This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32005R2046
Regulation (EC) No 2046/2005 of the European Parliament and of the Council of 14 December 2005 relating to measures envisaged to facilitate the procedures for applying for and issuing visas for members of the Olympic family taking part in the 2006 Olympic and/or Paralympic Winter Games in Turin
Verordening (EG) nr. 2046/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende maatregelen ter vereenvoudiging van de procedures voor de aanvraag en afgifte van visa voor de leden van de olympische familie die deelnemen aan de Olympische en/of Paralympische Winterspelen van 2006 in Turijn
Verordening (EG) nr. 2046/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende maatregelen ter vereenvoudiging van de procedures voor de aanvraag en afgifte van visa voor de leden van de olympische familie die deelnemen aan de Olympische en/of Paralympische Winterspelen van 2006 in Turijn
PB L 334 van 20.12.2005, p. 1–6
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 19/03/2006
20.12.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 334/1 |
VERORDENING (EG) nr. 2046/2005 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 14 december 2005
betreffende maatregelen ter vereenvoudiging van de procedures voor de aanvraag en afgifte van visa voor de leden van de olympische familie die deelnemen aan de Olympische en/of Paralympische Winterspelen van 2006 in Turijn
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 62, lid 2, onder a) en b), ii),
Gezien het voorstel van de Commissie,
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1295/2003 van de Raad van 15 juli 2003 inzake maatregelen ter vergemakkelijking van de procedures voor de aanvraag en afgifte van visa voor de leden van de olympische familie die deelnemen aan de Olympische Spelen of de Paralympische Spelen van 2004 in Athene (2), werd voor de leden van de olympische familie die deelnemen aan de Olympische en/of Paralympische Spelen van 2004 in Athene een specifieke tijdelijke regeling ingevoerd die afwijkt van de gebruikelijke procedures voor de afgifte van visa, teneinde Griekenland in staat te stellen de eerste Olympische en Paralympische Spelen die door een lidstaat van de Schengenruimte zonder binnengrenzen worden georganiseerd te ontvangen, en te voldoen aan zijn verplichtingen uit hoofde van het Olympisch Handvest. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 1295/2003 bevatte specifieke bepalingen ter vereenvoudiging zowel van de procedures voor de indiening van aanvragen voor uniforme visa als van de vorm waarin de visa voor de leden van de olympische familie werden afgegeven, alsmede specifieke bepalingen ter vereenvoudiging van de controles aan de buitengrenzen voor deze categorie personen. Zij voorzag tevens in een evaluatieverslag over de werking van de verordening dat moest worden ingediend bij het Europees Parlement en de Raad. |
(3) |
In haar beoordeling kwam de Commissie tot de conclusie dat Verordening (EG) nr. 1295/2003 succesvol was uitgevoerd en dat de uitzonderingsregeling doeltreffend, soepel en adequaat was om de binnenkomst en het korte verblijf van leden van de olympische familie die aan de Spelen deelnamen binnen de Schengenruimte zonder binnengrenzen te regelen. |
(4) |
Daarom moet de Europese Unie voor de Olympische en Paralympische Winterspelen van 2006 een soortgelijke uitzonderingsregeling vaststellen om Italië als organiserend land in staat te stellen te voldoen aan zijn verplichtingen uit hoofde van het Olympisch Handvest, waarbij tegelijk een hoog veiligheidsniveau in de Schengenruimte zonder binnengrenzen moet worden gewaarborgd. |
(5) |
Hoewel de visumplicht blijft bestaan voor de leden van de olympische familie die onderdaan zijn van derde landen en visumplichtig zijn krachtens Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (3), moet voor de duur van de Olympische en/of Paralympische Winterspelen van 2006 een tijdelijke uitzonderingsregeling worden vastgesteld. |
(6) |
De werkingssfeer van deze uitzonderingsregeling moet worden beperkt tot de bepalingen van het acquis inzake de indiening van visumaanvragen en inzake de afgifte en de vorm van visa. Ook moeten de controlemethoden aan de buitengrenzen voorzover nodig worden aangepast om rekening te houden met de wijziging van de visumregeling. |
(7) |
De visumaanvraag voor de leden van de olympische familie die aan de Olympische en/of Paralympische Winterspelen van 2006 deelnemen, moet samen met de aanvraag om accreditatie via de verantwoordelijke organisaties bij het organisatiecomité van de Olympische en Paralympische Winterspelen 2006 worden ingediend. In het aanvraagformulier voor de accreditatiekaart worden essentiële gegevens betreffende de betrokken persoon vermeld, zoals volledige naam, geslacht, geboortedatum en ‐plaats, alsmede nummer, type en geldigheidsduur van hun paspoort; voorts wordt vermeld of de betrokkene houder is van een door een Schengenstaat afgegeven verblijfsvergunning alsmede het type en de geldigheidsduur van die vergunning. Dergelijke aanvragen moeten aan de voor de afgifte van visa bevoegde Italiaanse diensten worden toegezonden. |
