This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32013R0228
EU-steun voor landbouwers in de ultraperifere gebieden
Doelstellingen
De verordening heeft drie doelstellingen.
het waarborgen van de levering aan deze gebieden van producten die van essentieel belang zijn voor menselijke consumptie, voor de verwerking of als productiemiddel in de landbouw tegen een kostprijs die hun isolement compenseert.
de langetermijntoekomst en de langetermijnontwikkeling van de zogenoemde dierlijke en plantaardige diversificatiesectoren zeker stellen en ontwikkelen, met inbegrip van de productie, verwerking en afzet van lokale producten.
het behouden en verder versterken van het concurrentievermogen van traditionele landbouwactiviteiten.
In aanmerking komende gebieden
De gebieden die in aanmerking komen voor Posei-financiering zijn vastgesteld in artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Beheer en begroting van Posei-programma’s
Elke EU-lidstaat beslist over het passende geografische niveau waarop de programma’s worden vastgesteld.
Elk jaar zijn de volgende bedragen beschikbaar voor de drie lidstaten, zoals bedoeld in artikel 30, lid 2 en 3, van de verordening:
Specifieke voorzieningsregelingen
Maatregelen ten gunste van lokale landbouwproducten
Controles en sancties
Beschermende maatregelen tegen plagen van planten
Verordening (EU) nr. 2016/2031 strekt tot wijziging van Verordening (EU) nr. 228/2013, en vereist EU-financiering voor plaagbestrijdingsprogramma’s in de ultraperifere regio’s, die volgens Verordening (EU) nr. 652/2014 moeten worden ingevoerd. Deze werd vervolgens herroepen en vervangen door Verordening (EU) 2021/690 tot vaststelling van een programma voor de interne markt (zie samenvatting).
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 179/2014 houdende aanvulling van Verordening (EU) nr. 228/2013 betreffende:
De Europese Commissie heeft haar goedkeuring gegeven aan Uitvoeringsverordening (EU) nr. 180/2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 228/2013. De verordening bevat negen bijlagen en nauwkeurige regels inzake:
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/532, gewijzigd met Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2086 en (EU) 2021/238, voorziet in bepaalde afwijkingen van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 180/2014, om rekening te houden met de COVID-19-pandemie.
Intrekking
Verordening (EU) nr. 228/2013 strekt tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006.
De verordening is sinds 21 maart 2013 van toepassing.
Zie voor meer informatie:
Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 78, 20.3.2013, blz. 23-40)
Achtereenvolgende wijzigingen in Verordening (EU) nr. 228/2013 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 180/2014 van de Commissie van 20 februari 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 63, 4.3.2014, blz. 13–52)
Zie de geconsolideerde versie.
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 179/2014 van 6 november 2013 houdende aanvulling van Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het register van marktdeelnemers, het steunbedrag voor de afzet van producten buiten het productiegebied, het logo, de vrijstelling van invoerrechten voor bepaalde runderen en de financiering van bepaalde maatregelen in samenhang met specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 63, 4.3.2014, blz. 3–12)
Laatste bijwerking 07.12.2021