This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0047
REPORT FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL On Progress in Romania under the Co-operation and Verification Mechanism
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de vooruitgang van Roemenië in het kader van het mechanisme voor samenwerking en toetsing
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de vooruitgang van Roemenië in het kader van het mechanisme voor samenwerking en toetsing
/* COM/2013/047 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de vooruitgang van Roemenië in het kader van het mechanisme voor samenwerking en toetsing /* COM/2013/047 final */
In juli 2012 heeft de
Commissie verslag uitgebracht over de vooruitgang van Roemenië sinds 2007 in
het kader van het mechanisme voor samenwerking en toetsing[1]. In het
verslag wordt nagegaan hoe duurzaam en onomkeerbaar de doorgevoerde
hervormingen zijn. Aangezien het verslag werd uitgebracht op het ogenblik dat
grote vragen werden gesteld over de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van
justitie in Roemenië, bevat het ook specifieke aanbevelingen om het respect
voor deze fundamentele beginselen te herstellen. Er werd eveneens besloten om
na zes maanden opnieuw verslag uit te brengen, toegespitst op de aanbevelingen
van de Commissie op dit gebied. De afgelopen zes maanden
beheersten de recente verkiezingen de toestand in Roemenië. Volgens de
Commissie is de benoeming van de nieuwe regering na de verkiezingen een
uitgelezen kans om de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van justitie te doen
eerbiedigen en te zorgen voor stabiliteit. Loyale samenwerking tussen
instellingen en een stabiele scheiding der machten zijn de onontbeerlijke
hoekstenen om vooruitgang te kunnen boeken met de hervorming van het justitiële
stelsel en de strijd tegen corruptie. In dit verslag wordt de
balans opgemaakt van de specifieke aanbevelingen van de Commissie op het vlak
van de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van justitie. Er wordt ook verslag
uitgebracht over de doelstellingen in het kader van het mechanisme voor
samenwerking en toetsing op andere vlakken van de justitiële hervorming en de
bestrijding van corruptie.
1. Eerbiediging
van de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van justitie
De Commissie heeft tien
specifieke aanbevelingen gegeven om de problemen betreffende de rechtsstaat en
de onafhankelijkheid van justitie te helpen oplossen. De Roemeense regering
heeft tegenover de Commissie bevestigd deze aanbevelingen te zullen uitvoeren[2]. De Commissie
heeft de vooruitgang op deze vlakken nauwlettend in de gaten gehouden, in het
licht van de ijkpunten die in het mechanisme voor samenwerking en toetsing zijn
bepaald. Uit de beoordeling
blijkt dat Roemenië uitvoering heeft gegeven aan een aantal aanbevelingen van
de Commissie inzake het herstel van de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van
justitie. De Grondwet en de uitspraken en rol van het grondwettelijk hof zijn
weliswaar gerespecteerd, maar de verbintenissen over de onafhankelijkheid van
justitie en de respons op integriteitsonderzoeken, zijn niet naar behoren
nagekomen. De aanstellingen van een nieuwe procureur-generaal en van de
nationale directie voor corruptiebestrijding zijn nog niet voltooid. De
constitutionele orde van Roemenië Een van de zaken waar de
Commissie in juli veel belang aan hechtte, was de stabiliteit van de
constitutionele orde. Hier is de rol van het
grondwettelijk hof van groot belang. De bevoegdheid om de grondwettelijkheid
van de beslissingen van het parlement te toetsen, is als gevolg van vonnissen
van het grondwettelijk hof opnieuw toegekend aan het grondwettelijk hof, zodat
noodvordering nr. 38 de facto niet wordt toegepast[3]. Met de
intrekking van noodverordening nr. 41/2012 werden de uitspraken van het
grondwettelijk hof over het quorum voor een referendum opnieuw geëerbiedigd.
Dat de definitieve uitspraak van het grondwettelijk hof over de geldigheid van
het referendum van 29 juli[4]
werd geëerbiedigd, toonde duidelijk aan dat de grondwettelijke normen niet
langer in twijfel worden getrokken. Er was ook bezorgdheid
over het gebruik van noodverordeningen, en de commissie van Venetië van de Raad
van Europa deelde die bezorgdheid[5].
