EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en Cohesiefonds (2021-2027)

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en Cohesiefonds (2021-2027)

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2021/1058 inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

In de verordening worden het toepassingsgebied en de doelen bepaald van twee fondsen van het cohesiebeleid: het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Cohesiefonds.

Deze fondsen helpen de lidstaten van de Europese Unie (EU) bij de verwezenlijking van de doelstellingen voor investeringen in werkgelegenheid en groei en Europese territoriale samenwerking, die worden beschreven in Verordening (EU) 2021/1060 (zie samenvatting).

KERNPUNTEN

Taken van het EFRO en het Cohesiefonds

Het EFRO en het Cohesiefonds dragen bij aan de algemene doelstelling van versterking van de economische, sociale en territoriale cohesie van de EU.

  • Het EFRO helpt de verschillen in ontwikkelingsniveau tussen de onderscheiden regio’s binnen de EU te verkleinen, onder meer door duurzame ontwikkeling te bevorderen en milieuproblemen aan te pakken.
  • Het Cohesiefonds draagt bij aan projecten inzake milieu en infrastructuur voor het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T). Het biedt steun aan lidstaten waarvan het bruto nationaal inkomen per hoofd van de bevolking minder dan 90 % van het EU-27-gemiddelde bedraagt.

Beleidsdoelstellingen voor het EFRO en het Cohesiefonds:

  • een concurrerender en slimmer Europa door de bevordering van innovatieve en slimme economische transformatie en regionale connectiviteit van informatie- en communicatietechnologie;
  • een groenere, koolstofarme transitie naar een koolstofneutrale economie en een veerkrachtig Europa door de bevordering van:
    • een schone en rechtvaardige energietransitie,
    • groene en blauwe investeringen,
    • de circulaire economie,
    • matiging van en aanpassing aan klimaatverandering,
    • risicopreventie en -beheer,
    • duurzame stedelijke mobiliteit;
  • een meer verbonden Europa door vergroting van de mobiliteit;
  • een socialer en inclusiever Europa door uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten;
  • een Europa dat dichter bij de burger staat door bevordering van de duurzame en geïntegreerde ontwikkeling van alle soorten gebieden en lokale initiatieven.

Het EFRO ondersteunt investeringen in:

  • infrastructuur;
  • toegepast onderzoek en innovatie;
  • toegang tot diensten;
  • activiteiten van kleine en middelgrote ondernemingen, met name gericht op het behoud van banen en het creëren van banen;
  • apparatuur, software en immateriële activa;
  • netwerken, samenwerking, uitwisseling van ervaringen en innovatieclusters;
  • informatie, communicatie en studies;
  • technische bijstand.

Het totaal van de niet voor technische bijstand bestemde EFRO-middelen in elke lidstaat wordt op nationaal niveau of op regionaal niveau geconcentreerd. De niveaus van thematische concentratie zijn gebaseerd op drie categorieën regio’s en lidstaten, en zijn gericht op de eerste twee beleidsdoelstellingen.

Het Cohesiefonds ondersteunt investeringen in:

  • het milieu, met inbegrip van investeringen in verband met duurzame ontwikkeling en energie die milieuvoordelen opleveren, met name hernieuwbare energie;
  • TEN-T;
  • technische bijstand;
  • informatie, communicatie en studies.

Uitzonderingen

Uit het EFRO en het Cohesiefonds wordt geen steun verstrekt voor:

  • de ontmanteling of de bouw van kerncentrales;
  • investeringen voor het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van activiteiten zoals olieraffinage, staalproductie, glasproductie en andere industriële processen;
  • tabaksproducten;
  • ondernemingen in moeilijkheden, behalve in uitzonderlijke omstandigheden;
  • luchthaveninfrastructuur, behalve ter beperking van de milieueffecten, of systemen voor beveiliging, veiligheid en luchtverkeersbeheer in bepaalde omstandigheden;
  • het verwijderen van afval op stortplaatsen, behalve:
    • in ultraperifere gebieden, indien gerechtvaardigd,
    • voor de ontmanteling, de herontwikkeling of het veilig maken van bestaande stortplaatsen;
  • de vergroting van de capaciteit voor de verwerking van restafval, behalve:
    • in ultraperifere gebieden,
    • voor technologieën voor de terugwinning van materialen uit restafval met het oog op de circulaire economie;
  • fossiele brandstoffen.

In plaats daarvan ondersteunen ze wel:

  • investeringen in de vervanging van met vaste fossiele brandstoffen gestookte verwarmingssystemen door gasgestookte verwarmingssystemen om de status van systemen voor stadsverwarming en -koeling of warmtekrachtkoppelingsinstallaties te verbeteren,
  • investeringen in aardgasgestookte systemen in woningen en gebouwen ter vervanging van kolengestookte of gelijksoortige installaties,
  • investeringen in de uitbreiding, de ombouw of de herziening van gastransmissie- en distributienetten, of het geven van een nieuwe bestemming hiervan, mits deze zijn voorbereid op hernieuwbare en koolstofarme gassen, zoals waterstof, biomethaan en synthesegas, zodat deze kunnen dienen ter vervanging van installaties voor vaste fossiele brandstoffen,
  • investeringen in schone voertuigen voor publieke doeleinden, en voertuigen, luchtvaartuigen en vaartuigen die worden gebruikt door civielebeschermings- en brandweerdiensten.

