Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Instandhouding van over grote afstanden trekkende visbestanden

Instandhouding van over grote afstanden trekkende visbestanden

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 520/2007 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Het doel van de verordening is om bepaalde over grote afstanden trekkende maritieme visbestanden (en bijvangsten) te beschermen en in stand te houden door middel van technische maatregelen om de vangst en aanvoer ervan te reguleren.

KERNPUNTEN

Over grote afstanden trekkende visbestanden worden gedefinieerd als:

  • Tonijn:
    • Witte tonijn
    • Blauwvintonijn
    • Grootoogtonijn
    • Gestreepte tonijn
    • Bonito
    • Geelvintonijn
    • Zwartvintonijn
    • Dwergtonijn
    • Zuidelijke blauwvintonijn
    • Kogeltonijn
  • Braam
  • Marlijn
  • Zeilvis
  • Zwaardvis
  • Makreelgeep
  • Goudmakreel, dolfijnvis
  • Haaien
  • Walvisachtigen (walvissen en bruinvissen).

Atlantische Oceaan

Ondermaatse vis

Exemplaren van tropische tonijn en zwaardvis die kleiner zijn dan de aanbevelingen in het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT), moeten onmiddellijk na de vangst overboord worden gezet. Het is verboden om in de Atlantische Oceaan gevangen ondermaatse vis van deze soorten die afkomstig is uit derde landen, in het vrije verkeer te brengen of in de handel te brengen.

Beperkingen aan vissersvaartuigen en -uitrusting

In november is het met zegennetten en hengels vissen op grootoogtonijn verboden in bepaalde, als volgt afgebakende tropische wateren:

  • zuidgrens: breedtegraad 0° ZB;
  • noordgrens: breedtegraad 5° NB;
  • westgrens: lengtegraad 20° WL;
  • oostgrens: lengtegraad 10° WL.

Ook is het verboden om in bepaalde Portugese wateren met ringzegens* te vissen op gestreepte tonijn, grootoogtonijn of geelvintonijn, of enige hoeveelheid van deze vis aan boord te houden.

Aantal vissersvaartuigen

De Raad stelt het aantal en de totale in brutoton (BT) uitgedrukte capaciteit vast van vissersvaartuigen van de Europese Unie (EU) van langer dan 24 meter die in de Atlantische Oceaan en aangrenzende zeeën (als omschreven in artikel 1 van het ICCAT-verdrag) op grootoogtonijn vissen. Deze vaststellingen worden gebaseerd op de gemiddelde aantallen in de periode 1991-1992 en op de beperking van het aantal in 2005 op grootoogtonijn vissende EU-vaartuigen zoals aan het ICCAT gemeld op 30 juni 2005.

De Raad stelt ook het aantal vaartuigen vast dat op Noord-Atlantische witte tonijn vist, wat wordt gebaseerd op het gemiddelde over de periode 1993-1995.

Elk jaar informeert elke EU-lidstaat de Europese Commissie vóór 15 mei over het aantal bovengenoemde vaartuigen (en het tonnage daarvan, indien van toepassing) dat aan het ICCAT moet worden doorgegeven.

Niet-doelsoorten

Lidstaten moeten het overboord zetten van toevallig gevangen levende zeeschildpadden en levende haaien (met name jonge dieren) aanmoedigen, en ook het beperken van het teruggooien van haaien bevorderen door de selectiviteit van het vistuig te verbeteren.

Lidstaten moeten het sportieve en recreatieve gebruik van sleepnetten, ringnetten, ringzegens, dreggen, kieuwnetten, schakels en beuglijnen voor het vissen op tonijn en aanverwante soorten in de Middellande Zee verbieden, en waarborgen dat op deze wijze gevangen vis niet in de handel wordt gebracht.

Jaarlijks moet verslag worden uitgebracht over de tenuitvoerlegging van deze maatregelen.

Indische Oceaan

Aantal vissersvaartuigen

De Raad stelt het aantal EU-vissersvaartuigen van langer dan 24 meter vast dat mag vissen in de Indische Oceaan. Dit aantal wordt gebaseerd op het aantal in 2003.

Niet-doelsoorten

Lidstaten moeten het overboord zetten van toevallig gevangen levende haaien (met name jonge dieren) aanmoedigen en het beperken van het teruggooien van haaien bevorderen.

Lidstaten moeten alles in het werk stellen om het door de visserij veroorzaakte effect op de zeeschildpaddenpopulatie te verminderen, onder andere door:

  • beperkingen op het gebruik van ringzegens, met name om het insluiten van zeeschildpadden te voorkomen;
  • onmiddellijke overboordzetting, met gebruik van specialistische uitrusting, van toevallig gevangen zeeschildpadden;
  • ontwikkeling van adequaat vistuig om de bijvangst van zeeschildpadden tot een minimum te beperken;
  • toezicht op visaantrekkende structuren* waarin zeeschildpadden gevangen zouden kunnen raken;
  • voorwaarden voor het gebruik van beuglijnen om bijvangst en sterfte van zeeschildpadden te beperken.

Westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan

Afval

De lidstaten moeten afval, teruggooi, door verloren of achtergelaten materiaal veroorzaakte vangsten, vervuiling door vissersvaartuigen, vangsten van tot niet-doelsoorten behorende vis en andere dieren, en effecten op aanverwante of afhankelijke soorten, met name wanneer die met uitroeiing worden bedreigd, tot een minimum beperken.

Zeezoogdieren

Het insluiten met ringzegens van scholen of groepen zeezoogdieren is verboden.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is sinds 1 juni 2007 van toepassing.

ACHTERGROND

De EU is verdragsluitende partij bij het Verdrag van de Verenigde Naties over het zeerecht (zie de samenvatting).

KERNBEGRIPPEN

Ringzegen: ringnetten waarvan de bodem aan de onderkant wordt samengetrokken door een sluitlijn die door een reeks ringen langs de onderpees loopt, waardoor het net kan worden samengetrokken en gesloten.
Visaantrekkende structuur (FAD, fish-aggregating device): verankerde, in of op het water drijvende of zich onder water bevinden voorwerpen die door vaartuigen worden ingezet of gevolgd, ook door middel van radio- of satellietboeien, met als doel om vis aan te trekken om er met ringzegens op te vissen.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 520/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 973/2001 (PB L 123 van 12.5.2007, blz. 3-13)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 520/2007 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1-2)

Besluit 95/399/EG van de Raad van 18 september 1995 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24)

Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 25-33)

Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 34-38)

Protocol tot wijziging van het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (PB L 313 van 4.12.2019, blz. 3-13)

Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de Staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33)

Laatste bijwerking 29.04.2021

Top