Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Overeenkomst tussen de EU en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (btw)

Overeenkomst tussen de EU en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (btw)

 

SAMENVATTING VAN:

Overeenkomst tussen de EU en Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw

Besluit (EU) 2017/2381 — de ondertekening, namens de EU, van de Overeenkomst tussen de EU en Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw

Besluit (EU) 2018/1089 — de sluiting, namens de EU, van de Overeenkomst tussen de EU en Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw

WAT IS HET DOEL VAN DE OVEREENKOMST EN DE BESLUITEN?

  • Met de overeenkomst wordt administratieve samenwerking tussen de EU en Noorwegen tot stand gebracht om:
    • de naleving van de wetgeving inzake de belasting over de toegevoegde waarde (btw) in beide rechtsgebieden te waarborgen;
    • de btw-inkomsten van elke ondertekenaar te beschermen.
  • Besluit (EU) 2017/2381 markeert de ondertekening en bij Besluit (EU) 2018/1089 verleent de EU haar formele goedkeuring aan de overeenkomst.

KERNPUNTEN

De overeenkomst voorziet in:

  • de uitwisseling van informatie om te helpen bij een juiste heffing van de btw en de bestrijding van fraude;
  • de invordering van schuldvorderingen met betrekking tot de btw, met inbegrip van administratieve sancties, boeten, heffingen, toeslagen, interesten en kosten die verbonden zijn aan de schuldvorderingen.

De EU-landen en Noorwegen:

  • wijzen aan:
    • een autoriteit die belast is met de toepassing van de overeenkomst;
    • twee centrale verbindingsbureaus: één voor administratieve samenwerking, het andere om te helpen bij de invordering van btw-inkomsten;
  • behandelen de verkregen informatie als vertrouwelijk, maar kunnen:
    • die informatie ter kennis brengen van personen of autoriteiten die de btw-wetgeving toepassen;
    • die informatie gebruiken voor de heffing en handhaving, met inbegrip van invorderings- en conservatoire maatregelen ter zake van andere belastingen en verplichte socialezekerheidsbijdragen, en administratieve of strafrechtelijke sancties opleggen;
  • laten andere ambtenaren in hun kantoren toe ten behoeve van informatie-uitwisseling en om als waarnemer administratieve onderzoeken bij te wonen;
  • komen overeen dat zij overgaan tot gelijktijdige controles wanneer dergelijke controles door hen efficiënter worden geacht dan door slechts één land uitgevoerde controles;
  • verstrekken het Gemengd Comité (zie hieronder voor meer informatie over het Gemengd Comité) uiterlijk 30 juni van elk jaar statistische gegevens.

Landen verstrekken informatie met behulp van een standaardformulier en kunnen om een terugmelding verzoeken:

  • op verzoek van een andere autoriteit, doorgaans binnen drie maanden, maar binnen één maand ingeval deze al ter beschikking staat;
  • spontaan wanneer:
    • de informatie waarvan een land kennis heeft essentieel is voor een ander land om zijn belastingstelsel doeltreffend toe te passen;
    • een land aanneemt dat in een ander land btw-fraude heeft of vermoedelijk heeft plaatsgevonden;
    • in het andere land gevaar voor belastingderving bestaat;
  • automatisch voor categorieën die door het Gemengd Comité worden bepaald.

Landen kunnen weigeren informatie te verstrekken indien:

  • dit zou leiden tot nieuwe verplichtingen voor btw-plichtigen;
  • dit zou leiden tot een buitensporige administratieve last voor de overheid van het land;
  • dit zou leiden tot onthulling van een commercieel, industrieel of beroepsgeheim of indien dit in strijd zou zijn met de openbare orde; of
  • de verzoekende autoriteit niet eerst een beroep heeft gedaan op alle gebruikelijke informatiebronnen.

Landen helpen elkaar bij de invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw door:

  • nuttige informatie te verstrekken;
  • noodzakelijke administratieve onderzoeken te verrichten;
  • toe te staan dat de ambtenaren van een partner aanwezig zijn in hun kantoren, bij administratieve onderzoeken en in rechtszaken;
  • kennisgeving aan de geadresseerden van alle documenten die door een andere autoriteit zijn doorgezonden;
  • invordering van een schuldvordering waarvoor een handhavingsbevel geldt of door conservatoire maatregelen te nemen.

Landen:

  • schorsen de verzochte executieprocedures onmiddellijk indien de schuldvordering wordt betwist in het verzoekende land;
  • kunnen weigeren om aan het verzoek te voldoen indien de schuldvordering:
    • ernstige moeilijkheden van economische of sociale aard zou opleveren in hun rechtsgebied;
    • meer dan vijf jaar oud is, of onder bepaalde voorwaarden meer dan tien jaar;
    • minder dan 1 500 euro bedraagt.

Geschillen over de oorspronkelijke schuldvordering en het handhavingsbevel van een land worden in zijn rechtsgebied afgehandeld, die over de wijze waarop een ander land aan dat verzoek gevolg geeft, worden afgehandeld volgens zijn rechtsstelsel.

De overeenkomst stelt Noorwegen in staat om deel te nemen aan Eurofisc, een netwerk van deskundigen op het gebied van fraudebestrijding bij belastingdiensten.

Bij de overeenkomst wordt een Gemengd Comité van vertegenwoordigers van de EU en Noorwegen opgericht dat toeziet op de juiste werking en tenuitvoerlegging van de overeenkomst. Deze:

  • doet aanbevelingen en neemt besluiten;
  • besluit over nieuwe categorieën voor de automatische uitwisseling van informatie;
  • zorgt voor verschillende praktische regelingen;
  • neemt beslissingen met eenparigheid van stemmen;
  • komt ten minste eenmaal om de twee jaar bijeen;
  • behandelt eventuele geschillen over interpretatie of toepassing.

De overeenkomst geldt voor onbepaalde tijd. De overeenkomst kan worden beëindigd zes maanden nadat een van de partijen schriftelijke kennis heeft gegeven van haar voornemen om dit te doen.

DATUM VAN INWERKINGTREDING

De overeenkomst is op zaterdag 1 september 2018 in werking getreden.

ACHTERGROND

  • Noorwegen is het eerste land waarmee de EU een samenwerkingsovereenkomst op het gebied van de btw heeft. Noorwegen heeft als lid van de Europese Economische Ruimte een vergelijkbaar btw-stelsel en een goede staat van dienst wat betreft samenwerking met de EU op het gebied van de btw, met name inzake energie.
  • De overeenkomst volgt dezelfde structuur als die voor de samenwerking tussen de EU-landen krachtens Verordening (EU) nr. 904/2010 op het gebied van de btw (zie samenvatting) en krachtens Richtlijn 2010/24/EU van de Raad (zie samenvatting) voor de invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw.
  • Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw (PB L 195 van 1.8.2018, blz. 3-22)

Besluit (EU) 2017/2381 van de Raad van 5 december 2017 inzake de ondertekening, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw (PB L 340 van 20.12.2017, blz. 4-5)

Besluit (EU) 2018/1089 van de Raad van 22 juni 2018 inzake de sluiting, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw (PB L 195 van 1.8.2018, blz. 1-2)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Informatie over de inwerkingtreding van de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw (PB L 199 van 7.8.2018, blz. 1)

Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 268, 12.10.2010, blz. 1-18)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) nr. 904/2010 zijn opgenomen in de oorspronkelijke tekst. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen (PB L 84, 31.3.2010, blz. 1-12)

Laatste bijwerking 22.07.2020

Top