Επιλέξτε τις πειραματικές λειτουργίες που θέλετε να δοκιμάσετε

Το έγγραφο αυτό έχει ληφθεί από τον ιστότοπο EUR-Lex

Έγγραφο 32002D0738

    Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan

    Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan

     

    SAMENVATTING VAN:

    Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan

    Besluit 2002/738/EG — Sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan

    WAT IS HET DOEL VAN HET VERDRAG EN HET BESLUIT?

    • Het verdrag heeft als doel de instandhouding op lange termijn en het duurzaam gebruik van alle rijkdommen van de zee te garanderen, en het milieu en de mariene ecosystemen in de wateren waarop het verdrag van toepassing is, te beschermen.
    • Bij Besluit 2002/738/EG van de Raad wordt het verdrag goedgekeurd.

    KERNPUNTEN

    De verdragsluitende partijen* verwezenlijken de doelstellingen van het verdrag door:

    • maatregelen te treffen, op basis van de best beschikbare wetenschappelijke gegevens, voor de instandhouding op lange termijn en het duurzaam gebruik van de visbestanden;
    • het voorzorgsbeginsel toe te passen. Dit betekent dat zij extra voorzichtig zijn wanneer informatie twijfelachtig, onbetrouwbaar of niet adequaat is. Het ontbreken van adequate wetenschappelijke informatie mag geen reden zijn om instandhoudings- en beheersmaatregelen uit te stellen;
    • rekening te houden met de impact van de visserij op ecologisch verwante diersoorten zoals zeevogels, cetaceeën (walvissen, dolfijnen en bruinvissen), zeehonden en zeeschildpadden;
    • maatregelen te nemen ten aanzien van soorten die deel uitmaken van hetzelfde ecosysteem;
    • de schadelijke gevolgen voor de levende rijkdommen van de zee als geheel tot een minimum te beperken;
    • de biodiversiteit te beschermen.

    De conventie is van toepassing op internationale wateren die zich in westelijke en zuidelijke richting uitstrekken van Gabon op de Afrikaanse westkust tot en met Zuid-Afrika.

    De organisatie die het verdrag uitvoert is gevestigd in Namibië. Deze organisatie werkt samen met de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie, en met andere gespecialiseerde en intergouvernementele organisaties. De organisatie kent de volgende organen.

    Commissie. In de commissie zit een vertegenwoordiger van elke verdragsluitende partij. De commissie komt jaarlijks bijeen en wanneer dit noodzakelijk is. Haar rol bestaat uit:

    • het aanwijzen van de behoeften op het gebied van instandhouding en beheer, en het formuleren van de noodzakelijke bindende maatregelen;
    • het vaststellen van totaal toegestane vangsten en het volgen van bestanden;
    • het bevorderen en coördineren van wetenschappelijk onderzoek en het instellen van effectief toezicht en effectieve controle, bewaking en handhaving;
    • het verzamelen en verspreiden van nauwkeurig statistisch materiaal.

    Uitvoeringscomité. Het uitvoeringscomité voorziet de commissie van informatie, adviezen en aanbevelingen over de tenuitvoerlegging en de naleving van de instandhoudings- en beheersmaatregelen.

    Wetenschappelijk comité. Het wetenschappelijk comité geeft de commissie wetenschappelijke adviezen en aanbevelingen en bevordert wetenschappelijk onderzoek.

    Het verdrag bevat de volgende verplichtingen.

    • De verdragsluitende partijen moeten:
      • tijdig voldoende gedetailleerde data verzamelen en verstrekken, uiteenlopend van de omvang van bestanden en visserijactiviteiten tot beheersmaatregelen;
      • de commissie een jaarlijks verslag sturen over de getroffen uitvoerings- en nalevingsmaatregelen, waaronder eventueel opgelegde sancties;
      • documenten, vistuigen en vangsten inspecteren aan boord van vissersvaartuigen die hun havens of offshore-terminals gebruiken;
      • aanlanding en overlading verbieden door vaartuigen die de vlag voeren van landen die geen partij bij het verdrag zijn en die de beheersmaatregelen niet hebben nageleefd;
      • een regeling voor waarneming, inspectie, naleving en handhaving tot stand brengen via de commissie;
      • rekening houden met de bijzondere noden van ontwikkelingslanden in de regio;
      • samenwerken om geschillen te voorkomen — technische geschillen kunnen worden voorgelegd aan een deskundig ad hoc-scheidsgerecht en meer wezenlijke geschillen kunnen worden voorgelegd voor een bindende uitspraak op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee uit 1982 (zie samenvatting).
    • Vlaggenstaten* moeten:
      • ervoor zorgen dat vaartuigen die hun vlag voeren de instandhoudings-, beheers- en controlemaatregelen naleven;
      • een vermoed geval van overtreding van de regels onmiddellijk onderzoeken en volledig verslag uitbrengen over de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen.
    • Havenstaten moeten de vlaggenstaat en de commissie informeren over vermoede overtredingen.

    DATUM VAN INWERKINGTREDING

    Het verdrag is op 13 april 2003 in werking getreden.

    ACHTERGROND

    KERNBEGRIPPEN

    Verdragsluitende partij. Een staat of regionale organisatie voor economische integratie die lid is bij het verdrag.
    Vlaggenstaat. Een land wiens vaartuigen het recht hebben de vlag van dat land te voeren.

    BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

    Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 40-55)

    Besluit 2002/738/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39)

    Laatste bijwerking 09.09.2022

    Naar boven