Betrouwbare benchmarking van milieuprestaties

Bouwen aan de eengemaakte markt voor groene producten is een initiatief van de Europese Commissie om het gebruik van groene producten en organisaties te stimuleren, met twee nieuwe methoden om het meten en het bekendmaken van milieuprestaties te verbeteren.

WET

Mededeling van de Europese Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Bouwen aan de eengemaakte markt voor groene producten - Betere informatie over de belasting van het milieu door producten en organisaties (COM(2013) 196 def. -- niet gepubliceerd in het Publicatieblad)

SAMENVATTING

Groene producten maken efficiënter gebruik van grondstoffen en veroorzaken minder milieuschade dan andere vergelijkbare producten. Ze komen de gemeenschap ook ten goede door een verhoging van de klantentevredenheid, het stimuleren van innovatie en de creatie van duurzame tewerkstelling. Als de economie van de EU efficiënter zou omspringen met grondstoffen zou dat tegen 2020 2,8 miljoen banen creëren.

Op wereldschaal wordt de markt voor groene producten en services op 4,2 miljard EUR geschat. Hoewel de EU één vijfde van die markt in handen heeft, maken groene producten toch maar een fractie van onze interne markt uit.

Bouwen aan de eengemaakte markt voor groene producten

Dit initiatief is bedoeld om het vrije verkeer van groene producten in de EU te stimuleren door potentiële obstakels te verwijderen, met name het gebrek aan een gemeenschappelijke definitie voor groene producten en organisaties. Een ander obstakel zijn de hoge kosten voor bedrijven die de talrijke voorschriften voor etikettering en controle willen naleven.

Hier introduceert de Europese Commissie twee methoden om de ambiguïteit (om nog maar niet te spreken van de sceptische houding van de consument) die vaak met zogenaamde groene producten wordt geassocieerd, weg te nemen. De milieuvoetafdruk van producten (Product Environmental Footprint - PEF) en de milieuvoetafdruk van organisaties (Organisation Environmental Footprint - OEF) zijn bedoeld om het meten en het bekendmaken van de milieuprestaties van groene producten te verbeteren.

PEF en OEF bieden meerdere voordelen in vergelijking met bestaande methoden. Dat omvat de duidelijke identificatie van de potentiële impact op het milieu waarvoor beoordeling is vereist in een uitgebreide levenscyclusbeoordeling (Life Cycle Assessment of LCA), naast verschillende vereisten op het vlak van gegevenskwaliteit.

Beide methoden worden voorzien van categorieregels (CR), waardoor het gemakkelijker wordt om producten of sectoren met elkaar te vergelijken door de aandacht te richten op slechts drie of vier aspecten van de impact op het milieu. Zo kan de PEFCR bijvoorbeeld worden gebruikt om één representatief detergent te maken. De producenten kunnen vervolgens de milieuprestaties van nieuw ontwikkelde detergenten daarmee vergelijken.

Betere communicatie

Naast genoemde twee methoden raadt de Commissie aan om de volgende principes te gebruiken bij de communicatie over de milieuprestaties van producten en organisaties:

• Transparantie
• Beschikbaarheid en toegankelijkheid
• Betrouwbaarheid
• Volledigheid
• Vergelijkbaarheid
• Duidelijkheid

De Commissie zal de twee methoden gedurende drie jaar testen en valideren en tegelijkertijd milieubenchmarks ontwikkelen voor elke methode. Ze zal tevens alternatieve methoden bekijken. De Commissie zal vervolgens het succes van het gebruik van PEF en OEF beoordelen, samen met de bijbehorende benchmarks, met het oog op de ontwikkeling van nieuwe tools en normen voor milieuprestaties.

GERELATEERDE BESLUITEN

Mededeling van de Europese Commissie van 20 september 2011 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa (COM(2011 )571 def. - niet gepubliceerd in het Publicatieblad)

Aanbeveling 2013/179/EU van de Commissie over het gebruik van gemeenschappelijke methoden voor het meten en bekendmaken van de milieuprestatie van producten en organisaties gedurende hun levenscyclus (Publicatieblad L 124 van 4.5.2013)

Laatste wijziging: 05.02.2014