Garantiefonds
SAMENVATTING VAN:
Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 tot instelling van een Garantiefonds
WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?
- In deze verordening worden de regels voor het EU-Garantiefonds vastgesteld.
- Dit Fonds heeft als doel de EU-begroting te beschermen tegen de begrotingsrisico’s verbonden aan leningen, en aan de garanties op leningen, aan niet-EU-landen of ten behoeve van projecten die in deze landen worden uitgevoerd.
KERNPUNTEN
- Als gevolg van haar leningen aan niet-EU-landen en garanties op leningen voor het financieren van investeringsactiviteiten in deze landen, staat de EU bloot aan aanzienlijke financiële risico’s.
- In deze verordening wordt beschreven hoe het EU-Garantiefonds werkt en wordt bepaald hoe het zijn middelen ontvangt en wat de regels voor het beheer ervan zijn.
Opdracht
De opdracht van het Garantiefonds bestaat erin om de crediteuren van de EU uit te betalen indien de nemer van een van de volgende instrumenten in gebreke blijft:
- een door de EU toegekende of gegarandeerde lening;
- een door de Europese Investeringsbank (EIB) verstrekte leninggarantie waarvoor de EU optreedt als garant.
Bovendien dekt het Fonds enkel leningen en garanties die een niet-EU-land ten goede komen of die dienen ter financiering van projecten in een niet-EU-land.
Beheer en toegewezen middelen
De Europese Commissie vertrouwt het financiële beheer van het Fonds, in het kader van een mandaat namens de EU, toe aan de EIB. Het Fonds ontvangt zijn middelen uit:
- de mogelijkheid van een jaarlijkse overmaking uit de begroting van de EU (indien nodig);
- rente over de belegging van de beschikbare middelen van het Fonds;
- nabetalingen door in gebreke gebleven debiteuren.
De verordening is gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/409 waarbij een vierde bron van middelen werd toegevoegd: inkomsten uit risicopremies* die zijn gegenereerd in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB die door de EU tegen een vergoeding worden gegarandeerd.
Streefbedrag en jaarlijkse overdracht
- Het streefbedrag verwijst naar de middelen die het Fonds nodig heeft om zijn opdracht te kunnen uitvoeren. Het streefbedrag van het Fonds wordt vastgesteld op 9 % van het totale uitstaande bedrag in hoofdsom van de verplichtingen* van de EU die voortvloeien uit elke lening- of garantieoperatie, vermeerderd met de verschuldigde en niet-betaalde rente.
- Bij Verordening (EU) 2018/409 werd een wijziging ingevoerd waardoor, wanneer het bedrag van het Fonds het uitstaande bedrag in hoofdsom van het totaal van de verplichtingen van de EU met meer dan 10 % overschrijdt, het surplus naar de algemene begroting van de EU moet worden teruggeboekt. Dit is bedoeld om de algemene begroting van de EU beter te beschermen tegen mogelijke extra wanbetalingsrisico’s van de EIB-financieringsverrichtingen om migratiekwesties op de lange termijn aan te pakken.
- De jaarlijkse overdracht van de EU-begroting naar het Fonds wordt berekend door het streefbedrag toe te passen op het nog uitstaande bedrag van toegekende en gegarandeerde leningen. Het verschil tussen het streefbedrag en de werkelijke waarde van de activa van het Fonds wordt uit de algemene begroting van de EU aan het Fonds overgemaakt, of van het Fonds aan de EU-begroting indien er sprake is van een surplus in het Fonds.
- Het voorzieningsbedrag* wordt bij het begin van boekjaar „n” berekend op basis van tijdens het voorgaande boekjaar („n-1”) toegekende en gegarandeerde leningen. Het bedrag dat op deze manier wordt berekend, wordt opgenomen in de begroting van jaar n+1. Er verstrijkt bijgevolg een termijn van ongeveer twee jaar tussen het moment waarop de bedragen verschuldigd worden en de eigenlijke voorziening van het Fonds.
Verslaglegging
Verplichtingen van de Commissie:
- uiterlijk op 30 juni 2019 een onafhankelijke externe evaluatie indienen over de voor- en nadelen van het belasten van de Commissie, de EIB of een combinatie van beide, met het financieel beheer van de activa van het Fonds en van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling;
- elk jaar een verslag indienen met daarin een overzicht van de financiële positie en informatie over het functioneren van het Fonds aan het eind van het voorgaande kalenderjaar, met inbegrip van gedetailleerde informatie over uitstaande bedragen in hoofdsom van gegarandeerde leningen of de activa van het Fonds tijdens het voorgaande kalenderjaar, naast conclusies en getrokken lering. Dit verslag moet informatie bevatten over het financieel beheer, de prestaties en het risico van het Fonds aan het eind van het vorige kalenderjaar. Vanaf 2019 en vervolgens om de drie jaar moet het verslag een evaluatie bevatten van de toereikendheid van het streefbedrag van 9 % en de drempel van 10 % voor het Fonds.
VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?
Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 is van toepassing sinds 30 juni 2009.
Wijzigingsverordening (EU) 2018/409 is van toepassing sinds 8 april 2018.
ACHTERGROND
Zie voor meer informatie:
KERNBEGRIPPEN
Inkomsten uit risicopremies: een risicopremie is het door een belegger ontvangen rendement boven de geschatte risicovrije rente (d.w.z. het rendement op een in theorie risicoloze belegging zoals een overheidsobligatie). Als het geschatte rendement op een belegging bijvoorbeeld 12 % is en de risicovrije rente 2 % bedraagt, is de risicopremie 10 %.
Uitstaand bedrag in hoofdsom van de verplichtingen: kapitaal dat is uitgeleend, maar niet terugbetaald.
Voorzieningsbedrag: een bedrag dat voor toekomstige schulden is gereserveerd.
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (Gecodificeerde versie) (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10-14)
Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 zijn in het oorspronkelijke document verwerkt. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
GERELATEERD DOCUMENT
Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende het Garantiefonds en het beheer ervan in 2015 (COM(2016) 439 final van 5 juli 2016)
Laatste bijwerking 25.10.2019