EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R1036

Antidumpingmaatregelen

Antidumpingmaatregelen

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2016/1036 over beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit niet-EU-landen

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Verordening (EU) 2016/1036 bevat de handelsbeschermingsvoorschriften van de Europese Unie (EU) ter bescherming tegen invoer met dumping op de EU-markt uit niet-EU-landen.

De verordening is drie keer gewijzigd: door Verordening (EU) 2017/2321, door Verordening (EU) 2018/825 en door Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1173.

KERNPUNTEN

Verordening (EU) 2016/1036 bevat de volgende voorschriften.

Voorwaarden

Er moet aan vier voorwaarden worden voldaan voordat antidumpingmaatregelen kunnen worden ingesteld op de invoer van een product:

  • ten aanzien van de invoer moet dumping plaatsvinden — als de prijs van een product bij uitvoer naar de EU lager is dan de normale waarde* ervan;
  • er moet sprake zijn van aanmerkelijke schade* voor de EU-bedrijfstak die het soortgelijke product* vervaardigt;
  • er moet een oorzakelijk verband bestaan tussen de invoer met dumping en de aanmerkelijke schade, en
  • de antidumpingmaatregel* mag niet tegen het belang van de EU indruisen — de maatregelen mogen niet meer schade toebrengen aan de algehele economie van de EU dan dat ze verlichting bieden aan de bedrijfstak die onder de invoer te lijden heeft.

Een klacht indienen

  • Een antidumpingklacht wordt bij de Europese Commissie ingediend door of namens de EU-producenten van het betrokken product, hetzij rechtstreeks, hetzij via de autoriteiten van een EU-land. Vakbonden kunnen ook samen met de EU-bedrijfstak klachten indienen en belanghebbenden worden in de procedure. In bijzondere omstandigheden kan de Commissie ook op eigen initiatief een onderzoek instellen naar dumping.
  • Elke klacht moet bewijsmateriaal bevatten inzake de dumping, de schade en het oorzakelijke verband tussen de beweerde invoer met dumping en de beweerde schade.
  • Om vertrouwelijke bedrijfsgegevens te beschermen, moeten twee versies van een klacht worden ingediend: een vertrouwelijke en een niet-vertrouwelijke versie. De eerste is alleen beschikbaar voor het personeel van de Commissie dat rechtstreeks aan de zaak werkt. De niet-vertrouwelijke versie is op verzoek voor alle belanghebbenden toegankelijk zodra het onderzoek is geopend.
  • De Commissie moet de juistheid en de toereikendheid van het in de klacht verschafte bewijsmateriaal onderzoeken om vast te stellen of er voldoende basis is om de opening van een onderzoek te rechtvaardigen. Dit moet worden gedaan binnen 45 dagen na indiening van de klacht.

Antidumpingonderzoek

  • Zodra de Commissie besluit een onderzoek in te stellen, moet zij een kennisgeving publiceren in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij neemt contact op met alle bekende producenten en alle andere belanghebbenden met het verzoek om binnen een strikte termijn vragenlijsten in te vullen.
  • Wanneer er veel potentiële belanghebbenden zijn, kan de Commissie besluiten haar onderzoek uit te voeren op basis van een steekproef van marktdeelnemers (uitvoerende producenten, EU-producenten, importeurs en gebruikers).
  • Krachtens de oorspronkelijke Verordening (EU) 2016/1036 zouden onderzoeken negen maanden kunnen duren voordat de Commissie voorlopige maatregelen kan instellen op basis van haar voorlopige bevindingen.

Een vaststelling van dumping

Het volgende kan gebeuren wanneer de Commissie op basis van haar onderzoek oordeelt dat dumping heeft plaatsgevonden.

  • Er kunnen antidumpingmaatregelen worden opgelegd op de invoer in de EU van het betrokken product, over het algemeen in de vorm van:
    • een ad-valoremrecht — een percentage van de invoerwaarde van het betreffende product;
    • specifieke rechten — een vaste waarde voor een bepaalde hoeveelheid goederen, bv. 100 EUR per ton van een product, of
    • een prijsverbintenis — een toezegging van een exporteur om een minimuminvoerprijs te respecteren.
  • Wanneer de Commissie voorlopige maatregelen instelt, is dat voor de duur van maximaal zes maanden. Dit kan worden gevolgd door definitieve maatregelen, die gedurende vijf jaar van kracht blijven.
  • De rechten worden door de importeur in de EU betaald en geïnd door de nationale douaneautoriteiten van de betrokken EU-landen.
  • Lopende maatregelen kunnen onder bepaalde omstandigheden worden herzien (tussentijds nieuw onderzoek). Een dergelijk onderzoek wordt meestal beperkt tot een of meerdere elementen van de oorspronkelijke maatregelen, bv. de mate van dumping en/of schade, het doel van het product of de vorm van de maatregelen.
  • Na vijf jaar vervallen de maatregelen, tenzij in een onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen wordt vastgesteld dat, wanneer de maatregelen zouden komen te vervallen, de dumping en de aanmerkelijke schade waarschijnlijk zullen blijven bestaan of zich opnieuw zullen voordoen.
  • Importeurs kunnen om een gehele of gedeeltelijke terugbetaling van betaalde rechten verzoeken als ze kunnen aantonen dat de dumpingmarge* op grond waarvan de rechten zijn betaald, lager of nihil is geworden.

