This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Luchtveiligheid: Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart
De Commissie stelt voor een uniform hoog niveau van veiligheid in de Europese burgerluchtvaart in te voeren met het oog op de totstandbrenging van een gemeenschappelijk Europees luchtruim. Zij stelt de bevoegdheden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart in dat verband vast en legt de nadruk op de behoefte aan harmonisering van de normen op het gebied van luchtveiligheid.
BESLUIT
Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart [Publicatieblad L 240 van 7.9.2002]. [Zie wijzigingsbesluiten]
SAMENVATTING
Om aan de groeiende bezorgdheid van de passagiers tegemoet te komen moeten de vliegtuigen zodanig worden ontworpen dat de veiligheid en de gezondheid van de reizigers worden verbeterd.
Het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart van Chicago (1944), waarbij alle lidstaten partij zijn, voorziet reeds in minimumnormen om de veiligheid van de burgerluchtvaart en de bescherming van het milieu te waarborgen.
De verordening is van toepassing op alle gebieden van de burgerluchtvaart. Zij is niet van toepassing op luchtvaartuigen, personen en organisaties die voor militaire doeleinden, douaneacties of politionele acties worden ingezet.
Essentiële eisen
De opdracht van het Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (AESA) bestaat erin de harmonisering van de technische voorschriften te bevorderen en vooral de uniforme toepassing ervan te waarborgen. Het gebeurt nog vaak dat een constructeur verschillende versies van een zelfde vliegtuigtype of uitrusting moet bouwen naargelang van het land waar ze zullen worden gebruikt.
Tezelfdertijd heeft deze uniformisering ten doel de activiteiten van de Europese luchtvaartindustrie te vergemakkelijken door haar op basis van één enkel certificaat toegang te verschaffen tot de gehele Europese markt.
In uitzonderlijke omstandigheden, en op voorwaarde dat een passende communautaire controle plaatsvindt, mogen de lidstaten maatregelen treffen:
De in het kader van de toepassing van de verordening verzamelde informatie wordt vertrouwelijk behandeld, overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG betreffende de bescherming van persoonsgegevens. Deze informatie wordt evenwel ter beschikking gesteld van alle nationale luchtvaartautoriteiten en alle instanties die met het onderzoek naar ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart binnen de Gemeenschap zijn belast. Het agentschap publiceert jaarlijks een veiligheidsrapport teneinde het grote publiek te informeren over het algemene veiligheidsniveau.
Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart
De taken van het Agentschap zijn:
Het Agentschap kan bepaalde beschikkingen nemen. Het kan:
Interne structuur
Het Agentschap is een orgaan van de Gemeenschap met rechtspersoonlijkheid. Het Agentschap kan in elke lidstaat een kantoor vestigen mits de betreffende lidstaat hiermee instemt. Het wordt vertegenwoordigd door zijn uitvoerend directeur.
Het personeel van het Agentschap bestaat uit een beperkt aantal ambtenaren die door de Commissie of de lidstaten voor het vervullen van beheerstaken worden toegewezen of gedetacheerd en uit andere personeelsleden die door het Agentschap voor een strikt beperkte periode worden aangeworven naargelang zijn werkzaamheden zulks vereisen.
Alle adviezen die de Commissie worden verstrekt met het oog op toekomstige beschikkingen moeten beschikbaar zijn in alle talen van de Gemeenschap. De aanvragen om certificering bij het Agentschap kunnen in één van de officiële talen van de Gemeenschap worden ingediend en zullen door het Agentschap in dezelfde taal worden beantwoord.
De Raad van bestuur is belast met het toezicht op de werkzaamheden en stelt hiertoe een uitvoerend directeur aan; de Raad neemt het jaarverslag en het werkprogramma aan (dat vooraf door de Commissie wordt goedgekeurd) en stelt de begroting vast. Hij keurt de werkprocedures goed die door het Agentschap moeten worden gevolgd met name de door de Commissie goed te keuren richtsnoeren voor de toekenning van certificeringstaken aan gekwalificeerde instanties.
De Raad van bestuur bestaat uit een vertegenwoordiger van elke lidstaat en een vertegenwoordiger van de Commissie. De Raad van bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter en een vice-voorzitter. De duur van het mandaat is drie jaar en kan worden verlengd.
De uitvoerend directeur is als enige bevoegd om beschikkingen te nemen op het gebied van veiligheid en milieubescherming; hij beslist over inspecties en onderzoekingen; hij is de manager van het agentschap en is derhalve verantwoordelijk voor de opstelling en de uitvoering van de begroting en van het werkprogramma alsmede voor alle personeelszaken.
Er worden kamers van beroep benoemd die de individuele beschikkingen van het Agentschap beoordelen. De taken van de kamers van beroep en van het Agentschap zijn duidelijk gescheiden. De leden van de kamers van beroep moeten onafhankelijk zijn.
Beroep kan worden ingesteld tegen:
Beroepszaken hebben alleen een opschortend effect wanneer het Agentschap hierin een uitspraak doet. Beroep kan uitsluitend worden aangetekend tegen een definitieve beschikking.
Iedereen kan een beroep instellen tegen een beschikking die tot hem is gericht of die hem rechtstreeks en individueel raakt.
