Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

IAO-protocol betreffende gedwongen arbeid: bekrachtiging door EU-landen

IAO-protocol betreffende gedwongen arbeid: bekrachtiging door EU-landen

SAMENVATTING VAN:

SAMENVATTING

WAT DOEN DEZE BESLUITEN?

  • Door deze besluiten worden EU-regeringen gemachtigd het protocol dat de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) in 2014 heeft goedgekeurd, te bekrachtigen en worden ze opgeroepen dit voor eind 2016 te doen. Dit geeft het Verdrag betreffende gedwongen arbeid uit 1930 van de IAO een nieuwe impuls om het gebruik van gedwongen arbeid te voorkomen, met name in het kader van mensenhandel, bescherming van slachtoffers en toegang tot rechtsmiddelen.

KERNPUNTEN

  • Het IAO-protocol betreffende gedwongen arbeid is van toepassing op gebieden van sociaal beleid en justitiële samenwerking in strafzaken die onder de bevoegdheid van de EU vallen.
  • De EU kan als zodanig het protocol niet bekrachtigen. Alleen individuele EU-landen mogen dit doen. Door deze twee besluiten worden EU-regeringen gemachtigd de tekst „gezamenlijk handelend in het belang van de Europese Unie” te bekrachtigen.
  • Besluit 2015/2037 is van toepassing op gebieden van sociaal beleid in het protocol, zoals de arbeidsovereenkomst, arbeidstijd, uitzendarbeid en veiligheid en gezondheid op het werk die al onder EU-wetgeving vallen.
  • Besluit 2015/2071 is van toepassing op strafzaken in het protocol, zoals de bescherming van slachtoffers van misdrijven. De EU heeft al wetgeving op dit gebied met richtlijnen inzake de bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers.
  • Op basis van de uitstapmogelijkheid voor de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid is Denemarken niet gebonden aan Besluit 2015/2071.
  • Landen die het Protocol betreffende gedwongen arbeid bekrachtigen moeten een nationaal beleid en actieplan opstellen en internationale samenwerking aangaan om in overleg met sociale partners gedwongen arbeid te beteugelen. Ze moeten maatregelen treffen om gedwongen arbeid te voorkomen, de bescherming van slachtoffers te verbeteren en hun toegang te verschaffen tot rechtsmiddelen, met inbegrip van vergoeding.

ACHTERGROND

Gedwongen arbeid is werk dat onvrijwillig en onder dwang wordt uitgevoerd en wordt sinds de IAO-mijlpaal van het Verdrag betreffende de gedwongen arbeid nr. 29 van 1930 internationaal als een misdrijf erkend.

Volgens schattingen van de IAO zijn er toch nog 20,9 miljoen mensen wereldwijd slachtoffer van gedwongen arbeid. De meesten van hen werken nu in de particuliere sector, met name in de vorm van mensenhandel met het oog op economische uitbuiting. Het Protocol betreffende gedwongen arbeid en de aanbeveling die in 2014 door de IAO zijn goedgekeurd, zijn gericht op intensivering van de internationale strijd tegen alle vormen van gedwongen arbeid.

VANAF WANNEER ZIJN DEZE BESLUITEN VAN TOEPASSING?

Ze zijn van toepassing vanaf 12 november 2015. EU-landen moeten de nodige maatregelen nemen om uiterlijk op 31 december 2016 hun akten van bekrachtiging neer te leggen.

ACHTERGROND

Kijk voor meer informatie op:

BESLUITEN

Besluit (EU) 2015/2037 van de Raad van 10 november 2015 houdende machtiging van de lidstaten om in het belang van de Europese Unie het Protocol van 2014 bij het Verdrag betreffende de gedwongen arbeid, 1930, van de Internationale Arbeidsorganisatie te bekrachtigen ten aanzien van kwesties van sociaal beleid (PB L 298 van 14.11.2015, blz. 23-24)

Besluit (EU) 2015/2071 van de Raad van 10 november 2015 houdende machtiging van de lidstaten om in het belang van de Europese Unie het Protocol van 2014 bij het Verdrag betreffende de gedwongen arbeid, 1930, van de Internationale Arbeidsorganisatie te bekrachtigen wat betreft de artikelen 1 tot en met 4 van het Protocol ten aanzien van kwesties van justitiële samenwerking in strafzaken (PB L 301 van 18.11.2015, blz. 47-48)

GERELATEERDE BESLUITEN

Protocol van 2014 bij het Verdrag betreffende de gedwongen arbeid, 1930

Laatste bijwerking 17.03.2016

Top