Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

EU-richtsnoeren inzake mensenrechtendialogen met niet-EU-landen

EU-richtsnoeren inzake mensenrechtendialogen met niet-EU-landen

SAMENVATTING VAN:

Mensenrechtendialogen met niet-EU-landen — richtsnoeren

SAMENVATTING

WAT DOEN DEZE RICHTSNOEREN?

In deze richtsnoeren wordt de EU-aanpak voor het opstarten en voeren van mensenrechtendialogen met niet-EU-landen opgesteld. Dergelijke dialogen moeten mensenrechtenkwesties op alle gebieden van het externe beleid van de EU reguleren.

KERNPUNTEN

  • De EU voert mensenrechtendialogen met meer dan 40 niet-EU-landen. Sommige dialogen hebben een algemeen karakter gebaseerd op verdragen, overeenkomsten en akkoorden, terwijl andere gestructureerd zijn en zich uitsluitend richten op mensenrechten. Er zijn ook ad-hocdialogen die onderwerpen beslaan met betrekking tot het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en dialogen in het kader van een bijzondere relatie op basis van breed gedeelde standpunten.
  • De doelstellingen van dergelijke dialogen worden per geval gedefinieerd. De doelstellingen kunnen bestaan uit discussies en samenwerking inzake mensenrechtenkwesties in multinationale organisaties, zoals de VN, of het verzamelen van informatie over en het vastleggen van bezorgdheid over mensenrechtenkwesties.
  • Prioritaire thema's binnen mensenrechtendialogen zijn: de invoering van internationale mensenrechteninstrumenten; bestrijding van de doodstraf, foltering en andere wrede behandeling, en alle vormen van discriminatie; rechten van kinderen (met name in gewapende conflicten); rechten van vrouwen; vrijheid van meningsuiting; de rol van het maatschappelijk middenveld en de bescherming van mensenrechtenactivisten; internationale samenwerking op het gebied van internationaal recht (vooral met het Internationaal Strafhof); de bevordering van democratisering en goed bestuur; en conflictpreventie en de rechtsstaat.
  • De beslissing om een mensenrechtendialoog op te starten met een niet-EU-land wordt genomen door de Raad, waarbij de Werkgroep rechten van de mens (Working Group on Human Rights — COHOM) een hoofdrol speelt. Voor een beslissing is er eerst een beoordeling nodig op basis van verslagen over de mensenrechtensituatie in het betrokken land. Bij de beoordeling wordt er rekening gehouden met verschillende factoren (bijv. de houding van de regering van het betrokken land ten opzichte van mensenrechten en het maatschappelijk middenveld).
  • Waar en hoe vaak een dialoog wordt gehouden en het vertegenwoordigingsniveau daarvan wordt per geval bepaald. De dialoog wordt gewoonlijk in het betrokken land gevoerd (of in Brussel als het belangrijkste doel erin bestaat om kwesties van wederzijds belang te bespreken of samenwerking te versterken) en duurt ten minste een volledige dag.
  • Tijdens de dialoog kan de EU het niet-EU-land wijzen op individuele gevallen samen met een verzoek om reactie en om vrijlating van een persoon die wordt vastgehouden. Aan het eind van de dialoog kan de EU, onafhankelijk of gezamenlijk met het betrokken niet-EU-land, een persbericht publiceren.
  • Alle mensenrechtendialogen met niet-EU-landen moeten om het jaar worden beoordeeld, waarbij rekening wordt gehouden met hoe goed de doelstellingen zijn verwezenlijkt. Voortuitgang op prioritaire gebieden van de dialoog en in welke mate EU-activiteiten hebben bijgedragen aan deze vooruitgang worden eveneens onderzocht. Afhankelijk van de beoordeling die door de het Voorzitterschap van de EU met behulp van COHOM wordt gemaakt, wordt de dialoog voortgezet of beëindigd.

ACHTERGROND

EU-mensenrechtendialogen

BESLUIT

EU-richtsnoeren inzake mensenrechtendialogen met derde landen — Actualisering

Laatste bijwerking 20.10.2015

Top