Bij Wijzigingsverordening (EU) 2017/2321 wordt een dumpingberekeningsmethode ingevoerd die moet worden toegepast in geval van invoer uit landen die lid zijn van de Wereldhandelsorganisatie waar sprake is van marktverstoringen van betekenis als gevolg van overheidsingrijpen.

Wijzigingsverordening (EU) 2018/825

Met deze verordening wordt onder andere het volgende geregeld.

  • De tijd voordat eventuele voorlopige antidumpingmaatregelen worden ingesteld, wordt met de verordening verkort van negen maanden tot zeven maanden na de inleiding van de procedure, met de mogelijkheid om de periode met acht maanden te verlengen.
  • Met de verordening wordt het voor kleinere ondernemingen eenvoudiger om deel te nemen aan handelsbeschermingsonderzoeken (met inbegrip van een helpdesk handelsbescherming voor het midden- en kleinbedrijf (mkb of kmo’s), een speciale mkb/kmo-website en de publicatie van een gids voor het mkb/kmo’s).
  • Met de verordening wordt de manier gewijzigd waarop de zogenaamde „regel van het laagste recht” wordt toegepast in antidumpingzaken. De EU kon eerder alleen maatregelen instellen op een niveau dat lager was dan de volledige omvang van de dumping, waarbij een lager niveau (de „schademarge”) voldoende was om de door de EU-bedrijfstak geleden schade te vergoeden. Volgens de nieuwe regels kunnen antidumpingmaatregelen worden ingesteld voor de volledige omvang van dumping indien er bewijs is van aanzienlijke verstoringen van de uitvoermarkt voor relevante grondstoffen die worden gebruikt bij de vervaardiging van het betrokken product, en mits het in het belang is van de EU als geheel om dit te doen.
  • Met de verordening worden nieuwe regels ingevoerd voor de berekening van de „niet-schadelijke prijs” (de prijs die de bedrijfstak naar verwachting onder normale omstandigheden zou hebben aangerekend). Bij de berekening kan nu rekening worden gehouden met de kosten van noodzakelijke investeringen, bijvoorbeeld in infrastructuur of onderzoek en ontwikkeling, maar ook met toekomstige uitgaven in verband met sociale en milieunormen, bijvoorbeeld in het kader van het emissiehandelssysteem van de EU. Voor de niet-schadelijke prijs wordt nu uitgegaan van een minimumwinst van 6 % die in de berekening wordt meegenomen, waarbij per geval een hogere winstmarge mogelijk is.
  • Bij de verordening wordt een periode van voorafgaande kennisgeving ingevoerd, gedurende welke geïnteresseerde partijen drie weken van tevoren informatie ontvangen over de eventuele instelling van voorlopige maatregelen en waarbij de Commissie uiterlijk op 9 juni 2020 moet evalueren of tijdens de periode van drie weken van voorafgaande kennisgeving de invoer aanzienlijk is toegenomen en of, in voorkomend geval, dit voor de betrokken EU-bedrijfstakken extra schade heeft veroorzaakt.
  • De verordening voorziet in de terugbetaling van rechten die worden geïnd tijdens een lopend onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen indien het onderzoek leidt tot de beëindiging van de maatregelen.

Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1173

In het onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen dat overeenkomstig Wijzigingsverordening (EU) 2018/825 werd uitgevoerd, is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er al met al door de invoer in de periode van voorafgaande kennisgeving geen extra schade voor de EU-bedrijfstak werd veroorzaakt. Daarom heeft zij een gedelegeerde handeling vastgesteld om de duur van de periode van voorafgaande kennisgeving te wijzigen naar vier weken.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

  • De verordening is van toepassing sinds 20 juli 2016. Verordening (EU) 2016/1036 strekte tot codificatie en vervanging van Verordening (EG) nr. 1225/2009 en de achtereenvolgende wijzigingen daarvan.
  • Wijzigingsverordening (EU) 2017/2321 is van toepassing sinds 20 december 2017.
  • Wijzigingsverordening (EU) 2018/825 is van toepassing sinds 8 juni 2018.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1173 is van toepassing sinds 11 augustus 2020.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Normale waarde: algemeen beschouwd de marktprijs van het product in het land van uitvoer. Wanneer het product echter niet, slechts in kleine hoeveelheden of met verlies wordt verkocht op de thuismarkt, wordt de normale waarde doorgaans berekend op basis van de productiekosten in het land van uitvoer plus een redelijk bedrag voor de verkoop-, algemene en administratieve kosten, en winst. Er gelden specifieke voorschriften voor economieën waar sprake is van aanzienlijke verstoringen.
Aanmerkelijke schade: aanzienlijke schade voor een bedrijfstak in de EU, bv. een verlies van marktaandeel, een verlaagd prijsniveau en/of een verminderde winstgevendheid.
Soortgelijk product: een product dat identiek is aan of sterk lijkt op het betrokken product.
Antidumpingmaatregelen: maatregelen die worden ingesteld op de invoer van producten die worden verkocht tegen een lagere prijs dan de normale waarde van het product, en die aanmerkelijke schade veroorzaakt voor EU-producenten.
Dumpingmarge: het verschil tussen de normale waarde en de prijs die dezelfde exporteur voor dat product op de EU-markt berekent (exportprijs).

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21-54)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2016/1036 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

GERELATEERD DOCUMENT

Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55-91)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 16.10.2020

Naar boven