Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31997R1255

    Welzijn van dieren tijdens vervoer — Regels betreffende halteplaatsen

    Welzijn van dieren tijdens vervoer — Regels betreffende halteplaatsen

    SAMENVATTING VAN:

    Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad betreffende de EU-criteria voor halteplaatsen en tot aanpassing van het reisschema voor het vervoer van dieren

    SAMENVATTING

    WAT DOET DEZE VERORDENING?

    De verordening stelt regels vast voor halteplaatsen waar dieren gedurende verplichte onderbrekingen tijdens langeafstandsvervoer binnen de EU ten minste 12 uur rusten. Deze zijn zo ontworpen dat ze voldoen aan optimale omstandigheden voor hun welzijn.

    KERNPUNTEN

    • De halteplaatsen moeten:
      • gelegen zijn in een gebied waar geen beperking geldt betreffende de gezondheid van dieren;
      • onder toezicht staan van een officiële dierenarts;
      • ten minste twee keer per jaar worden geïnspecteerd;
      • voldoen aan alle relevante EU-wetgeving op het gebied van diergezondheid;
      • voldoen aan specifieke maatregelen op het gebied van gezondheid en hygiëne, bouwvoorschriften en operationele bepalingen. Deze omvatten strooisel, materiaal voor het in- en uitladen en de behandeling van de dieren tijdens het verblijf.
    • Halteplaatsen mogen uitsluitend worden gebruikt om dieren onderweg op te vangen, te voederen, te drenken, te laten rusten, onder te brengen, te verzorgen en verder te zenden.
    • Op halteplaatsen mogen zich op hetzelfde ogenblik alleen dieren bevinden met dezelfde gecertificeerde gezondheidsstatus.
    • De bevoegde autoriteit erkent elke halteplaats en kent hieraan een nummer toe. Deze erkenning kan beperkt zijn tot een bepaalde soort of tot bepaalde categorieën dieren en hun gezondheidsstatus.
    • Eigenaren van halteplaatsen:
      • mogen alleen dieren toelaten die overeenkomstig de relevante EU-wetgeving zijn gecertificeerd en geïdentificeerd;
      • moeten ervoor zorgen dat de dieren tijdig worden verzorgd, gevoederd en gedrenkt;
      • moeten een beroep doen op een dierenarts indien dit nodig is voor het behandelen of verder zenden van een dier;
      • moeten personeel gebruiken dat de juiste opleiding heeft gehad en over de benodigde beroepsbekwaamheid beschikt;
      • moeten binnen één werkdag nadat een partij is vertrokken de bevoegde autoriteiten in kennis stellen;
      • moeten de bevoegde autoriteit zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van eventuele onregelmatigheden.
    • Een EU-land moet het gebruik van een halteplaats stopzetten in geval van ernstige overtredingen van regelgeving op het gebied van diergezondheid of -welzijn. Het land stelt de Europese Commissie en andere EU-landen in kennis.
    • Alvorens de dieren de halteplaatsen verlaten, bevestigt een officiële dierenarts dat de dieren geschikt zijn voor verder vervoer.

    VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

    De verordening is vanaf 1 januari 1999 van toepassing.

    ACHTERGROND

    Het Verdrag van Lissabon, dat in werking is getreden op 1 december 2009, erkent dat dieren gevoelige wezens zijn. Daarom moet in EU-beleid rekening worden gehouden met de eisen inzake hun welzijn.

    De EU heeft aparte wetgeving aangenomen betreffende:

    Voor meer informatie, zie „Dierenwelzijn — De belangrijkste resultaten” („Animal welfare — Main achievements”) op de website van de Europese Commissie.

    BESLUIT

    Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad van 25 juni 1997 betreffende de communautaire criteria voor halteplaatsen en tot aanpassing van het in Richtlijn 91/628/EEG bedoelde reisschema (PB L 174 van 2.7.1997, blz. 1-6)

    Achtereenvolgende wijzigingen in Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad zijn in de oorspronkelijke tekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie heeft uitsluitend documentaire waarde.

    GERELATEERDE BESLUITEN

    Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1-44)

    Besluit 2004/544/EG van de Raad van 21 juni 2004 betreffende de ondertekening van de Europese Overeenkomst inzake de bescherming van dieren tijdens internationaal vervoer (PB L 241 van 13.7.2004, blz. 21)

    Laatste bijwerking 11.04.2016

    Naar boven