Toelating van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) in de EU

SAMENVATTING VAN:

Mededeling (COM(2015) 176 final) — Herziening van het besluitvormingsproces inzake genetisch gemodificeerde organismen (ggo's)

SAMENVATTING

WAT DOET DEZE MEDEDELING?

• In deze mededeling wordt erop gewezen dat het huidige systeem voor toelating van genetisch gemodificeerde (gm) levensmiddelen en diervoeders in de EU niet volledig rekening houdt met individuele belangen van democratisch gekozen nationale, regionale en lokale overheden. Daarom worden er manieren voorgesteld om deze belangen in het toelatingsproces op te nemen.
• De mededeling bevat een voorstel om Verordening (EG) nr. 1829/2003 te wijzigen zodat individuele EU-landen het gebruik van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders die op EU-niveau zijn toegelaten zelf kunnen beperken of verbieden.
• Het beperken of verbieden geschiedt dan op andere gronden dan een risico voor het milieu of de gezondheid van mens en dier, de criteria die de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)* in haar risicobeoordeling afweegt.

KERNPUNTEN

• In het kader van Verordening (EG) nr. 1829/2003 beslissen EU-landen over de toelating van gm-levensmiddelen en -diervoeders in het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid (een comité samengesteld uit vertegenwoordigers van alle EU-landen). Als het comité een aanvraag afwijst, kan deze voor een Commissie van Beroep worden gebracht. Maar toelatingen worden slechts uiterst zelden door deze commissies goedgekeurd en daarom neemt de Europese Commissie, die actie onderneemt bij gebrek aan een gekwalificeerde meerderheid, uiteindelijk de meeste beslissingen met betrekking tot de toelating van gm-levensmiddelen en -diervoeders.
• Maatregelen die door EU-landen worden genomen om gm-levensmiddelen en -diervoeders te beperken of te verbieden moeten verenigbaar zijn met de regels van de interne markt van de EU.
• Ieder EU-land dat toelating van een bepaald gm-levensmiddel of -diervoeder wil afwijzen, moet dat bepaalde geval rechtvaardigen, waarbij rekening moet worden gehouden met de ggo in kwestie, het soort maatregel (bijv. een verbod of een beperking), en bepaalde omstandigheden op nationaal of regionaal niveau die reden vormen voor een afwijzing.

ACHTERGROND

Een verwante richtlijn (Richtlijn (EU) 2015/412 die Richtlijn 2001/18/EG wijzigt) stelt EU-landen in staat de teelt van ggo's in delen van of hun hele grondgebied te beperken of te verbieden. Dit is op voorwaarde dat dergelijke acties worden gerechtvaardigd op basis van andere dwingende redenen dan het risico voor de gezondheid van mens of dier en het milieu (d.w.z. sociale, religieuze, industriële belangen, enz.).

Richtlijn (EU) 2015/412 heeft echter alleen betrekking op ggo's voor teelt en niet voor gm-levensmiddelen en -diervoeding, iets wat in deze mededeling wordt voorgesteld.

• ggo-toelating (website van de Europese Commissie)
• ggo (website van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid)

KERNBEGRIP

* Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA): organisatie verantwoordelijk voor de risicobeoordeling in de levensmiddelensector van de EU.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Herziening van het besluitvormingsproces inzake genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) (COM(2015) 176 final van 22.4.2015)

GERELATEERDE BESLUITEN

Richtlijn (EU) 2015/412 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG wat betreft de mogelijkheid voor de lidstaten om de teelt van genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) op hun grondgebied te beperken of te verbieden (PB L 68, 13.3.2015, blz. 1–8)

Laatste bijwerking 04.01.2016