This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52016XC1214(01)
2016 Annual update of the remuneration and pensions of the officials and other servants of the European Union and the correction coefficients applied thereto
Jaarlijkse actualisering 2016 van de bezoldigingen en pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie, alsmede de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen
Jaarlijkse actualisering 2016 van de bezoldigingen en pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie, alsmede de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen
PB C 466 van 14.12.2016, p. 5–10
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
14.12.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 466/5 |
Jaarlijkse actualisering 2016 van de bezoldigingen en pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie, alsmede de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen
(2016/C 466/07)
1.1. |
Tabel van het maandelijkse basissalaris voor elke rang en salaristrap in de functiegroepen AD en AST als bedoeld in artikel 66 van het Statuut, van toepassing vanaf 1 juli 2016:
|
2. |
Tabel van het maandelijkse basissalaris voor elke rang en salaristrap in de functiegroepen AST/SC als bedoeld in artikel 66 van het Statuut, van toepassing vanaf 1 juli 2016:
|
3. |
Tabel van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en pensioenen van ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie als bedoeld in artikel 64 van het Statuut, die het volgende omvat:
|
4. |
Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de toelage voor het in artikel 42 bis, tweede en derde alinea, van het Statuut bedoelde ouderschapsverlof:
|
5.1. |
Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt het basisbedrag van de kostwinnerstoelage als bedoeld in artikel 1, lid 1, van bijlage VII bij het Statuut 181,82 EUR. |
5.2. |
Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt het basisbedrag van de kindertoelage als bedoeld in artikel 2, lid 1, van bijlage VII bij het Statuut 397,29 EUR. |
5.3. |
Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de in artikel 3, lid 1, van bijlage VII bij het Statuut bedoelde schooltoelage 269,56 EUR. |
5.4. |
Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de in artikel 3, lid 2, van bijlage VII bij het Statuut bedoelde schooltoelage 97,05 EUR. |
5.5. |
Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt het minimumbedrag van de ontheemdingstoelage als bedoeld in artikel 69 van het Statuut en in artikel 4, lid 1, tweede alinea, van bijlage VII bij het Statuut 538,87 EUR. |
5.6. |
Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de in artikel 134 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden bedoelde ontheemdingstoelage 387,39 EUR. |
6.1. |
Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de in artikel 7, lid 2, van bijlage VII bij het Statuut bedoelde kilometervergoeding:
|
6.2. |
Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt het in artikel 7, lid 2, van bijlage VII bij het Statuut bedoelde forfaitaire supplement bij de kilometervergoeding:
|
7.1. |
Met ingang van 1 januari 2017 bedraagt de in artikel 8, lid 2, van bijlage VII bij het Statuut bedoelde kilometervergoeding:
|
7.2. |
Met ingang van 1 januari 2017 bedraagt het in artikel 8, lid 2, van bijlage VII bij het Statuut bedoelde forfaitair supplement bij de kilometervergoeding:
|
8. |
Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de in artikel 10, lid 1, van bijlage VII bij het Statuut bedoelde dagvergoeding:
|
9. |
Met ingang van 1 juli 2016 wordt het minimumbedrag van de inrichtingsvergoeding als bedoeld in artikel 24, lid 3, van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op:
|
10.1. |
Met ingang van 1 juli 2016 worden de minimum- en maximumbedragen voor de werkloosheidsuitkering als bedoeld in artikel 28 bis, lid 3, tweede alinea, van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op:
|
10.2. |
Met ingang van 1 juli 2016 wordt het vaste bedrag als bedoeld in artikel 28 bis, lid 7, van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op 1 296,18 EUR. |
11. |
Tabel met de bedragen van de basissalarissen als bedoeld in artikel 93 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, van toepassing vanaf 1 juli 2016:
|
12. |
Met ingang van 1 juli 2016 wordt het minimumbedrag van de inrichtingsvergoeding als bedoeld in artikel 94 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op:
|
13.1. |
Met ingang van 1 juli 2016 worden de minimum- en maximumbedragen voor de werkloosheidsuitkering als bedoeld in artikel 96, lid 3, tweede alinea, van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op:
|
13.2. |
Het vaste bedrag als bedoeld in artikel 96, lid 7, van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden is vastgesteld op 972,14 EUR. |
13.3. |
Met ingang van 1 juli 2016 worden de minimum- en maximumbedragen voor de werkloosheidsuitkering als bedoeld in artikel 136 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op:
|
14. |
Het bedrag van de in artikel 1, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76 van de Raad (1) bedoelde toeslagen voor continu- of ploegendienst:
|
15. |
Met ingang van 1 juli 2016 wordt op de in artikel 4 van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad (2) genoemde bedragen een coëfficiënt toegepast van 5,8823. |
16. |
Tabel van de bedragen als bedoeld in artikel 8, lid 2, van bijlage XIII bij het Statuut van toepassing met ingang van 1 juli 2016:
|
17. |
Met ingang van 1 juli 2016 wordt, voor de toepassing van artikel 18, lid 1, van bijlage XIII bij het Statuut, de vaste vergoeding genoemd in het vroegere artikel 4 bis van bijlage VII bij het Statuut dat vóór 1 mei 2004 van kracht was, vastgesteld op:
|
18. |
Tabel met de bedragen van de basissalarissen als bedoeld in artikel 133 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, van toepassing vanaf 1 juli 2016:
|
(1) Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76 van de Raad van 9 februari 1976 tot vaststelling van de categorieën van begunstigden, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van de toeslagen die kunnen worden toegekend aan ambtenaren die hun werkzaamheden verrichten in het kader van een continu- of ploegendienst (PB L 38 van 13.2.1976, blz. 1). Verordening aangevuld bij Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 1307/87 (PB L 124 van 13.5.1987, blz. 6).
(2) Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).