Dat er begin juli van deze mogelijkheid gebruik werd gemaakt, voedde de
bezorgdheid over het omzeilen van de grondwettelijke normen. De Roemeense
regering verbond zich ertoe noodverordeningen alleen nog te gebruiken in de
situaties als bepaald in de grondwet, en uitsluitend in noodgevallen. De
jongste maanden is er minder reden tot bezorgdheid geweest, en met de start van
een nieuw parlement met een duidelijke meerderheid zou moeten vaststaan dat de
gewone wetgevingsprocedures de juiste manier zijn om wetgevend op te treden. De Commissie neemt er
akte van dat alle handelingen, ook de beslissingen van het grondwettelijk hof,
blijkbaar tijdig in het Publicatieblad zijn verschenen. Het parlement wees in
januari 2013 de nieuwe ombudsman aan. De ombudsman kreeg de steun van de
meerderheid, maar niet van de oppositie, zodat het erg belangrijk zal zijn dat
hij in zijn acties aantoont boven de partijen te staan. De ombudsman speelt ook
een belangrijke rol bij de bescherming van de controlemechanismen in het
systeem, in het bijzonder inzake het beheren van de bevoegdheden van de
uitvoerende macht om wetgevend op te treden bij verordening. Samengevat hebben de
Grondwet en het grondwettelijk hof, zoals aanbevolen door de Commissie, opnieuw
de plaats gekregen die hen toekomt. De president, de nieuwe regering en het
parlement moeten absoluut zorgen voor een stabiele constitutionele orde en alle
politieke partijen moeten streven naar een minder gepolariseerd politiek
stelsel. In de aanloop naar de
verkiezingen is er gesproken over een mogelijke wijziging aan de grondwet. In
ieder geval moeten bij de constitutionele hervorming steeds de fundamentele
waarden als respect voor de rechtsstaat en de scheiding der machten worden
geëerbiedigd. Dit houdt in dat er eerbied moet zijn voor het grondwettelijk hof
als hoeder van het overwicht van de Grondwet en voor de onafhankelijkheid en
stabiliteit van de justitiële instellingen waaronder het openbaar ministerie.
Het is ook van belang dat voor een open debat over mogelijke hervormingen de
nodige tijd wordt genomen zodat een zo breed mogelijke consensus kan worden
bereikt via de geijkte grondwettelijke procedure. Het is in deze context ook
belangrijk dat de justitiële instellingen weten dat hun onafhankelijkheid
gewaarborgd is en dat speculatie - en de daaruit volgende instabiliteit - wordt
voorkomen. Onafhankelijkheid
van justitie Een van de grootste
problemen in de loop van de zomer was dat de justitiële instellingen duidelijk
onder druk werden gezet en dat er te weinig respect was voor de
onafhankelijkheid van justitie. Dit blijft problematisch. De Commissie ontving
talloze rapporten over intimidatie van individuen in belangrijke justitiële
instellingen en instanties voor corruptiebestrijding, met zelfs persoonlijke
bedreigingen tegen rechters en hun families, en intimiderende mediacampagnes[6]. Helaas is de aanbeveling
van de Commissie niet volledig ten uitvoer gelegd. Aan de politiek gemotiveerde
aanvallen tegen justitie is nog geen einde gekomen. Een belangrijk aspect
daarbij is de aanvaarding van rechterlijke uitspraken, waarvoor de politieke
klasse als geheel een consensus moet bereiken om niet langer rechterlijke
uitspraken te minachten, de geloofwaardigheid van magistraten te ondermijnen en
magistraten onder druk te zetten. De Commissie wenst ook
te wijzen op de rol die de media spelen. Er bestaan heel wat voorbeelden waarin
de media justitie onder druk zetten, en twijfels over de doeltreffendheid van
de Nationale Audiovisuele Raad als waakhond. Het lijkt noodzakelijk dat de
bestaande regels worden herzien zodat de persvrijheid gepaard gaat met een
goede bescherming van de instellingen en de fundamentele rechten van individuen
en met doeltreffende verhaalmogelijkheden. Een specifiek probleem
was dat de Commissie vreesde dat eerdere rechterlijke uitspraken tijdens het
waarnemend presidentschap afgelopen zomer zouden worden vernietigd via
gratiebesluiten. Het waarnemend presidentschap leefde deze aanbeveling volledig
na. Een laatste aspect van
de onafhankelijkheid van het justitiële apparaat is het engagement van de
uitvoerende en wetgevende macht om bij de benoemingen op belangrijke posten in
de justitiële instellingen voor kwaliteit te kiezen. De Commissie is van
oordeel dat de vooruitgang die Roemenië boekt met de bestrijding van corruptie
op hoog niveau, een van de belangrijkste verwezenlijkingen is in het kader van
het mechanisme voor samenwerking en toetsing. Onder de toekomstige leiding moet
een efficiënte en onpartijdige vervolging behouden blijven. De Commissie vindt