(8) |
Het organisatiecomité van de Olympische en Paralympische Winterspelen 2006 geeft overeenkomstig de in de Italiaanse wetgeving vastgestelde specifieke voorschriften accreditatiekaarten af aan de leden van de olympische familie. Aangezien de Spelen het doelwit kunnen zijn van terroristische aanslagen, is de accreditatiekaart een sterk beveiligd document dat specifiek toegang verleent tot de plaatsen waar de wedstrijden plaatsvinden en tot andere activiteiten die tijdens de Olympische en Paralympische Winterspelen van 2006 worden georganiseerd. Het afgegeven visum wordt aangebracht door in de accreditatiekaart een nummer op te nemen. |
(9) |
Onverminderd de bepalingen van deze verordening kunnen de leden van de olympische familie nog steeds een individuele visumaanvraag indienen overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het Schengenacquis. |
(10) |
Indien in deze verordening geen specifieke regelingen zijn vastgesteld, zijn de relevante bepalingen van het Schengenacquis inzake visa en controles aan de buitengrenzen van de lidstaten van toepassing. Deze verordening is niet van toepassing op de leden van de olympische familie die visumplichtige onderdanen zijn van derde landen en houder zijn van een verblijfsvergunning of een voorlopige verblijfsvergunning die is afgegeven door een van de lidstaten die het Schengenacquis volledig toepassen. Voor verblijven in de Schengenruimte zonder binnengrenzen die naar verwachting langer zullen duren dan 90 dagen, kunnen overeenkomstig de Italiaanse wetgeving tijdelijke verblijfsvergunningen worden afgegeven aan de leden van de olympische familie. |
(11) |
Er moet worden bepaald dat de uitvoering van de uitzonderingsregeling zal worden geëvalueerd na de sluiting van de Paralympische Winterspelen van 2006. |
(12) |
Voor de verwezenlijking van de hoofddoelstelling, namelijk de afgifte van visa aan de leden van de olympische familie vergemakkelijken, is het noodzakelijk en dienstig deze tijdelijke afwijking van een aantal bepalingen van het Schengenacquis in te voeren. Overeenkomstig het in artikel 5, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. |
(13) |
Wat de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de gesloten Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (4), die valt onder het gebied dat is bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst (5). |
(14) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze verordening door de Raad; deze verordening is derhalve niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken. Aangezien deze verordening echter voortbouwt op het Schengenacquis overeenkomstig de bepalingen van het derde deel van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 5 van het protocol binnen een termijn van zes maanden na de datum van aanneming van deze verordening of het deze in zijn nationale wetgeving zal omzetten. |
(15) |
Deze verordening vormt een ontwikkeling van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (6). Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening, die dan ook niet bindend is voor, noch van toepassing is op het Verenigd Koninkrijk. |
(16) |
Deze verordening vormt een ontwikkeling van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (7). Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening, die dan ook niet bindend is voor, noch van toepassing is op Ierland. |
(17) |
Wat Zwitserland betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de overeenkomst die is ondertekend door de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die valt onder het gebied bedoeld in artikel 4, lid 1, van Besluit 2004/860/EG van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de ondertekening van de overeenkomst namens de Europese Gemeenschap en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van die overeenkomst (8). |
(18) |
Al de bepalingen van deze verordening, met uitzondering van artikel 9, vormen op het Schengenacquis voortbouwende of anderszins daaraan gerelateerde bepalingen in de zin van artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
DOEL EN DEFINITIES
Artikel 1
Doel
In deze verordening wordt voor de leden van de olympische familie voor de duur van de Olympische en Paralympische Winterspelen van 2006 een tijdelijke regeling ingevoerd, die afwijkt van bepaalde voorschriften van het Schengenacquis inzake de procedures voor de aanvraag en afgifte van visa, alsmede inzake het uniforme visummodel.
