This document is an excerpt from the EUR-Lex website
A new framework for electronic communications services
Een nieuw kader voor de elektronische communicatiediensten
Een nieuw kader voor de elektronische communicatiediensten
This summary has been archived and will not be updated, because the summarised document is no longer in force or does not reflect the current situation.
Een nieuw kader voor de elektronische communicatiediensten
1) DOELSTELLING
Een evaluatie maken van de EU-regelgeving op telecommunicatiegebied voorstellen doen voor de belangrijkste elementen van een nieuw kader voor communicatie-infrastructuur en bijbehorende diensten.
2) MAATREGEL
Mededeling van de Commissie aan de Raad, aan het Europees Parlement, aan het Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de regio's. Naar een nieuw regelgevingskader voor elektronische communicatie-infrastructuur en bijbehorende diensten. Herziening van de communicatieregelgeving 1999 [COM(1999) 539 def. 10.11.1999 - Niet verschenen in het Publicatieblad].
3) samenvatting
De liberalisering van de Europese telecommunicatiemarkt heeft op 1 januari 1998 haar hoogtepunt bereikt met de volledige liberalisering van alle telecommunicatienetwerken en -diensten in praktisch alle EU-lidstaten. De ontwikkelingen op het gebied van technologie, innovatie van het dienstenpakket, prijsdalingen en kwaliteitsverbeteringen ten gevolge van de invoering van concurrentie hebben de grondslag gelegd voor de overgang van Europa naar de informatiemaatschappij. De convergentie van de sectoren telecommunicatie, omroep en informatietechnologie brengt een ingrijpende verandering van de communicatiemarkt met zich mee. Dit geldt met name voor de convergentie van de vaste, mobiele, terrestrische en satellietcommunicatie en van communicatie- en plaatsbepalings- en positioneringssystemen. Wat de communicatie-infrastructuur en bijbehorende diensten betreft, raakt de traditionele scheiding van de regelgeving tussen deze sectoren steeds meer achterhaald en is een samenhangend regelgevingsstelsel vereist.
Tegen deze achtergrond wordt in deze mededeling een evaluatie gemaakt van het huidige regelgevingskader voor de communicatiesector, waarbij wordt ingegaan op de in de raadpleging inzake de convergentie gebleken behoefte van een meer horizontale aanpak van de regelgeving voor de communicatie-infrastructuur. In de mededeling wordt ook voortgebouwd op de essentiële ideeën die bijvoorbeeld naar voren zijn gekomen bij de raadpleging betreffende het groenboek over het radiospectrumbeleid, op het verslag over de ontwikkeling van de markt voor digitale televisie in de Europese Unie en op het vijfde verslag over de tenuitvoerlegging van het pakket telecommunicatieregelgeving.
Vijf uitgangspunten vormen de grondslag voor het nieuwe regelgevingskader en zullen de regelgevingsactiviteiten op Gemeenschaps- en nationaal niveau sturen. De toekomstige regelgeving dient:
Uitgaande van deze vijf beginselen is de Commissie voornemens het nieuwe regelgevingskader als volgt te structureren:
Tegelijkertijd worden de op artikel 86 van het Verdrag gebaseerde richtlijnen vereenvoudigd en gecodificeerd in de vorm van één enkele juridische norm.
Uitgaande van deze algemene beginselen worden in deze mededeling de voorlopige standpunten van de Commissie op elk van deze terreinen uiteengezet en wordt alle betrokken partijen gevraagd om vóór 15 februari 2000 hun mening kenbaar te maken. Op basis van de ontvangen reacties zal de Commissie in de eerste helft van 2000 met voorstellen komen voor de aanpassing van het huidige kader.
Wat de bindende sectorspecifieke communautaire maatregelen betreft, behelst het toekomstig regelgevingskader de uitwerking van een nieuwe kaderrichtlijn waarin onder meer:
De kaderrichtlijn zal vergezeld gaan van vier specifieke richtlijnen, gebaseerd op artikel 95 van het Verdrag:
Wat de mededingingsregels betreft, die zullen voor deze sector steeds belangrijker worden totdat ze in wezen de sectorale regelgeving zullen vervangen zodra de concurrentie op de markt definitief een feit is geworden.
In deze mededeling worden ook belangrijke wijzigingen voorgesteld van de bestaande wetgeving, waardoor het mogelijk moet worden de problemen waarvoor het nieuwe regelgevingskader geplaatst is, aan te pakken.
Deze wijzigingen hebben betrekking op de volgende kwesties:
Vergunningen en machtigingen
De Commissie beklemtoont dat het noodzakelijk is de administratieve belemmeringen voor markttoegang te verkleinen om zo te kunnen komen tot een concurrerende Europese markt voor de telecommunicatiediensten.
