EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2004/300/100
Case T-411/04: Action brought on 6 October 2004 by Jean-Paul Keppenne against the Commission of the European Communities
Zaak T-411/04: Beroep, op 6 oktober 2004 ingesteld door Jean-Paul Keppenne tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak T-411/04: Beroep, op 6 oktober 2004 ingesteld door Jean-Paul Keppenne tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
PB C 300 van 4.12.2004, p. 51–52
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
|
4.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 300/51 |
Beroep, op 6 oktober 2004 ingesteld door Jean-Paul Keppenne tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
(Zaak T-411/04)
(2004/C 300/100)
Procestaal: Frans
Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 6 oktober 2004 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Jean-Paul Keppenne, wonende te Etterbeek (België), vertegenwoordigd door Paul-Emmanuel Ghislain, advocaat.
Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:
|
— |
nietig te verklaren de besluiten van de Commissie om het aantal DG-prioriteitspunten dat in het kader van de beoordelingsronde 2003 aan verzoeker is toegekend niet te verhogen en om verzoeker in het kader van bevorderingsronde 2003 niet naar de rang A5 te bevorderen, alsmede het besluit van het TABG in antwoord op verzoekersbezwaren (R/673/03 en R/716/03); |
|
— |
de Commissie te veroordelen tot betaling aan verzoeker van een bedrag van 3000 euro ter vergoeding van de geleden morele schade; |
|
— |
de Commissie te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Het onderhavige beroep sluit aan bij dat in zaak T-272/04, waarin is opgekomen tegen de stilzwijgende besluiten tot afwijzing van door dezelfde verzoeker ingediende bezwaren. Nu het TABG uiteindelijk expliciete afwijzingsbesluiten heeft genomen, zijn het precies die besluiten waarom in casu de nietigverklaring wordt gevorderd.
Tot staving van zijn aanspraken voert verzoeker in wezen aan dat de betrokken besluiten jegens verzoeker een verkapte sanctie zijn wegens zijn detachering in het belang van de dienst bij het Hof van Justitie, en dat daarin niet op passende wijze rekening is gehouden met zijn verdiensten.
De in het verzoekschrift aangevoerde middelen zijn ontleend aan de schending van de voorschriften inzake de beoordeling en bevordering van ambtenaren, het non-discriminatie- en het evenredigheidsbeginsel, alsmede het vermeende misbruik van bevoegdheid in het onderhavige geval.