Behoudens deze specifieke bepalingen blijven de relevante voorschriften van het Schengenacquis inzake de procedures voor de aanvraag en afgifte van visa van toepassing.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. |
„verantwoordelijke organisaties” met betrekking tot maatregelen ter vereenvoudiging van de procedures voor de aanvraag en afgifte van visa voor de leden van de olympische familie die deelnemen aan de Olympische en/of Paralympische Winterspelen van 2006: de officiële organisaties die op grond van het Olympisch Handvest bevoegd zijn om de lijsten van de leden van de olympische familie bij het organisatiecomité van de Olympische en Paralympische Winterspelen 2006 in te dienen met het oog op de afgifte van accreditatiekaarten voor de Spelen; |
2. |
„lid van de olympische familie”: alle personen die lid zijn van het Internationaal Olympisch Comité, het Internationaal Paralympisch Comité, internationale federaties, nationale olympische en paralympische comités, de organisatiecomités van de Olympische Spelen en de nationale organisaties, zoals atleten, scheidsrechters, trainers en andere sporttechnici, het medisch personeel van de ploegen of de individuele sporters, alsmede door de media geaccrediteerde journalisten, hoge kaderleden, donateurs, sponsors of andere officiële genodigden die bereid zijn het Olympisch Handvest na te leven, zich te onderwerpen aan de controle en de autoriteit van het Internationaal Olympisch Comité, opgenomen zijn in de lijsten van de verantwoordelijke organisaties en door het organisatiecomité van de Olympische en Paralympische Winterspelen 2006 voor deelname aan de Olympische en/of Paralympische Winterspelen van 2006 zijn geaccrediteerd; |
3. |
„olympische accreditatiekaarten” afgegeven door het organisatiecomité van de Olympische en Paralympische Winterspelen 2006 overeenkomstig Ordinanza nr. 3463 del Presidente del Consiglio dei Ministri van 9 september 2005 (GU nr. 219 van 20.9.2005): twee beveiligde documenten, één voor de Olympische Spelen en één voor de Paralympische Spelen, waarop een foto van de houder is aangebracht en waaruit de identiteit van het lid van de olympische familie blijkt, en die toegang verlenen tot de plaatsen waar de sportwedstrijden en andere tijdens de Spelen geplande manifestaties plaatsvinden; |
4. |
„duur van de Olympische en Paralympische Spelen”: de periode van 10 januari 2006 tot en met 26 maart 2006 voor de Olympische Winterspelen van 2006 en de periode van 10 februari 2006 tot en met 19 april 2006 voor de Paralympische Winterspelen van 2006; |
5. |
„organisatiecomité van de Olympische en Paralympische Winterspelen 2006”: het comité dat krachtens artikel 12 van het Italiaanse Burgerlijk Wetboek (RD 16/3/1942 n. 262) op 27 december 1999 is opgericht om de Olympische en Paralympische Winterspelen van 2006 in Turijn te organiseren en dat beslist over de accreditatie van de leden van de olympische familie die aan deze Spelen deelnemen; |
6. |
„voor de afgifte van visa bevoegde diensten”: de diensten die Italië heeft aangewezen voor het onderzoek van de aanvragen en de afgifte van visa aan de leden van de olympische familie. |
HOOFDSTUK II
AFGIFTE VAN VISA
Artikel 3
Voorwaarden
Een visum mag slechts op grond van deze verordening worden afgegeven indien de betrokkene aan de volgende voorwaarden voldoet:
a) |
