zouden worden voortgezet of herhaald.
  • Importeurs kunnen om een gehele of gedeeltelijke terugbetaling van betaalde rechten verzoeken als ze kunnen aantonen dat de subsidiemarge, op grond waarvan de rechten werden betaald, niet meer bestaat of is verminderd.
  • De antisubsidieregels van de EU zijn gebaseerd op de mondiale normen die zijn ingesteld door de Wereldhandelsorganisatie (WTO).

Wijzigingsverordening (EU) 2017/2321

Aangezien de ervaring heeft geleerd dat bepaalde subsidies pas tijdens het desbetreffende onderzoek worden ontdekt, is met Wijzigingsverordening (EU) 2017/2321 een alinea toegevoegd waarin het de Commissie wordt verplicht om in dergelijke situaties verder overleg aan te bieden aan het betrokken land van oorsprong en/of van uitvoer met betrekking tot dergelijke tijdens het onderzoek vastgestelde subsidies.

Wijzigingsverordening (EU) 2018/825

Met deze verordening wordt onder andere het volgende geregeld:

  • Het onderzoeksproces wordt ermee gestroomlijnd en het wordt ermee voor kleinere ondernemingen eenvoudiger gemaakt om deel te nemen aan handelsbeschermingsonderzoeken (zo wordt met de verordening onder andere een helpdesk opgericht voor de bescherming van het midden- en kleinbedrijf (mkb)).
  • Met de verordening wordt de manier gewijzigd waarop de zogenaamde „regel van het laagste recht” wordt toegepast in antisubsidiezaken. De EU had eerder maatregelen ingesteld op een niveau dat lager was dan de volledige omvang van de subsidiëring, waarbij een lager niveau (de „schademarge”) voldoende was om de door de EU-bedrijfstak geleden schade te vergoeden. Volgens de nieuwe regels kunnen antisubsidiemaatregelen de subsidies die een exporteur heeft ontvangen volledig compenseren, mits het in het belang is van de EU als geheel om dit te doen.
  • Met de verordening worden nieuwe regels ingevoerd voor de berekening van de „niet-schadelijke prijs” (de prijs die de bedrijfstak onder normale omstandigheden geacht wordt te hebben aangerekend). Bij de berekening kan nu rekening worden gehouden met de kosten van noodzakelijke investeringen, bijvoorbeeld in infrastructuur of onderzoek en ontwikkeling, maar ook met toekomstige uitgaven in verband met sociale normen en milieunormen, bijvoorbeeld in het kader van het emissiehandelssysteem van de EU. Voor de niet-schadelijke prijs wordt nu uitgegaan van een minimumwinst van 6 % die in de berekening wordt meegenomen, waarbij van geval tot geval een hogere winstmarge mogelijk is.
  • Met de verordening is een periode van voorafgaande kennisgeving ingevoerd, waarin belanghebbenden drie weken van tevoren informatie ontvingen over het al dan niet instellen van voorlopige maatregelen. In het onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen dat overeenkomstig Wijzigingsverordening (EU) 2018/825 werd uitgevoerd, concludeerde de Commissie dat de invoer in de periode van voorafgaande kennisgeving, over het geheel genomen, geen extra schade heeft toegebracht aan de EU-bedrijfstak. Daarom heeft zij een gedelegeerde handeling vastgesteld tot wijziging van de duur van de periode van voorafgaande kennisgeving in vier weken (Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1173).

VANAF WANNEER IS DEZE VERORDENING VAN TOEPASSING?

  • Verordening (EU) 2016/1037 is sinds 20 juli 2016 van toepassing. Met deze verordening zijn Verordening (EG) nr. 597/2009 en achtereenvolgende wijzigingen daarvan gecodificeerd en vervangen.
  • Wijzigingsverordening (EU) 2017/2321 is sinds 20 december 2017 van toepassing.
  • Wijzigingsverordening (EU) 2018/825 is sinds 8 juni 2018 van toepassing.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1173 is sinds 11 augustus 2020 van toepassing.

ACHTERGROND

  • Een subsidie is een financiële bijdrage, zoals een schenking of een lening, die gewoonlijk door wordt betaald door de overheid van een niet-EU-land. Dit levert een voordeel op voor een bedrijf of bedrijfstak dat of die producten exporteert naar de EU, waardoor de concurrentie op de EU-markt wordt verstoord. Om deze verstoring tegen te gaan en eerlijke concurrentie te herstellen, kan de EU zogenaamde compenserende rechten instellen voor dergelijke import.
  • De antisubsidieregels van de EU zijn gebaseerd op de mondiale normen die zijn ingesteld door de WTO.
  • Voor meer informatie zie:

KERNBEGRIPPEN

Aanmerkelijke schade: aanzienlijke schade aan de bedrijfstak in de EU, bijv. een verlies van marktaandeel, een verlaagd prijsniveau en/of een verminderde winstgevendheid.
Soortgelijk product: een product dat identiek is aan of sterk lijkt op het betrokken product.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (codificatie) (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55-91)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2016/1037 zijn opgenomen in de oorspronkelijke tekst. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

Laatste bijwerking 16.10.2020

Naar boven