Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015L2203

    Veilige melkproteïnen voor consumptie door de mens

    Veilige melkproteïnen voor consumptie door de mens

    SAMENVATTING VAN:

    Richtlijn (EU) 2015/2203 inzake voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten

    SAMENVATTING

    WAT DOET DEZE RICHTLIJN?

    Met deze richtlijn worden de regels voor etikettering van caseïne voor menselijke voeding geactualiseerd en vereenvoudigd. Ze geeft levensmiddelenbedrijven de informatie die ze nodig hebben om consumentenproducten op de juiste manier te etiketteren. Dit is met name belangrijk om consumenten te helpen allergenen in hun levensmiddelen te identificeren.

    KERNPUNTEN

    Caseïne is, samen met wei, een van de belangrijkste proteïnen in melk. Het wordt gebruikt in de vervaardiging van kaas, als een klaringsmiddel om wijn te klaren en als een dieetsupplement. De onder de richtlijn vallende caseïnen zijn:

    • voedingszuurcaseïne: verkregen door het door middel van zuur neergeslagen stremsel van magere melk te wassen en te drogen;
    • voedingslebcaseïne: verkregen door het stremsel van magere melk te wassen en te drogen na een scheidingsproces waarin leb wordt gebruikt, een natuurlijke, in de magen van runderen aangemaakte stof;
    • voor menselijke voeding bestemde caseïnaat: verkregen na toevoeging van een neutraliserend middel aan caseïne (wat het zuurgehalte verandert), gevolgd door drogen. Kaliumhydroxide is zo'n neutraliserend middel en wordt gebruikt om eiwitten beter oplosbaar te maken voor gebruik bij het klaren van wijn.

    Etikettering

    De naam van het melkproduct (caseïne of caseïnaat) moet op alle verpakkingen worden vermeld. In geval van mengsels moet de volgende bewoording worden gebruikt: „mengsel van …” gevolgd door de benamingen van de verschillende producten waaruit het mengsel is samengesteld, in afnemende gewichtsvolgorde.

    Voor voor menselijke voeding bestemde caseïnaten moet tevens de benaming van het neutraliserende of andere middel worden vermeld.

    Het etiket moet ook het volgende bevatten:

    • het eiwitgehalte van mengsels die voor menselijke voeding bestemde caseïnaten bevatten;
    • het nettogewicht;
    • de naam en het adres van het levensmiddelenbedrijf of de invoerder indien het product afkomstig is van buiten de EU;
    • het land van oorsprong indien van buiten de EU;
    • de identificatiecode van de partij van de producten of de datum van productie.

    Als een alternatief kunnen deze gegevens worden opgenomen in een begeleidend document.

    EU-landen moeten de verkoop van deze melkproducten verbieden indien voornoemde gegevens niet op de etiketten zijn vermeld in een taal die gemakkelijk kan worden begrepen door de afnemers in het betreffende land.

    Normen

    In bijlagen bij de richtlijn zijn normen uiteengezet voor caseïnen en caseïnaten, zoals het minimale eiwitgehalte. Indien het minimumgehalte aan melkeiwitten wordt overschreden, kan dit op de verpakking worden vermeld. De bijlagen bevatten tevens de toegestane caseïneverwerkende stoffen en hulpstoffen, inclusief middelen die worden gebruikt voor de productie van caseïnaten.

    Intrekking

    De richtlijn strekt tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG met inwerkingtreding vanaf 22 december 2016.

    VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

    De richtlijn is vanaf 21 december 2015 van toepassing. EU-landen moeten deze omzetten in nationale wetgeving tegen 22 december 2016.

    BESLUIT

    Richtlijn (EU) 2015/2203 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 1-9)

    Laatste bijwerking 18.04.2016

    Naar boven