EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan

Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan

 

SAMENVATTING VAN:

Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (SIOFA)

Besluit 2006/496/EG — de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan

WAT IS HET DOEL VAN DE OVEREENKOMST EN HET BESLUIT?

De Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (SIOFA) heeft tot doel:

  • de instandhouding op lange termijn en het duurzame gebruik van de visbestanden in de zone te garanderen door samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen*;
  • de duurzame ontwikkeling van de visserij in de zone te bevorderen;
  • rekening te houden met de behoeften van de ontwikkelingslanden die aan de zone grenzen, en met name van de minst ontwikkelde landen en kleine eilandstaten.

Met Besluit 2006/496/EG wordt de overeenkomst goedgekeurd.

KERNPUNTEN

De overeenkomst heeft betrekking op de internationale wateren tussen Oost-Afrika en West-Australië (globaal genomen ten zuiden van 10 graden noorderbreedte en ten noorden van 60 graden zuiderbreedte, met uitzondering van alle wateren onder nationale rechtsmacht). De visbestanden binnen de werkingssfeer van de overeenkomst zijn allemaal bestanden van vis, weekdieren, schaaldieren en andere sedentaire soorten in de zone, maar met uitzondering van sedentaire soorten die onder de visserijrechtsmacht van de kuststaten vallen en over grote afstanden trekkende soorten.

De overeenkomst staat open voor deelname van visserijlichamen waarvan vaartuigen hebben gevist of de bedoeling hebben te vissen op SIOFA-visbestanden in de zone.

De overeenkomstsluitende partijen en deelnemende visserijlichamen passen de volgende beginselen toe:

  • op basis van de beste wetenschappelijke gegevens die beschikbaar zijn, maatregelen nemen om de instandhouding op lange termijn van de visbestanden te waarborgen;
  • rekening houden met het duurzame gebruik van die bestanden en voor het beheer ervan een ecosysteemaanpak volgen;
  • waarborgen dat het niveau van de visserijactiviteiten verenigbaar is met een duurzaam gebruik van de visbestanden;
  • het voorzorgsbeginsel toepassen, waarbij het ontbreken van adequate wetenschappelijke gegevens geen reden is om beschermende maatregelen uit te stellen of achterwege te laten;
  • de visbestanden zo beheren dat de maximale duurzame opbrengst wordt gehandhaafd en uitgeputte visbestanden zich kunnen herstellen;
  • de schadelijke gevolgen van de visserijactiviteiten voor het mariene milieu tot een minimum beperken;
  • de biodiversiteit van het mariene milieu beschermen;
  • de bijzondere behoeften erkennen van de ontwikkelingslanden die aan de zone grenzen, en met name van de minst ontwikkelde landen en kleine eilandstaten.

De overeenkomstsluitende partijen en deelnemende visserijlichamen:

  • vergaderen regelmatig als de “vergadering van de partijen” om de uitvoering van de overeenkomst te bespreken en daarover bij consensus beslissingen te nemen;
  • beoordelen de toestand van de visbestanden en de visserijactiviteiten;
  • bevorderen onderzoek en samenwerking met de kuststaten met betrekking tot de visbestanden in de wateren onder nationale rechtsmacht;
  • evalueren de impact van de visserij op de visbestanden en het mariene milieu;
  • nemen de instandhoudings- en beheersmaatregelen die nodig zijn om de instandhouding op lange termijn van de visbestanden te garanderen;
  • nemen internationale minimumnormen voor verantwoorde visserij aan;
  • stellen voorschriften op voor het verzamelen, verifiëren en bekendmaken van wetenschappelijke en statistische gegevens;
  • passen toezichts-, controle- en bewakingsvoorschriften toe, ook voor het aan boord gaan en inspecteren van vaartuigen op de volle zee;
  • voorkomen, ontmoedigen en elimineren illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst;
  • stellen vangstmogelijkheden vast en wijzen deze toe, met inbegrip van de totale toegelaten vangst of de totale visserijinspanningen.

Bij de overeenkomst worden de volgende organen opgericht.

  • Een Wetenschappelijk Comité dat een evaluatie moet maken van de visbestanden en van de impact van de visserij op het mariene milieu, en dat wetenschappelijk advies en aanbevelingen moet geven over instandhouding, beheer, toezicht en het verzamelen van visserijgegevens.
  • Een Handhavingscomité dat de naleving van de overeenkomst en de instandhoudings- en beheersmaatregelen moet controleren.
  • Een secretariaat dat de administratie moet uitvoeren en coördineren, en alle verslagen over de werkzaamheden en een volledig archief van officiële documenten moet bijhouden.

De overeenkomst bevat verplichtingen voor de overeenkomstsluitende partijen en de deelnemende visserijlichamen om:

  • de overeenkomst en de instandhoudings- en beheersmaatregelen doeltreffend uit te voeren;
  • tijdig gedetailleerde en nauwkeurige wetenschappelijke, technische en statistische gegevens over de visbestanden en de activiteiten van hun vaartuigen te verzamelen en deze jaarlijks uit te wisselen;
  • verslag uit te brengen over de uitvoering en de naleving van de overeenkomst en de instandhoudings- en beheersmaatregelen;
  • te waarborgen dat hun onderdanen en vissersvaartuigen aan de overeenkomst voldoen;
  • een register bij te houden van alle nationale vaartuigen die in de zone vissen en de inhoud daarvan uit te wisselen;
  • vermeende schendingen te onderzoeken en verslag uit te brengen over in verband daarmee genomen maatregelen.

De overeenkomst bevat specifieke verplichtingen voor de vlaggenstaten* om:

  • te waarborgen dat hun vissersvaartuigen de overeenkomst en de instandhoudings- en beheersmaatregelen eerbiedigen en niet ondermijnen, en niet illegaal in aangrenzende wateren onder nationale rechtsmacht vissen;
  • een satellietvolgsysteem toe te passen voor hun vaartuigen die in de zone vissen.

De overeenkomst bevat specifieke verplichtingen voor de havenstaten* om:

  • de documenten, vistuigen en vangsten te inspecteren van vissersvaartuigen die hun havens of offshoreterminals aandoen;
  • aanlanding, overlading of toeleveringsdiensten te verbieden voor vissersvaartuigen die vis hebben gevangen op een wijze die in strijd is met de overeenkomst en de instandhoudings- en beheersmaatregelen.

DATUM VAN INWERKINGTREDING

De overeenkomst werd op 7 juli 2006 ondertekend. De overeenkomst is in juni 2012 in werking getreden.

ACHTERGROND

Voor meer informatie, zie:

KERNBEGRIPPEN

Overeenkomstsluitende partij. Een land dat of een regionale organisatie voor economische integratie die partij is bij de overeenkomst.
Vlaggenstaat. Een land waarvan de vaartuigen het recht hebben zijn vlag te voeren.
Havenstaat. Een nationale haven die verantwoordelijk is voor de inspectie van schepen.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (SIOFA) (PB L 196 van 18.7.2006, blz. 15-24).

Besluit 2006/496/EG van de Raad van 6 juli 2006 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (PB L 196 van 18.7.2006, blz. 14).

Laatste bijwerking 13.07.2022

Top