Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Bevordering van de mensenrechten en de democratisering in derde landen

Legal status of the document This summary has been archived and will not be updated, because the summarised document is no longer in force or does not reflect the current situation.

Bevordering van de mensenrechten en de democratisering in derde landen

Deze mededeling stelt een nieuwe strategie voor op het gebied van de bevordering van de mensenrechten en de democratie in de buitenlandse betrekkingen van de Europese Unie (EU). Deze kwesties moeten prioriteit krijgen in het buitenlandse optreden van de EU en moeten in het Europese beleid en de Europese programma's en projecten geïntegreerd worden, zodat op dit gebied een coherenter beleid wordt gevoerd.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 8 mei 2001 - Rol van de Europese Unie bij de bevordering van de mensenrechten en de democratisering in derde landen [COM(2001) 252 def. - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

De bescherming van de mensenrechten, de bevordering van een pluralistische democratie en de consolidatie van de rechtsstaat maken niet alleen deel uit van de fundamentele doelstellingen van de EU, maar ook van de belangrijke beginselen voor haar buitenlandse betrekkingen. Ook de kandidaat-lidstaten moeten deze beginselen in acht nemen (artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie) en de bevordering van deze beginselen is in alle vormen van samenwerking met derde landen opgenomen, waaronder ontwikkelingssamenwerking [artikel 181 A van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG)]. Ook het Handvest van de grondrechten is een leidraad voor het binnen- en buitenlandse optreden van de EU op het gebied van mensenrechten, wat de samenhang van haar optreden versterkt.

Op internationaal niveau speelt de EU een belangrijke rol in de bevordering van de mensenrechten en de democratie door middel van diplomatieke betrekkingen, handelsinstrumenten, financiële samenwerking en ontwikkelingshulp. De mededeling stelt een nieuwe globale strategie voor het beheer van al deze instrumenten voor, waarin veel aandacht wordt besteed aan de rol die de communautaire buitenlandse hulp in de bevordering van deze waarden kan spelen. Daarnaast is in 2000 een nieuw kader voor de tenuitvoerlegging van het communautair ontwikkelingsbeleid vastgesteld, met de goedkeuring van de verklaring over dit beleid (die in 2006 vervangen is door de " consensus betreffende het ontwikkelingsbeleid ") en de hervorming van het beheer van de buitenlandse hulp. De nieuwe strategie wil het buitenlandse beleid op het gebied van de mensenrechten en de democratisering in dit nieuwe kader integreren.

Een meer coherente aanpak

Mensenrechten en democratisering vormen een uitgebreid thema dat verschillende domeinen bestrijkt, zoals het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), financiële samenwerking, handel en immigratie. Het is dan ook van belang dat de inspanningen van de EG gecoördineerd worden met die van de EU en de lidstaten teneinde synergie te bereiken en een coherent beleid te waarborgen.

Het Europees Parlement (EP) hecht veel belang aan dit gebied, wat blijkt uit zijn steun voor de ontwikkeling van democratische parlementaire instellingen in derde landen en uit zijn werkzaamheden met niet-gouvernementele organisaties (ngo's). Zijn samenwerking met de Commissie is reeds ver gevorderd op het vlak van verkiezingsondersteuning en -waarneming. De gedachtewisselingen en de samenwerking tussen deze twee instellingen op het gebied van de programmering van de buitenlandse hulp moeten echter worden verdiept.

De Commissie speelt een belangrijke rol in de coördinatie van het beleid en de programma's op het gebied van de mensenrechten, met name via haar delegaties, die moeten zorgen voor een uitwisseling van informatie tussen de EG en de lidstaten. De Commissie moet er in het bijzonder op toezien dat op alle beleidsterreinen rekening wordt gehouden met de aspecten die door het Handvest van de grondrechten worden bestreken, met name justitie en binnenlandse zaken, sociaal beleid en milieu. Op het gebied van handel en investeringen werkt de Commissie nauw samen met het EP en de sociale partners opdat in derde landen gezorgd wordt voor een duurzame en eerlijke sociaal-economische ontwikkeling.

Integratie van de mensenrechten in de dialoog en de samenwerking

Om de eerbiediging van de mensenrechten en de democratie te integreren in de uitstippeling van alle buitenlands beleid van de EU, moeten deze beginselen worden opgenomen in de dialoog met de partnerlanden en in de communautaire hulpprogramma's.