het essentieel dat het openbaar ministerie en de Nationale Directie voor
corruptiebestrijding een nieuwe leiding krijgen die beschikt over de
onafhankelijkheid, integriteit en professionaliteit die nodig is om het
vertrouwen van de burgers te krijgen en goede resultaten te leveren. In het verslag wordt de
benoeming vermeld van een nieuwe procureur-generaal en een nieuwe
hoofdaanklager voor de nationale directie voor corruptiebestrijding, waarvoor
een open en doorzichtige procedure moet worden doorlopen en waarvoor kandidaten
moeten worden gekozen met ervaring, integriteit en een goede staat van dienst
inzake corruptiebestrijding. Oorspronkelijk werd in dit dossier overhaast
gehandeld en had de magistratuur er geen vertrouwen in. De minister van
Justitie heeft de termijnen dan verlengd en een aantal verbeteringen
aangebracht in de procedure[7],
maar slechts een paar geïnteresseerden stelden zich kandidaat. De twee
kandidaten die uit de procedure naar voren kwamen, kregen geen positief advies
van de hoge raad voor de magistratuur en ook de president wees hen uiteindelijk
af. De Commissie is van mening dat er genoeg hooggekwalificeerde kandidaten
moeten deelnemen aan een open en doorzichtige procedure, met de steun van de
hoge raad voor de magistratuur. Alleen dan kan de leiding het vertrouwen krijgen
van het publiek. Integriteit Mensen in een
machtspositie moeten integriteit hoog in het vaandel dragen. Als justitie
vaststelt dat dit niet het geval is, getuigt het van weinig respect voor de
rechtsstaat om de rechterlijke uitspraken niet in acht te nemen. In het verslag
van juli vreesde de Commissie dat de regering noch het parlement dit beginsel
volledig naleefden. De verslagen[8] die het
nationaal agentschap voor integriteitsbewaking in november opstelde tegen
ministers en hoge ambtenaren hebben niet geleid tot hun ontslag[9]. De nieuwe
regering bevestigde dat zij corruptie wil aanpakken, maar tegen twee van de
nieuwe ministers blijkt een strafrechtelijk onderzoek wegens corruptie te
lopen. In haar aanbevelingen van juli verwachtte de Commissie dat ministers het
voorbeeld geven op het vlak van integriteit, en hetzelfde mag worden verwacht
wanneer zij van corruptie worden beschuldigd. Voor de geloofwaardigheid van een
regering is het belangrijk dat het volk vertrouwen heeft in zijn ministers en
dat die ministers bijvoorbeeld ontslag nemen als het agentschap een
integriteitsonderzoek naar hen voert. De grondwettelijke vereisten, zoals de
schorsing als minister wanneer een onderzoek loopt, moeten volledig worden
uitgevoerd. De
geloofwaardigheid van het parlement zou baat hebben bij duidelijker procedures
voor gevallen waarin onderzoek wordt gevoerd naar parlementsleden wegens
integriteitsproblemen of beschuldigingen van corruptie. Men zou ervan moeten
kunnen uitgaan dat het openbaar ministerie binnen de grondwettelijke regels op
dezelfde manier kan werken als voor andere burgers. Duidelijk en automatisch
optreden is de beste manier om de eerdere bezorgdheid over subjectief
parlementair optreden weg te nemen. In
januari 2013 heeft het parlement amendementen goedgekeurd van het statuut van
de parlementsleden, tot wijziging van de procedure voor de opheffing van de
onschendbaarheid in gevallen waarin parlementsleden worden gezocht,
gearresteerd of in hechtenis genomen en waarin voormalige ministers worden vervolgd.
Er worden ook verdere stappen gepland, onder meer een gedragscode. Ook moet
voor iedere fase van de procedure in het parlement nog een termijn worden
bepaald en moet een motivering verplicht worden gemaakt als het parlement de
onschendbaarheid niet opheft. Het is ook belangrijk om te verduidelijken dat
het nationaal agentschap voor integriteitsbewaking de enige overheidsinstelling
blijft die mag nagaan welke onverenigbaarheden zouden kunnen bestaan voor
benoemde ambtenaren en verkozen functionarissen. Op
het gebied van de aanpak van het parlement was het een ernstig probleem dat in
één zaak een rechterlijke uitspraak ter discussie stond: de hoge raad voor de
magistratuur moest via het grondwettelijk hof afdwingen dat het parlement een
uitspraak van het hoge hof ten uitvoer legde. [10]
Hopelijk
kunnen de nieuwe procedures dergelijke problemen voorkomen. Aanbevelingen De
Commissie is verheugd over de vooruitgang die sinds juli is geboekt, maar is
van mening dat er nog veel moet gebeuren voordat de aanbevelingen helemaal zijn
uitgevoerd. Het aantreden van een nieuwe regering en een nieuw parlement is de
gelegenheid bij uitstek om deze vooruitgang te consolideren en te voltooien.
