Internationale regelingen voor het handelsverkeer: hoe de EU haar rechten kan handhaven

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2015/1843 — Internationale regelingen voor het handelsverkeer: hoe de EU haar rechten kan handhaven

SAMENVATTING

WAT DOET DEZE VERORDENING?

• In de verordening worden de procedures beschreven die bedrijfssectoren en landen in de EU kunnen volgen om EU-instellingen te verzoeken een onderzoek in te stellen naar vermeende, door derde landen opgeworpen handelsbarrières die in strijd zijn met de internationale regelingen voor het handelsverkeer.
• Het streven is om voor elke handelsbelemmering een oplossing te vinden en om schade (bijv. verminderde winstmarges op de Europese markt) en negatieve handelseffecten (bijv. economische verliezen op exportmarkten) ten gevolge van dergelijke barrières op te heffen.

KERNPUNTEN

Wie kunnen een klacht indienen?

Elke ingezetene van en elke onderneming en vereniging in de EU die meent schade te hebben geleden of met negatieve handelseffecten te maken te hebben gehad als gevolg van handelsbarrières kan een schriftelijke klacht bij de EU indienen. Ook EU-landen kunnen een klacht indienen. Voor de handelsbarrières en de schade of negatieve handelseffecten moet voldoende bewijsmateriaal zijn.

Klachtenprocedures

De klacht moet naar de Europese Commissie worden gestuurd. Als er onvoldoende bewijsmateriaal is om verder onderzoek te rechtvaardigen, moet de Commissie de klagers en EU-landen daarvan op de hoogte stellen. In het algemeen dient uiterlijk 45 dagen na indiening van de klacht een besluit te zijn genomen.

Procedure voor verder onderzoek

Als de Commissie vindt dat er voldoende bewijs voor schade is, kan zij tot verder onderzoek overgaan. Dit moet in het Publicatieblad van de EU worden meegedeeld. De Commissie kan aanvullende informatie inwinnen bij relevante partijen (bijv. de concurrenten van de klager) en onderzoek uitvoeren in derde landen.

De klagers, betrokken exporteurs en importeurs en EU-landen hebben het recht om alle informatie die aan de Commissie is gegeven te bekijken en om op de hoogte te worden gehouden van alle belangrijke feiten. De Commissie moet binnen vijf maanden verslag uitbrengen aan een adviescommissie die bestaat uit vertegenwoordigers van EU-landen (bij complexe gevallen binnen zeven maanden).

Beëindiging en schorsing

Als de Commissie op grond van het onderzoek besluit dat geen verdere actie nodig is, kan zij het onderzoek beëindigen. Als de Commissie van mening is dat de betrokken derde landen maatregelen tegen de vermeende handelsbarrières hebben genomen, kan zij de procedure schorsen.

Verdere actie om schade of handelsbarrières op te heffen

Als de Commissie tot de conclusie komt dat verdere actie nodig is om de schade en/of de betrokken handelsbarrière op te heffen, kan zij specifieke actie nemen. Mogelijke vormen van actie zijn:

• bij voorkeur een oplossing zoeken die zowel voor de EU als het derde land aanvaardbaar is;
• een procedure voor de beslechting van geschillen beginnen; dat kan een procedure van de Wereldhandelsorganisatie of een procedure in het kader van de relevante bilaterale handelsovereenkomst zijn;
• schorsing van de handelsconcessies die de relevante landen hebben;
• instelling of verhoging van de douanerechten op invoer;
• instelling van beperkingen op in- of uitvoer uit of naar het betrokken derde land.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is vanaf 5 november 2015 van toepassing.

ACHTERGROND

De pagina op de website van de Europese Commissie over onderzoek naar handelsbarrières

BESLUIT

Verordening (EU) 2015/1843 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot vaststelling van procedures van de Unie op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Unie ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld (codificatie) (PB L 272 van 16.10.2015, blz. 1-13)

Laatste bijwerking 14.03.2016