hij is door een van de verantwoordelijke organisaties aangewezen en door het organisatiecomité van de Olympische en Paralympische Winterspelen 2006 geaccrediteerd om deel te nemen aan de Olympische en/of Paralympische Winterspelen van 2006; |
b) |
hij is houder van een geldig reisdocument voor het overschrijden van de buitengrenzen, zoals bedoeld in artikel 5 van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (9)(hierna de „Schengenuitvoeringsovereenkomst” genoemd); |
c) |
hij is niet ter fine van weigering gesignaleerd; |
d) |
hij wordt niet beschouwd als een gevaar voor de openbare orde, de binnenlandse veiligheid of de internationale betrekkingen van een lidstaat. |
Artikel 4
Indiening van de aanvraag
1. Wanneer een verantwoordelijke organisatie een lijst opstelt van de voor deelname aan de Olympische en/of Paralympische Winterspelen van 2006 geselecteerde personen, kan zij, samen met de aanvraag voor een olympische accreditatiekaart voor de geselecteerde personen, een gemeenschappelijke visumaanvraag indienen voor de geselecteerde personen die krachtens Verordening (EG) nr. 539/2001 visumplichtig zijn, tenzij deze personen houder zijn van een door een Schengenstaat afgegeven verblijfsvergunning.
2. De gemeenschappelijke visumaanvragen voor de betrokken personen worden samen met de aanvragen voor een olympische accreditatiekaart toegezonden aan het organisatiecomité van de Olympische en Paralympische Winterspelen 2006, volgens de door het organisatiecomité vastgestelde procedure.
3. Voor de deelnemers aan de Olympische en/of Paralympische Winterspelen van 2006 wordt één visumaanvraag per persoon ingediend.
4. De gemeenschappelijke visumaanvragen worden door het organisatiecomité van de Olympische en Paralympische Winterspelen 2006 samen met een kopie van de aanvragen voor een olympische accreditatiekaart voor de betrokken personen, waarop hun volledige naam, nationaliteit, geslacht, geboortedatum en ‐plaats, alsmede nummer, type en geldigheidsduur van hun paspoort zijn vermeld, zo snel mogelijk toegezonden aan de voor de afgifte van visa bevoegde diensten.
Artikel 5
Onderzoek van de gemeenschappelijke visumaanvraag en type van het afgegeven visum
1. Het visum wordt afgegeven door de voor de afgifte van visa bevoegde diensten nadat is onderzocht of aan de voorwaarden van artikel 3 is voldaan.
2. Het afgegeven visum is een uniform visum voor kort verblijf voor verscheidene binnenkomsten, op grond waarvan een verblijf van ten hoogste negentig (90) dagen tijdens de duur van de Olympische en/of Paralympische Winterspelen van 2006 is toegestaan.
3. Voor leden van de olympische familie die niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, onder c) of d), kunnen de voor de afgifte van visa bevoegde diensten een visum met territoriaal beperkte geldigheid afgeven overeenkomstig artikel 16 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.
Artikel 6
Vorm van het visum
1. Het visum krijgt de vorm van twee nummers die in de olympische accreditatiekaart worden opgenomen. Het eerste nummer is het visumnummer. Voor het uniforme visum bestaat dat nummer uit zeven (7) tekens, waarvan zes (6) cijfers, voorafgegaan door de letter „C”. Voor het visum met territoriaal beperkte geldigheid bestaat dat nummer uit acht (8) tekens, waarvan zes (6) cijfers, voorafgegaan door de letters „IT”. Het tweede nummer is het nummer van het paspoort van de betrokkene.
