EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

De eigen middelen van de EU

De eigen middelen van de EU

 

SAMENVATTING VAN:

Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie

WAT IS HET DOEL VAN HET BESLUIT?

In het besluit staat beschreven hoe de jaarlijkse begroting van de Europese Unie (EU) wordt gefinancierd door het:

  • aanpassen van enkele bestaande voorschriften;
  • actualiseren van het maximum van de eigen middelen;
  • invoeren van een nieuwe inkomstenbron (op grond van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval);
  • machtigen van de Europese Commissie om op de kapitaalmarkten leningen aan te gaan, enkel ter bestrijding van de COVID-19-crisis.

KERNPUNTEN

De jaarlijkse EU-begroting wordt gefinancierd door de lidstaten van de EU uit de volgende eigen middelen:

  • traditionele inkomstenbronnen: voor 1970 vormden deze de belangrijkste inkomstenbron, maar nu zijn ze beperkt tot douanerechten op invoer;
  • belasting over de toegevoegde waarde (btw): een uniform percentage van 0,30% wordt toegepast op de geharmoniseerde btw-grondslag van elke lidstaat, die is beperkt tot 50% van zijn bruto nationaal inkomen;
  • Bruto nationaal inkomen (bni)*: een jaarlijks overeen te komen uniform percentage van het nationale bni (met een jaarlijkse forfaitaire verlaging voor Oostenrijk, Denemarken, Duitsland, Nederland en Zweden);
  • kunststof verpakkingsafval: een uniform percentage van 0,80 EUR per kg wordt toegepast op het verschil tussen de hoeveelheid gegenereerd en de hoeveelheid gerecycled kunststof verpakkingsafval (met een jaarlijkse forfaitaire verlaging voor 17 lidstaten met een bni onder het EU-gemiddelde).

De maximale omvang van de jaarlijkse begroting (“maximum van de eigen middelen”) wordt voor betalingen* verhoogd van 1,20% tot 1,40% van het bni van de EU en tot 1,46% voor vastleggingen*, met name als gevolg van het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU.

De volgende speciale voorwaarden gelden voor maatregelen ter bestrijding van de COVID-19-crisis via het herstelinstrument van de Europese Unie (NextGenerationEU) – Verordening (EU) 2020/2094 (zie de samenvatting):

  • de Commissie mag leningen aangaan tot maximaal 750 miljard EUR (prijzen van 2018) op de kapitaalmarkten;
  • van dit bedrag is 360 miljard EUR bestemd voor het verstrekken van leningen en 390 miljard EUR voor uitgaven;
  • terugbetalingen van het geleende bedrag worden vanuit de EU-begroting gedaan, te beginnen vóór het einde van het meerjarig financieel kader 2021-2027 (Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 – zie de samenvatting); uiterlijk op 31 december 2058 moet alles zijn terugbetaald;
  • de Commissie beheert de transacties tot het opnemen van leningen en informeert het Europees Parlement en de Raad regelmatig over haar strategie voor schuldbeheer;
  • de maxima voor betalingen (1,40 %) en vastleggingen (1,46 %) worden tijdelijk met 0,6 % verhoogd om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de leningen, maar niet voor andere uitgaven;
  • de Commissie mag, als laatste redmiddel, de lidstaten vragen een extra financiële bijdrage te leveren indien dit nodig is om aan de verplichtingen uit NextGenerationEU te voldoen.

De ontvangsten uit de eigen inkomstenbronnen worden gebruikt voor de financiering van alle uitgavenelementen die in de jaarlijkse EU-begroting zijn opgenomen. Een eventueel overschot tijdens het ene begrotingsjaar wordt overgedragen naar het volgende begrotingsjaar.

Het is de verantwoordelijkheid van lidstaten om de eigen middelen ter beschikking te stellen en ook om douanerechten namens de EU te innen. Lidstaten houden 25% van de traditionele inkomstenbronnen in om hun kosten te dekken.

Het besluit leidt tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom.

VANAF WANNEER IS HET BESLUIT VAN TOEPASSING?

Het besluit is met terugwerkende kracht van toepassing vanaf 1 januari 2021 zodra het door alle 27 lidstaten is geratificeerd.

ACHTERGROND

Het besluit moet worden goedgekeurd/geratificeerd door alle 27 lidstaten om van kracht te worden. Het maakt deel uit van een breder financieel pakket dat verder bestaat uit:

KERNBEGRIPPEN

bruto nationaal inkomen: het bruto binnenlands product plus wat netto uit het buitenland wordt ontvangen aan beloningen van werknemers, inkomsten uit vermogen en belastingen minus productiesubsidies.
Betalingen: uitgaven die in het lopende begrotingsjaar zijn verschuldigd door juridische verbintenissen die in dat jaar of eerder zijn aangegaan.
Vastleggingen: totale kosten van in rechte afdwingbare verplichtingen (overeenkomsten, subsidieovereenkomsten/-besluiten) die in het lopende begrotingsjaar mogelijk worden ondertekend.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1-10)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 11-22)

Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 23-27)

Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 28-46)

Laatste bijwerking 23.03.2021

Top