Zij stelt meer bepaald voor om:
Toegang en interconnectie
In de communautaire wetgeving is "toegang" een algemeen concept waaronder alle vormen van toegang tot openbaar beschikbare netwerken en diensten vallen, terwijl "interconnectie" betrekking heeft op de fysieke en logische onderlinge verbinding van netwerken. De regels voor toegang en interconnectie garanderen interoperabiliteit en zijn van wezenlijk belang om het mogelijk te maken dat concurrentie tot stand komt. De Commissie erkent het kritieke belang van de levering van toegangs- en interconnectiediensten voor de ontwikkeling van een concurrerende Europese markt en stelt bijgevolg voor:
Beheer van het radiospectrum
Gezien de grote omvang van met elkaar concurrerende vraag naar radiospectrum (es de en fr), niet alleen voor telecommunicatie maar ook voor andere toepassingen zoals vervoer, openbare veiligheid, omroep en O&O, stuiten de huidige methoden van indeling en toewijzing steeds meer op problemen bij het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod. Gezien het belang van radiospectrum voor de ontwikkeling van nieuwe en innovatieve diensten als onderdeel van een concurrerende Europese markt voor communicatiediensten, is de Commissie van mening dat:
Universele dienst
Het bestaande regelgevingskader bepaalt dat de NRI's de netwerkexploitanten moeten verplichten ervoor te zorgen dat een gedefinieerd minimumpakket van diensten van een gedefinieerde kwaliteit voor allen beschikbaar is, onafhankelijk van de geografische locatie en voor een betaalbare prijs. De universele dienst, zoals thans gedefinieerd in de communautaire wetgeving, omvat de levering van spraaktelefonie, fax en spraakband-datatransmissie over modems (d.w.z. toegang tot het internet).
De Commissie erkent het belang van de universele dienst en stelt daarom onder meer voor:
De belangen van de gebruiker en de consument
Het huidige regelgevingskader bevat een aantal bepalingen die de belangen van gebruiker en consument in het algemeen moeten beschermen. Daarnaast zijn er op EU-niveau nog een aantal horizontale richtlijnen op het gebied van consumentenbescherming die voor alle sectoren, ook de telecommunicatiesector, gelden. Op dit gebied stelt de Commissie het volgende voor:
Nummering, naamgeving en adressering
De huidige communautaire wetgeving geeft de aanzet tot een geharmoniseerde aanpak van nummering, naamgeving en adressering en benadrukt hoe belangrijk het is om in heel Europa eind-tot-eindverbindingen tussen gebruikers, alsmede interoperabiliteit van diensten te garanderen. In die context stelt de Commissie het volgende voor:
Specifieke kwesties op concurrentiegebied
Sectorspecifieke regelgeving in combinatie met de toepassing van concurrentieregels vergemakkelijkt de toegang tot de markt waarop de gevestigde exploitanten nog steeds een sterke positie hebben en zorgt ervoor dat nieuwe marktdeelnemers daadwerkelijk kunnen concurreren. Het is dus van fundamenteel belang het juiste evenwicht te vinden tussen sectorspecifieke regelgeving en de concurrentieregels. Meer bepaald zouden in de sectorspecifieke regelgeving meer concurrentierechtsconcepten, zoals het in artikel 82 van het Verdrag genoemde begrip "machtspositie", moeten worden gehanteerd om bijvoorbeeld de verplichtingen inzake kostenoriëntatie en niet-discriminatie op te leggen.
Institutionele kwesties
In het in deze mededeling voorgestelde regelgevingsmodel wordt duidelijk in toenemende mate besluitvorming aan NRI's gedelegeerd teneinde ervoor te zorgen dat de kaderregeling zo dicht mogelijk bij de markt in de lidstaten ten uitvoer wordt gelegd. Dit model heeft echter een tegenwicht nodig in de vorm van betere coördinatie van de besluitvorming en de standpunten van de NRI's op Europees niveau.
De Commissie stelt daarom voor:
4) toepassingsmaatregelen van de commissie
Mededeling - COM(2000) 239 def.
Mededeling van de Commissie betreffende de resultaten van de openbare raadpleging over de herziening van de communicatiewetgeving 1999 en uitgangspunten voor het nieuwe regelgevingskader
Uit de raadpleging bleek dat er over sommige beleidsvoorstellen een grote mate van overeenstemming bestaat, terwijl over andere de meningen uiteenlopen. De grote meerderheid van de respondenten staat positief ten aanzien van de volgende voorstellen:
Op de volgende gebieden lopen de meningen uiteen:
Op basis van al die elementen gaat de Commissie in de loop van juni 2000 vijf nieuwe richtlijnen indienen, namelijk een kaderrichtlijn samen met vier specifieke richtlijnen met betrekking tot vergunningen en machtigingen, toegang en interconnectie, rechten van gebruikers en consumenten inzake universele dienstverlening, en gegevensbescherming. De voornaamste overwegingen waardoor de Commissie zich zal laten leiden, zijn:
5) verdere werkzaamheden
Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) [Publicatieblad L 201 van 31 juli 2002];
Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn) [Publicatieblad L 108 van 24.04.2002];
Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Machtigingsrichtlijn)[Publicatieblad L 108 van 24.04.2002];
Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn) [Publicatieblad L 108 van 24.04.2002];
Richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn) [Publicatieblad L 108 van 24.04.2002];
Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (Radiospectrumbeschikking) [Publicatieblad L 108 van 24.04.2002].
Laatste wijziging: 02.12.2003