De kamer van beroep kan haar onderzoek beëindigen door het nemen van een beschikking of door het terugverwijzen van de zaak naar het bevoegde orgaan van het Agentschap dat dan gebonden is door de beschikking van de kamer van beroep. Tegen de beschikking van de kamer van beroep kan beroep worden ingesteld bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen op dezelfde wijze als bij de communautaire beschikkingen bedoeld in artikel 230 van het EG-Verdrag.
De lidstaten kunnen beroep aantekenen tegen door het Agentschap genomen beschikkingen inzake typecertificering en inspecties.
Werkmethoden
De Raad van bestuur moet doorzichtige procedures voor de vaststelling van de adviezen, de aanvaardbare methoden van goedkeuring en de richtsnoeren vaststellen. Deze procedures moeten waarborgen dat gebruik wordt gemaakt van relevante deskundigheid, dat op ruime schaal overleg wordt gepleegd met alle betrokken partijen en dat elke lidstaat bij de vaststelling van adviezen, methoden van goedkeuring en richtsnoeren wordt betrokken. Er moeten speciale procedures worden ontwikkeld waarmee het Agentschap onmiddellijk maatregelen kan nemen in geval zich een veiligheidsprobleem voordoet. Er moeten ook analoge doorzichtige procedures komen voor het nemen van individuele beschikkingen.
Het Agentschap en de namens het Agentschap optredende gekwalificeerde instanties kunnen alle noodzakelijke onderzoekingen en inspecties verrichten ter uitvoering van de aan hen opgedragen taken.
Het Agentschap controleert in de lidstaten of de verordening en de nationale uitvoeringsbepalingen correct worden toegepast.
Het Agentschap verricht het nodige onderzoek met het oog op de aflevering van de relevante certificaten en de permanente controle van de veiligheid.
Financiële bepalingen
De ontvangsten van het Agentschap bestaan uit een bijdrage van de Gemeenschap, de (voor het afgeven van certificaten betaalde) vergoedingen en de voor publicaties en opleidingen door het Agentschap in rekening gebrachte kosten.
De financiële controle wordt uitgevoerd door de Financieel Controleur van de Commissie. De Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen onderzoekt de rekeningen van het Agentschap en publiceert elk jaar een verslag over de activiteiten van het Agentschap. Op aanbeveling van de Raad verleent het Europees Parlement de uitvoerend directeur van het Agentschap decharge met betrekking tot de uitvoering van de begroting.
Na instemming door de Commissie en na het advies van de Rekenkamer, keurt de Raad van bestuur het Financieel Reglement van het Agentschap goed, waarin met name de wijze van opstelling en uitvoering van de begroting wordt geregeld.
Het Agentschap zal pas twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze verordening volledig operationeel zijn.
In 2004 heeft het Agentschap zijn hoofdkantoor definitief in Keulen (Duitsland) gevestigd.
Referenties
Besluit |
Inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad |
Verordening (EG) nr. 1592/2002 |
27.9.2002 |
27.9.2002 |
L 240 van 15.7.2002 |
Wijzigingsbesluit(en) |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten |
Publicatieblad |
Verordening (EG) nr.1643/2003 |
30.9.2003 |
- |
L 245 van 22.7.2003 |
Verordening (EG) nr.334/2007 |
29.3.2007 |
- |
L 88 van 29.3.2007 |
GERELATEERDE BESLUITEN
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 15 november 2005 - Uitbreiding van de taakstelling van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart - Agenda voor 2010 [COM(2005) 578 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad]. Met de mededeling van 15 november 2005 beoogt de Commissie de taken van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (AESA) uit te breiden. Ten gevolge van het aantal catastrofes dat zich in de zomer van 2005 heeft voorgedaan stelt de Commissie voor de gemeenschappelijke regels, en dus de bevoegdheden van het AESA, uit te breiden teneinde een geharmoniseerde toepassing van de regels inzake veiligheid van de luchtvaart in Europa en een betere doeltreffendheid van de regelgeving voor de Europese luchtvaart in het algemeen te waarborgen. Het AESA zal deze gemeenschappelijke regels voorbereiden, ten uitvoer leggen en toezien op de controle ervan. Het Agentschap is trouwens, volgens de Commissie, flink op weg om uiterlijk 2010 dé Europese autoriteit, met uitgebreide bevoegdheden voor alle aspecten van de veiligheid van de luchtvaart, te worden.
Verordening (EG) nr. 2320/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart - Interinstitutionele verklaring [Publicatieblad L 355 van 30.12.2002].
Verordening (EG) nr. 1701/2003 van de Commissie van 24 september 2003 tot aanpassing van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart [Publicatieblad L 243 van 27.9.2003].
Verordening (EG) nr. 104/2004 van de Commissie van 22 januari 2004 tot vaststelling van regels voor de organisatie en de samenstelling van de kamer van beroep van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart [Publicatieblad L 16 van 23.1.2004].
Besluit van de Raad van 29 april 2004 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het protocol betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart [Publicatieblad L 304 van 30.9.2004].
Laatste wijziging: 28.08.2007