Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Programma voor de bevordering van de korte vaart

Bij deze mededeling wordt een programma ingesteld voor de bevordering van de korte vaart binnen de Europese Unie (EU), dat wettelijke, technische en operationele acties omvat.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie: Programma voor de bevordering van de korte vaart [COM(2003) 155 definitief – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

In haar witboek over het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010 heeft de Commissie het belang onderstreept van de korte vaart om de toename van het vrachtvervoer over de weg tegen te gaan, de verdeling tussen de verschillende takken van het vervoer ('modal split') meer in evenwicht te brengen en de knelpunten op het land te omzeilen. De ontwikkeling van de korte vaart kan ook bijdragen tot de vermindering van het wegvervoer, het opnieuw in evenwicht brengen van de modal split, het omzeilen van de knelpunten op het land en de bevordering van duurzame ontwikkeling en veiligheid.

Het in de mededeling uiteengezette programma omvat een geheel van 14 activiteiten, die onderverdeeld zijn in concrete maatregelen, waarbij voor elke maatregel de betrokken partijen en de uitvoeringskalender (van 2003 tot en met 2010) zijn aangegeven. Het programma omvat initiatieven op communautair, nationaal, regionaal en sectoraal niveau om de korte vaart via wettelijke, technische en operationele acties te bevorderen.

De wettelijke acties zijn:

  • tenuitvoerlegging van de richtlijn betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van EU-landen: deze richtlijn vereenvoudigt de administratieve procedures voor vervoer over zee door de EU-landen te verplichten de standaard FAL-formulieren van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) (EN) te erkennen, waarmee alle nodige aankomst- en vertrekinformatie van een schip schriftelijk kan worden verkregen. Deze richtlijn betreffende meldingsformaliteiten is vervangen door Richtlijn 2010/65/EU, die voorziet in een standaardsysteem voor elektronische gegevensoverdracht;
  • tenuitvoerlegging van het Marco Polo-programma: de programma's Marco Polo en Marco Polo II, die over een jaarlijkse begroting van ongeveer 18,75 miljoen euro beschikken, moeten bijdragen tot het verplaatsen van enkele miljarden tonkilometer per jaar van de weg naar de korte vaart, het spoor en de binnenwateren;
  • normalisering en harmonisering van intermodale laadeenheden: de huidige diversiteit van de laadeenheden (containers en wissellaadbakken) creëert frictiekosten en vertragingen bij de behandelingsactiviteiten tussen de verschillende transporttakken;
  • aanleg van "snelwegen van de zee": snelwegen van de zee moeten het mogelijk maken de huidige knelpunten op het land in Europa te omzeilen als onderdeel van uitgebreide deur-tot-deur-logistiekketens. Zij moeten efficiënte, regelmatige en frequente diensten aanbieden die bijvoorbeeld in termen van vervoerstijd en prijs met de weg kunnen concurreren;
  • verbetering van de milieuprestatie van de korte vaart: het maritieme vervoer is per ton of vervoerde passagier in het algemeen minder schadelijk voor het milieu dan andere vervoersmodaliteiten. Een modaliteitverschuiving naar de korte vaart zou bijvoorbeeld kunnen bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Protocol van Kyoto.

De technische acties zijn:

  • opstellen van een gids voor douaneregelingen voor de kustvaart: de Commissie heeft een gids voor douaneregelingen voor de kustvaart gepubliceerd. Deze heeft een dubbel doel: hij bevat uitleg over de douaneregels voor de korte vaart, inclusief gelegenheden om gebruik te maken van vereenvoudigde procedures (de basis van de tweede doelstelling) en er wordt in aangegeven op welke gebieden zich verdere vereenvoudigingen opdringen;
  • vaststellen en opheffen van hinderpalen voor het succesvoller maken van de korte vaart: sinds december 1999 stelt de Commissie een lijst van obstakels samen die de ontwikkeling van de korte vaart belemmeren. De vastgestelde obstakels kunnen worden ingedeeld in vijf categorieën: het imago van een ouderwetse sector, complexe administratieve procedures, een gebrek aan efficiëntie in de havens, een verschillende toepassing van de regels en procedures in de EU-landen en een gebrek aan integratie in de intermodale logistiekketen;
  • onderlinge aanpassing van nationale toepassing en computerisering van de communautaire douaneprocedures: het initiatief "e-douane" heeft tot doel de procedures die nodig zijn voor het aangeven van de lading te versnellen en te vereenvoudigen. Als een van de eerste stappen in de e-douane zullen circa 3000 douanekantoren in 22 landen weldra het nieuwe systeem voor geautomatiseerd douanevervoer (NCTS) gaan toepassen, waardoor het papierwerk betreffende vervoer in het kader van het enig document (ED) vervangen zal worden door elektronische boodschappen;
  • onderzoek en technologische ontwikkeling: het onderzoek op dit gebied heeft tot doel de kwaliteit, veiligheid, beveiliging en milieuprestaties van het maritieme transport te verbeteren. In het kader van het zesde kaderprogramma werd een thematisch netwerk voor de korte vaart opgezet, dat onderzoek moet verrichten dat rechtstreeks met de korte vaart verband houdt.

De operationele acties zijn:

  • administratieve "one-stop shops" in havens: deze moeten de formaliteiten betreffende de aankomst, het vertrek en de in- en uitklaring van schepen vereenvoudigen. Een one-stop shop” beperkt het aantal instanties dat ter controle aan boord van een schip gaat en controles verricht en biedt havengebruikers één contactpunt of een helpdesk voor de administratieve formaliteiten;
  • garanderen van de vitale rol van de "focal points voor de korte vaart": er moet worden gezorgd voor een permanente samenwerking tussen de "focal points" en de Commissie door de organisatie van regelmatige vergaderingen en een continue verspreiding van informatie via het online-instrument "CIRCA" (Communication and Information Resource Centre Administrator). De kandidaat-lidstaten moeten eveneens bij deze werkzaamheden betrokken worden om hen bewust te maken van het belang van de korte vaart;
  • garanderen van de goede werking en begeleiding van "centra voor de bevordering van de korte vaart": deze centra worden gedreven door zakelijke belangen en bieden een praktisch instrument om de korte vaart te bevorderen op nationaal niveau. De nationale centra zijn momenteel genetwerkt in het "European Short Sea Network" (ESN) dat een gemeenschappelijk instrument voor de bevordering van de korte vaart in Europa aanbiedt. Het doel van dit netwerk is informatie en beste praktijken uit te wisselen en praktisch advies te verstrekken betreffende de verschillende etappes van een kortevaartreis;
  • bevorderen van het imago van de korte vaart als een succesvol vervoersalternatief: de korte vaart moet een moderner en dynamischer imago krijgen door de sterke punten ervan meer in de verf te zetten, namelijk zijn snelheid, betrouwbaarheid, flexibiliteit, regelmaat, frequentie en hoog niveau van ladingveiligheid;
  • verzamelen van statistische informatie: de Europese statistieken betreffende de kortevaarthandel zijn niet voldoende gedetailleerd. Het is de bedoeling een beroep te doen op de Organisatie van de zeehavens van de Europese Gemeenschap (ESPO) voor het verzamelen van informatie over de korte vaart, totdat de Richtlijn van de Raad betreffende maritieme statistieken voldoende informatie oplevert om vergelijkingen te kunnen maken.

Laatste wijziging: 05.09.2011

Top