Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Invoer in de sectoren slachtpluimvee en eieren

Invoer in de sectoren slachtpluimvee en eieren

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 1484/95 houdende bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovoalbumine, en houdende vaststelling van deze rechten

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

De verordening bevat gedetailleerde bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten en vaststelling van representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovoalbumine.

KERNPUNTEN

Invoer-, representatieve en reactieprijs

De invoerprijs die in aanmerking moet worden genomen als er een aanvullend invoerrecht wordt geheven is gebaseerd op de cif-prijs (kosten, verzekering en vracht). Dit is de prijs van een goed dat aan de grens van het land van invoer is aangekomen, voordat enig invoerrecht of andere belasting op invoer of handel en vervoersmarges binnen het land zijn betaald. Deze wordt vergeleken met de representatieve prijs* (opgenomen in bijlage I) die door de Europese Commissie wordt bepaald op basis van gegevens van de lidstaten van de Europese Unie (EU). De reactieprijzen, waarbij het aanvullende invoerrecht betaalbaar wordt, zijn opgenomen in bijlage II.

Als de cif-invoerprijs per 100 kg van een zending hoger is dan de representatieve prijs, moet de importeur ten minste de volgende bewijsstukken overleggen aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van invoer:

  • koopcontract (of een gelijkwaardig bewijsstuk),
  • verzekeringspolis,
  • factuur,
  • certificaat van oorsprong (in voorkomend geval),
  • vervoerovereenkomst,
  • cognossement (bij vervoer over zee).

De importeur moet ook een zekerheid stellen die gelijk is aan het verschil tussen het op basis van de representatieve prijs berekende bedrag aan aanvullend invoerrecht en het op basis van de cif-invoerprijs berekende bedrag aan aanvullend invoerrecht.

De importeur heeft twee maanden vanaf de verkoop van de betrokken producten, en maximaal negen maanden (een termijn die in gerechtvaardigde gevallen met drie maanden kan worden verlengd) vanaf de datum waarop de aangifte voor het vrije verkeer is geaccepteerd, om te bewijzen dat de partij is afgezet tegen zodanige condities dat de opgegeven prijs als hierboven bedoeld juist is.

Een ontheffing van de zekerheidsstelling kan worden gegeven als de bewijzen met betrekking tot de afzetcondities ten genoegen van de douaneautoriteiten zijn.

Als niet aan deze vereisten wordt voldaan, moeten de verschuldigde rechten, inclusief rente, worden geïnd.

Te betalen rechten

Als het verschil tussen de reactieprijs en de cif-invoerprijs:

  • 1.

    niet groter is dan 10 % van de reactieprijs, behoeft geen aanvullend recht te worden betaald;

  • 2.

    groter is dan 10 % maar niet groter is dan 40 % van de reactieprijs, bedraagt het aanvullend recht 30 % van het verschil boven 10 %;

  • 3.

    groter is dan 40 % maar niet groter is dan 60 % van de reactieprijs, bedraagt het aanvullend recht 50 % van het verschil boven 40 %, plus het aanvullend recht op grond van het bepaalde onder punt 2;

  • 4.

    groter is dan 60 % maar niet groter is dan 75 % van de reactieprijs, bedraagt het aanvullend recht 70 % van het verschil boven 60 % van de reactieprijs, plus de aanvullende rechten op grond van het bepaalde onder punten 2 en 3;

  • 5.

    groter is dan 75 % van de reactieprijs, bedraagt het aanvullend recht 90 % van het verschil boven 75 %, plus de aanvullende rechten op grond van het bepaalde onder punten 2, 3 en 4.

Toepassingsgebied

De aanvullende invoerrechten zijn van toepassing op de in bijlage I bij de verordening vermelde producten die afkomstig zijn uit de daarin aangegeven landen.

Zo nodig kan de Commissie, op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief, landen van herkomst of goederen waarop aanvullende invoerrechten van toepassing zijn aan bijlage I toevoegen of daaruit schrappen, en de representatieve prijzen aanpassen indien de prijzen minstens 5 % van de vastgestelde prijs verschillen.

Met deze verordening wordt Verordening nr. 163/67/EEG ingetrokken.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

Ze is sinds 1 juli 1995 van toepassing.

ACHTERGROND

Zie ook:

KERNBEGRIPPEN

Representatieve prijs. Een prijs die periodiek wordt vastgesteld en waarbij met name rekening wordt gehouden met:

- de prijzen op de markten in derde landen,

- de aanbiedingsprijzen franco-grens van de Gemeenschap,

- prijzen in de verschillende stadia van het in de Gemeenschap in de handel brengen van ingevoerde producten.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie van 28 juni 1995 houdende bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovoalbumine, en houdende vaststelling van deze rechten en intrekking van Verordening nr. 163/67/EEG (PB L 145 van 29.6.1995, blz. 47-51).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 1484/95 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1-142).

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1-208).

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671–854).

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 28.04.2023

Top