In de dialoog met derde landen is het van belang een constructief en positief partnerschap te hebben met de regeringen. Op basis van deze benadering wordt sedert 1992 de clausule "essentiële elementen" in alle akkoorden met derde landen opgenomen. Op basis van deze clausule vormt de eerbiediging van de democratische beginselen en de fundamentele rechten, vastgelegd in de Universele verklaring van de rechten van de mens, een "essentieel element" van het akkoord. Doel van de clausule is het ondersteunen van democratie en mensenrechten in deze landen, het bevorderen van toetreding, ratificatie en implementatie van internationale mensenrechteninstrumenten alsmede het voorkomen van crisissituaties door het creëren van coherente betrekkingen op lange termijn.

Deze dialoog mag trouwens niet tot overheidsinstanties worden beperkt, maar moet ook worden aangegaan met het maatschappelijk middenveld en de ngo's, zowel ter plaatse als in Brussel.

Communautaire hulpprogramma's: de bevordering van de mensenrechten en de democratisering is een van de samenwerkingsgebieden die voor de periode 2000-2006 zijn opgenomen in programma's als Phare, Tacis en MEDA (die voor de periode 2007-2013 vervangen zijn door het pretoetredingsinstrument, het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking en het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument). De Overeenkomst van Cotonou, die gesloten is met de landen van Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan (ACS), is daarin nog verder gegaan door de toewijzing van een deel van de middelen van het Europees Ontwikkelingsfonds te doen afhangen van het engagement van de begunstigde landen voor institutionele hervormingen op verschillende gebieden die met governance verband houden, met inbegrip van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat (governance-initiatief).

Daarentegen wordt humanitaire hulp niet gekoppeld aan het feit of het begunstigde land de mensenrechten eerbiedigt, omdat deze hulp wordt verstrekt om menselijk lijden te verlichten, uitsluitend op basis van de behoeften van de slachtoffers. De verstrekte hulp mag de situatie in het begunstigde land echter niet verslechteren en derhalve moet worden nagegaan in welke mate humanitaire projecten gevolgen zullen hebben voor de situatie op het vlak van de mensenrechten in het betrokken land.

Een meer strategische benadering voor het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten (EIDHR)

Het EIDHR (EN) (FR) (dat voor de periode 2007-2013 vervangen is door het financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld) ondersteunt de maatregelen op het gebied van democratie en mensenrechten in samenwerking met de ngo's en de internationale organisaties, door aan de communautaire programma's en het GBVB een toegevoegde waarde te bieden. De strategieën voor het EIDHR moeten worden gebaseerd op thematische prioriteiten en concentratielanden en moeten zorgen voor voldoende budgettaire flexibiliteit om te reageren op dringende, onvoorziene noodsituaties. Hierdoor kan een langetermijnbenadering tot stand komen die het effect van het EIDHR vergroot.

Bovendien moet de samenwerking met andere actoren op internationaal vlak, zoals de Verenigde Naties, de Raad van Europa (DE) (EN) (FR), het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRK) (ES) (EN) (FR), en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) (EN), doeltreffender verlopen, met name op basis van het comparatief voordeel van deze organisaties en de prioriteiten van het EIDHR.

Oprichten van een Europees Mensenrechtenbureau?

In de conclusies van de Europese Raad van juni 1999 werd de vraag gesteld of het opportuun zou zijn om een Europees Mensenrechtenbureau op te richten. In de mededeling wordt geconcludeerd dat er geen behoefte bestaat aan een dergelijk bureau. Van de eerste optie, een informatie- en consultatiebureau, is men afgestapt nadat men tot de conclusie was gekomen dat de EU reeds over voldoende informatie- en adviesbronnen beschikt. De tweede optie, waarbij de tenuitvoerlegging wordt geëxternaliseerd, wordt niet verenigbaar geacht met het primaire doel van het EIDHR, namelijk de complementariteit van de belangrijkste steunprogramma's.

See also

Voor meer over het mensenrechtenbeleid van de EU, zie:

Europese Dienst voor extern optreden

de website van de Raad: beleid van de EU op het gebied van de mensenrechten

de jaarverslagen over de mensenrechten.

Laatste wijziging: 31.01.2008

Top