This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Toelating en verblijf van onderzoekers uit niet-EU-landen
SAMENVATTING VAN:
WAT IS HET DOEL VAN DEZE RICHTLIJN?
KERNPUNTEN
De richtlijn is van toepassing op niet-EU-burgers, behalve wanneer gunstigere bepalingen van toepassing zijn in het kader van bilaterale of multilaterale overeenkomsten tussen de EU of de EU en haar lidstaten en één of meer niet-EU-landen.
Deze richtlijn is niet van toepassing op:
Onderzoeksinstellingen
Een onderzoeksinstelling die een onderzoeker wenst te ontvangen moet vooraf door het betrokken EU-land worden erkend. Deze vergunningen zijn meestal minimaal vijf jaar geldig. Alle EU-landen moeten jaarlijks een lijst van erkende onderzoeksinstellingen publiceren.
Onderzoeksinstellingen moeten een „gastovereenkomst”, een rechtsgeldig contract met de onderzoeker, ondertekenen, waarin wordt geëist dat:
Toelating van onderzoekers
EU-landen moeten onderzoekers toelaten als zij:
EU-landen moeten een verblijfstitel voor één jaar of langer uitgeven en deze jaarlijks vernieuwen. Als het onderzoeksproject minder dan een jaar in beslag neemt, moet een verblijfstitel worden verstrekt voor de duur van het onderzoek. Er mag een verblijfstitel voor dezelfde periode worden uitgegeven voor gezinsleden van de onderzoeker.
Houders van een verblijfstitel genieten op de volgende gebieden dezelfde behandeling als nationale onderdanen:
Procedure
Ieder EU-land besluit of aanvragen voor verblijfstitels door de onderzoeker moeten worden ingediend of door de onderzoeksinstelling.
Aanvragen moeten worden ingediend in het land van vestiging van de onderzoeker via diplomatieke en consulaire instanties van het EU-land waar hij of zij het onderzoek wenst te verrichten.
EU-landen kunnen volgens hun nationale wetgeving ook voorzien in de mogelijkheid dat aanvragers vanaf hun grondgebied een aanvraag indienen.
Intrekking
Richtlijn 2005/71/EG wordt ingetrokken en vanaf 24 mei 2018 vervangen door Richtlijn (EU) 2016/801.
VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?
Het besluit is sinds 23 november 2005 van toepassing. EU-landen moesten de richtlijn voor 12 oktober 2007 omzetten in nationale wetgeving.
ACHTERGROND
De mobiliteit van onderzoekers vormt een belangrijk element in het verwerven en delen van kennis. Het vereenvoudigen van toelatings- en verblijfsprocedures voor onderzoekers uit landen buiten de EU kan hieraan bijdragen.
Kijk voor meer informatie op:
BESLUIT
Richtlijn 2005/71/EG van 12 oktober 2005 betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 15-22)
Achtereenvolgende wijzigingen en correcties aan Richtlijn 2005/71/EG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie dient alleen als referentie.
GERELATEERDE BESLUITEN
Richtlijn 2004/114/EG van de Raad van 13 december 2004 betreffende de voorwaarden voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op studie, scholierenuitwisseling, onbezoldigde opleiding of vrijwilligerswerk (PB L 375 van 23.12.2004, blz. 12-18)
Aanbeveling van de Commissie van 11 maart 2005 betreffende het Europese Handvest voor Onderzoekers en betreffende een Gedragscode voor de Rekrutering van Onderzoekers (PB L 75 van 22.3.2005, blz. 67-77)
Richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van woensdag 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten (PB L 132 van 21.5.2016, blz. 21-57)
Laatste bijwerking 09.08.2016