Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Europees onderzoek over taalvaardigheden

Europees onderzoek over taalvaardigheden

 

SAMENVATTING VAN:

Mededeling (COM(2007) 184 definitief) — Kader voor het Europese onderzoek over taalvaardigheden

WAT IS HET DOEL VAN DEZE MEDEDELING?

In deze mededeling wordt een Europees onderzoek voorgesteld dat is bedoeld om de EU-landen, beleidsmakers, leerkrachten en praktijkmensen te voorzien van betrouwbare en vergelijkbare gegevens over de vaardigheden in vreemde talen in de Europese Unie (EU).

KERNPUNTEN

Te toetsen vaardigheden en talen

  • In een eerste ronde worden de lees-, luister- en schrijfvaardigheid getoetst, met de bedoeling de algemene vaardigheden in de twee meest onderwezen vreemde talen in elk EU-land te testen, van de meest onderwezen officiële EU-talen, namelijk Engels, Frans, Duits, Spaans en Italiaans. Spreekvaardigheid wordt opgenomen in de volgende ronden van het onderzoek.
  • Toetsen in andere talen kunnen in de eerste ronde van het onderzoek als nationale optie worden opgenomen.

Vaardigheidsniveauschaal

Het onderzoek moet gebaseerd zijn op een instrument dat de taalvaardigheidsniveaus oplopend van niveau A1, het eerste niveau of basisniveau, tot niveau B2, een tussenliggend niveau, meet op de schaal van het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen.

Contextuele informatie

  • Via een vragenlijst voor leerlingen, leraren, schoolhoofden en regeringen wordt achtergrondinformatie verzameld waarmee een analyse kan worden gemaakt van mogelijke factoren die de taalvaardigheden van leerlingen kunnen beïnvloeden, zoals sociaaleconomische factoren en eventuele migrantenstatus.
  • Andere belangrijke achtergrondinformatie is o.a. of het leren van de vreemde taal verplicht of vrijwillig gebeurt, of de leerkracht een formele opleiding tot leraar in vreemde talen heeft genoten of een moedertaalspreker is, of leerlingen gegroepeerd zijn naar hun vaardigheden, en het geslacht van de leerlingen.

Te testen populatie

De doelgroepen bestaan uit leerlingen uit het laatste jaar van het lager secundair onderwijs (ISCED-2) of, indien op dat niveau geen tweede vreemde taal wordt onderwezen, het tweede jaar van het hoger secundair onderwijs (ISCED-3).

Testinstrumenten

Er worden zowel computergesteunde toetsen als toetsen met pen en papier ter beschikking gesteld. Het computergesteunde testinstrument wordt aan landen beschikbaar gesteld zodat zij het kunnen aanpassen aan de nationale behoeften buiten het onderzoek om, en moet dus op basis van openbronsoftware worden ontwikkeld.

Uitvoeringskosten

De nationale kosten van de uitvoering van het onderzoek zijn afhankelijk van de uiteindelijke opzet ervan. De internationale kosten van het onderzoek worden gedragen door de EU in het kader van het programma voor een leven lang leren (2007-2013) en betreffen de ontwikkeling en coördinatie van de toetsen, de selectie van de steekproef en de steekproefmethoden, en de analyse- en rapportageresultaten.

Uitvoering van het onderzoek

  • De deelnemende EU-landen zorgen ervoor dat de nodige organisatiestructuren beschikbaar zijn voor de uitvoering van het onderzoek.
  • De Commissie verzamelt de gegevens, analyseert ze en stelt de eindresultaten op. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de Adviesraad voor de Europese indicator van het taalvermogen en de EU-landen.

ACHTERGROND

De kennis van vreemde talen staat hoog op de onderwijsagenda van de EU met het „Erasmus+”-programma en de ET 2020-strategie voor samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding.

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Mededeling van de Commissie aan de Raad — Kader voor het Europese onderzoek over taalvaardigheden (COM(2007) 184 definitiefvan 13.4.2007)

Laatste bijwerking 21.11.2016

Top