EFRO-steun voor territoriale en interregionale innovatie-investeringen

Hiertoe behoren:

  • geïntegreerde territoriale ontwikkeling;
  • steun voor achterstandsgebieden, met name:
    • plattelandsgebieden,
    • gebieden die kampen met ernstige natuurlijke of demografische belemmeringen;
  • ten minste 8 % van de EFRO-middelen op nationaal niveau in het kader van de doelstelling “investeren in werkgelegenheid en groei”, anders dan voor technische bijstand, wordt toegewezen aan duurzame stedelijke ontwikkeling, met bijzondere aandacht voor:
    • het aanpakken van milieu- en klimaatuitdagingen,
    • de transitie naar een klimaatneutrale economie in 2050,
    • het benutten van het potentieel van digitale technologieën voor innovatiedoeleinden,
    • het ondersteunen van de ontwikkeling van functionele stedelijke gebieden;
  • het Stedelijk Europa-initiatief, dat door de Europese Commissie wordt uitgevoerd en duurzame stedelijke ontwikkeling ondersteunt door:
    • innovatieve acties,
    • capaciteits- en kennisopbouw,
    • territoriale effectbeoordelingen,
    • beleidsontwikkeling en communicatie;
  • het instrument voor interregionale innovatie-investeringen, dat bestaat uit financiële ondersteuning en advies voor:
    • investeringen in interregionale innovatieprojecten in gedeelde slimmespecialisatiegebieden,
    • capaciteitsopbouw voor het ontwikkelen van waardeketens in minder ontwikkelde regio’s;
  • ultraperifere gebieden, ter compensatie van extra kosten als gevolg van:
    • de grote afstand, het insulaire karakter en de kleine oppervlakte,
    • een moeilijk reliëf en klimaat,
    • de economische afhankelijkheid van slechts enkele producten.

Uitvoeringshandelingen

In juli 2021 heeft de Commissie twee uitvoeringshandelingen vastgesteld.

  • Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1130 tot vaststelling van de lijst van de regio’s die in aanmerking komen voor financiering uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds Plus en van de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds voor de periode 2021-2027.
  • Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1131 tot vaststelling van de jaarlijkse verdeling:
    • per lidstaat van de totale middelen voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus en het Cohesiefonds in het kader van de doelstellingen “investeren in werkgelegenheid en groei” en “Europese territoriale samenwerking”;
    • per lidstaat per regiocategorie;
    • per lidstaat van de aanvullende financiering voor ultraperifere gebieden;
    • van de van de toewijzing voor elke lidstaat uit het Cohesiefonds over te dragen bedragen naar de Connecting Europe Facility;
    • van de totale middelen voor het Stedelijk Europa-initiatief;
    • van de totale middelen voor transnationale samenwerking ter ondersteuning van innovatieve oplossingen;
    • van de totale middelen voor de investeringen in interregionale innovatie;
    • van de totale middelen voor het onderdeel grensoverschrijdende samenwerking van de doelstelling Europese territoriale samenwerking;
    • per lidstaat van de totale middelen voor het onderdeel transnationale samenwerking van de doelstelling Europese territoriale samenwerking;
    • van de totale middelen voor het onderdeel interregionale samenwerking van de doelstelling Europese territoriale samenwerking;
    • van de totale middelen voor het onderdeel samenwerking met ultraperifere gebieden van de doelstelling Europese territoriale samenwerking voor de periode 2021-2027.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is van toepassing sinds 1 juli 2021.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2021/1058 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 60-93)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1130 van de Commissie van 5 juli 2021 tot vaststelling van de lijst van de regio’s die in aanmerking komen voor financiering uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds Plus en van de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds voor de periode 2021-2027 (PB L 244 van 9.7.2021, blz. 10-20)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1131 van de Commissie van 5 juli 2021 tot vaststelling van de jaarlijkse verdeling per lidstaat van de totale middelen voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus en het Cohesiefonds in het kader van de doelstelling “Investeren in werkgelegenheid en groei” en de doelstelling “Europese territoriale samenwerking”, de jaarlijkse verdeling per lidstaat per regiocategorie, de jaarlijkse verdeling per lidstaat van de aanvullende financiering voor ultraperifere gebieden, de van de toewijzing voor elke lidstaat uit het Cohesiefonds over te dragen bedragen naar de Connecting Europe Facility, de jaarlijkse verdeling van de totale middelen voor het Stedelijk Europa-initiatief, de jaarlijkse verdeling van de totale middelen voor transnationale samenwerking ter ondersteuning van innovatieve oplossingen, de jaarlijkse verdeling van de totale middelen voor de investeringen in interregionale innovatie, de jaarlijkse verdeling van de totale middelen voor het onderdeel grensoverschrijdende samenwerking van de doelstelling “Europese territoriale samenwerking”, de jaarlijkse verdeling per lidstaat van de totale middelen voor het onderdeel interregionale samenwerking van de doelstelling “Europese territoriale samenwerking” en de jaarlijkse verdeling van de totale middelen voor het onderdeel samenwerking met ultraperifere gebieden van de doelstelling “Europese territoriale samenwerking” voor de periode 2021-2027 (PB L 244 van 9.7.2021, blz. 21-50)

Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159-706)

Verordening (EU) 2021/1059 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 betreffende specifieke bepalingen voor de doelstelling “Europese territoriale samenwerking” (Interreg) ondersteund door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en door externe financieringsinstrumenten (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 94-158)

Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088 (PB L 198 van 22.6.2020, blz. 13-43)

Laatste bijwerking 25.08.2021

Top