Verdrag inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens

 

SAMENVATTING VAN:

Gemeenschappelijk Optreden 2008/487/GBVB ter ondersteuning van de universalisering en uitvoering van het Verdrag van Ottawa

Besluit 2012/700/GBVB ter ondersteuning van de uitvoering van het actieplan van Cartagena voor de periode 2010 2014 dat is aangenomen door de staten die partij zijn bij het Verdrag van Ottawa

Besluit (GBVB) 2017/1428 ter ondersteuning van de uitvoering van het actieplan van Maputo voor de uitvoering van het Verdrag van Ottawa

Besluit (GBVB) 2021/257 ter ondersteuning van het actieplan van Oslo voor de uitvoering van het Verdrag van 1997 inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens (Verdrag van Ottawa)

WAT IS HET DOEL VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN EN HET BESLUIT?

• Het gemeenschappelijk optreden van de Europese Unie (EU) heeft tot doel de uitvoering van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het verbod op antipersoneelmijnen (APMBC) te ondersteunen door middel van bepaalde specifieke acties. De steun van de EU voor het verdrag was gebaseerd op de EU-veiligheidsstrategie van 2003 (inmiddels vervangen door de mondiale strategie van de EU — zie samenvatting).
• Het besluit van 2021 (Besluit (GBVB) 2021/257) ondersteunt het actieplan van Oslo voor de uitvoering van het APMBC tussen 2020 en 2024 en bevat een aantal doelstellingen om dit te helpen bereiken.

KERNPUNTEN

Verdrag inzake het verbod op antipersoneelmijnen

• Meer dan 80 % van de lidstaten van de Verenigde Naties zijn staten die partij zijn, wat inhoudt dat zij het verdrag hebben geratificeerd. China, Rusland en de Verenigde Staten zijn geen staten die partij zijn.
• Alle EU-lidstaten zijn staten die partij zijn.
• Staten die partij zijn, komen overeen:
  • geen gebruik te maken van antipersoneelmijnen (AP)*;
  • geen AP-mijnen te ontwikkelen, te produceren, aan te schaffen, in voorraad te nemen, te bewaren of over te dragen;
  • geen mensen bij te staan, aan te moedigen of op enigerlei wijze aan te zetten tot het verrichten van een door het verdrag verboden activiteit.
• Staten die partij zijn, moeten alle voorraden AP-mijnen binnen vier jaar vernietigen en binnen tien jaar de onder hun jurisdictie of controle vallende mijngebieden opruimen.

In het gemeenschappelijk optreden van de EU zijn twee doelstellingen vastgesteld:

• het verdrag bevorderen bij de landen die nog geen partij zijn geworden (“universalisering”);
• de volledige uitvoering ervan door de landen die partij zijn geworden te steunen.

Om deze doelstellingen te bereiken voorziet het gemeenschappelijk optreden in twee soorten acties:

• de organisatie van seminars op regionale of subregionale basis om landen aan te moedigen partij te worden bij het verdrag;
• het verstrekken van technisch advies en bijstandsverlening aan landen om te helpen bij de volledige uitvoering.

Actieplannen en betrokkenheid van de EU

Het APMBC is de wettelijke basis voor staten die partij zijn bij hun acties in het kader van de internationale inspanning om het lijden en het vallen van slachtoffers door antipersoneelmijnen te beëindigen. Regelmatig zijn actieplannen opgesteld om de uitvoering hiervan te ondersteunen. De EU heeft besluiten aangenomen om uitvoering aan het verdrag te geven en deze acties te ondersteunen:

• Besluit 2012/700/GBVB ter ondersteuning van de uitvoering van het actieplan van Cartagena voor de periode 2010-2014;
• Besluit (GBVB) 2017/1428 ter ondersteuning van de uitvoering van het actieplan van Maputo voor de periode 2014-2019.

Actieplan van Oslo

Het actieplan van Oslo bevat de acties die de staten die partij zijn gedurende de periode 2020-2024 zullen nemen.

Het plan onderscheidt acties op een aantal gebieden:

• beste praktijken voor de uitvoering van het verdrag;
• universalisering;
• vernietiging van voorraden antipersoneelmijnen en het aanhouden daarvan;
• opsporen en opruimen van mijnenvelden;
• voorlichting over en beperking van de risico’s van mijnen;
• slachtofferhulp;
• internationale samenwerking en bijstand;
• maatregelen om naleving te waarborgen.

Besluit (GBVB) 2021/257 bevat een aantal doelstellingen om het plan uit te voeren. Dit zijn onder andere:

• bevordering van universalisering;
• ondersteunen van de inspanningen van staten die partij zijn om uitvoering te geven aan aspecten inzake slachtofferhulp van het actieplan van Oslo;
• ondersteunen van onderzoek en opruiming en van voorlichting over en beperking van de risico’s van mijnen;
• staten die antipersoneelmijnen voor toegelaten doeleinden aanhouden, aanmoedigen om hun rapportagevermogen te vergroten;
• blijk geven van de niet-aflatende inzet van de EU en de lidstaten voor het verdrag.

In het besluit wordt ook een aantal projecten genoemd die deze doelstellingen helpen bereiken, waarvoor een bedrag van 2,6 miljoen EUR is uitgetrokken.

VANAF WANNEER ZIJN HET GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN EN HET BESLUIT VAN TOEPASSING?

Het gemeenschappelijk optreden is van toepassing sinds 23 juni 2008 en het besluit sinds 18 februari 2021.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

• Verdrag van Ottawa: Raad pakt dreiging van mijnen en explosieve oorlogsresten aan — persmededeling (Raad van de Europese Unie).

KERNBEGRIPPEN

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Gemeenschappelijk Optreden 2008/487/GBVB van de Raad van 23 juni 2008 ter ondersteuning van de universalisering en uitvoering van het Verdrag van 1997 inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens, in het kader van de Europese veiligheidsstrategie (PB L 165 van 26.6.2008, blz. 41-44)

Besluit 2012/700/GBVB van de Raad van 13 november 2012 in het kader van de Europese veiligheidsstrategie, ter ondersteuning van de uitvoering van het actieplan van Cartagena voor de periode 2010-2014 dat is aangenomen door de staten die partij zijn bij het Verdrag inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens van 1997 (PB L 314 van 14.11.2012, blz. 40-46)

Besluit (GBVB) 2017/1428 van de Raad van 4 augustus 2017 ter ondersteuning van de uitvoering van het actieplan van Maputo voor de uitvoering van het Verdrag van 1997 inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens (PB L 204 van 5.8.2017, blz. 101-109)

Achtereenvolgende wijzigingen van Besluit (GBVB) 2017/1428 zijn verwerkt in de basistekst. Deze geconsolideerde versie heeft slechts documentaire waarde.

Besluit (GBVB) 2021/257 van de Raad van 18 februari 2021 ter ondersteuning van het actieplan van Oslo voor de uitvoering van het Verdrag van 1997 inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens (PB L 58 van 19.2.2021, blz. 41-50)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gedeelde visie, gemeenschappelijke actie: een sterker Europa — Een algemene strategie voor de Europese Unie op het gebied van het buitenlands en veiligheidsbeleid, 28 juni 2016.

Laatste bijwerking 16.05.2022