2. De voor de afgifte van visa bevoegde diensten zenden de visumnummers toe aan het organisatiecomité voor de Olympische en Paralympische Winterspelen 2006 met het oog op de afgifte van de accreditatiekaarten.
Artikel 7
Kosteloosheid van het visum
De voor de afgifte van visa bevoegde diensten brengen geen kosten in rekening voor het onderzoek van de visumaanvragen en de afgifte van de visa.
HOOFDSTUK III
ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 8
Annulering van visa
Wanneer de lijst van de voor deelname aan de Olympische en/of Paralympische Winterspelen van 2006 geselecteerde personen vóór de aanvang van de Winterspelen wordt gewijzigd, stellen de verantwoordelijke organisaties het organisatiecomité van de Olympische en Paralympische Winterspelen 2006 hiervan onverwijld in kennis, zodat de accreditatiekaart van de van de lijst geschrapte personen kan worden ingetrokken. Het organisatiecomité stelt de voor de afgifte van visa bevoegde diensten hiervan in kennis en deelt de nummers van de betrokken visa mee.
De voor de afgifte van visa bevoegde diensten annuleren de visa van de betrokken personen. Zij stellen de voor de grenscontroles bevoegde diensten daarvan onmiddellijk in kennis en deze zenden die informatie onverwijld toe aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten.
Artikel 9
Controles aan de buitengrenzen
1. De controles bij de binnenkomst van leden van de olympische familie aan wie krachtens deze verordening visa zijn afgegeven, is beperkt tot controle van de naleving van de voorwaarden van artikel 3, in geval deze leden de buitengrenzen van de lidstaten overschrijden.
2. Voor de duur van de Olympische en/of Paralympische Winterspelen:
a) |
worden in- en uitreisstempels aangebracht op de eerste vrije pagina van het paspoort van de leden van de olympische familie voor wie het verplicht is dergelijke stempels aan te brengen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2133/2004 van de Raad van 13 december 2004 waarbij voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de verplichting wordt ingevoerd om in de reisdocumenten van onderdanen van derde landen bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten systematisch een stempel aan te brengen (10). Bij de eerste binnenkomst wordt het visumnummer op dezelfde pagina vermeld; |
b) |
wordt geacht voldaan te zijn aan de in artikel 5, lid 1, onder c), van de Schengenuitvoeringsovereenkomst vastgestelde voorwaarden voor toegang zodra een lid van de olympische familie naar behoren is geaccrediteerd. |
3. Lid 2 geldt voor de leden van de olympische familie die onderdaan van derde landen zijn, ongeacht of zij al dan niet visumplichtig zijn krachtens Verordening (EG) nr. 539/2001.
Artikel 10
Verslag aan het Europees Parlement en de Raad
Italië dient uiterlijk vier maanden na de sluiting van de Paralympische Winterspelen van 2006 bij de Commissie een verslag in over de verschillende aspecten van de uitvoering van deze verordening.
Op basis van dat verslag en van de eventueel door andere lidstaten binnen dezelfde termijn verstrekte informatie stelt de Commissie een beoordeling op over de werking van de in deze verordening vastgestelde uitzonderingsregeling voor de afgifte van visa aan de leden van de olympische familie en stelt zij het Europees Parlement en de Raad hiervan in kennis.
Artikel 11
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
Gedaan te Straatsburg, 14 december 2005.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
Voor de Raad
De voorzitter
C. CLARKE
(1) Advies van het Europees Parlement van 15 november 2005 (nog niet verschenen in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 1 december 2005.
(2) PB L 183 van 22.7.2003, blz. 1.
(3) PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 851/2005 (PB L 141 van 4.6.2005, blz. 3).
(4) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.
(5) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.
(6) PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.
(7) PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.
(8) PB L 370 van 17.12.2004, blz. 78.
(9) PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19. Overeenkomst laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1160/2005 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 22.7.2005, blz. 18).
(10) PB L 369 van 16.12.2004, blz. 5.