Ook in haar toekomstige aanpak hecht de Commissie erg veel belang aan de beginselen
die aan de basis liggen van haar aanbevelingen om de rechtsstaat te beschermen
en justitie in alle onafhankelijkheid beslissingen te laten nemen. Het
is van belang dat de verantwoordelijkheden en besluiten van het grondwettelijk
hof worden gerespecteerd, en er moet worden voldaan aan alle grondwettelijke
vereisten om te garanderen dat de Roemeense democratie pluralistisch kan werken
en polarisering te voorkomen. Ook moeten bij de constitutionele hervorming
steeds de fundamentele waarden als respect voor de rechtsstaat, de scheiding
der machten en de onafhankelijkheid en stabiliteit van justitie worden
geëerbiedigd, met een zo breed mogelijke consensus. In
het institutioneel samenwerkingsakkoord tussen de president en de premier heeft
de nieuwe regering heeft al duidelijk gemaakt belang te hechten aan de
onafhankelijkheid van justitie en de suprematie van de rechtsstaat. Op de
volgende zaken moet in het bijzonder worden gelet: ·
Er moet een duidelijk kader[11] komen waarin
wordt geëist dat rechterlijke uitspraken niet worden geminacht, magistraten
niet worden ondermijnd of onder druk gezet en waarin de handhaving van deze
vereisten wordt gewaarborgd. Het advies van de hoge raad voor de magistratuur
moet worden gevraagd over de bepalingen. ·
De bestaande regels moeten worden herzien ter
bescherming van een vrije en pluralistische pers, waarbij doeltreffende
verhaalmogelijkheden moeten bestaan tegen schendingen van de fundamentele
grondrechten van individuen en tegen het onder druk zetten of intimideren door
de media van justitiële instellingen en instanties voor corruptiebestrijding.
De Nationale Audiovisuele Raad moet onafhankelijk blijven en ten volle zijn rol
kunnen spelen bij het opstellen en handhaven van de gedragscode. ·
De nieuwe leiding van het openbaar ministerie en
de nationale directie voor corruptiebestrijding moet worden gekozen uit een
grote groep hooggekwalificeerde kandidaten en met een open en transparante
procedure. De kandidaten moeten beantwoorden aan de criteria die zijn bepaald
in het institutioneel samenwerkingsakkoord, met name inzake professionele
deskundigheid, integriteit en een bewezen staat van dienst op het gebied van
corruptiebestrijding. Een positief advies van de hoge raad voor de magistratuur
is belangrijk om het vertrouwen van de bevolking te herstellen. ·
De nieuwe ombudsman moet een persoon van
onbesproken autoriteit, integriteit en onafhankelijkheid zijn, met een
onpartijdige aanpak. ·
Er moet worden gezorgd dat ministers naar wie
een integriteitsonderzoek wordt gevoerd, opstappen. De grondwettelijke regels
over de schorsing van ministers die in beschuldiging worden gesteld, moeten
vlot worden uitgevoerd. ·
Het parlement moet op basis van de nieuwe regels
ook duidelijke en objectieve procedures uitwerken om parlementsleden te
schorsen naar wie een integriteitsonderzoek wordt gevoerd of die veroordeeld
zijn voor corruptie. Daarnaast moeten duidelijke termijnen worden bepaald om
verzoeken van het openbaar ministerie tot opheffing van de onschendbaarheid van
parlementsleden te behandelen. Als het parlement niet toestaat dat de wet
gehandhaafd wordt, moet het daar een duidelijke motivering voor geven.
2. Hervorming
van het justitiële stelsel, integriteit, strijd tegen corruptie
In dit deel wordt de
vooruitgang getoetst aan de ijkpunten die zijn bepaald in het mechanisme voor
samenwerking en toetsing en de eerdere aanbevelingen van de Commissie. Zij
blijven gelden en worden in het volgende verslag beoordeeld.
Hervorming
van het justitiële stelsel De eerste aanbeveling in
het verslag van juli over de hervorming van het justitiële stelsel had
betrekking op de tenuitvoerlegging van de vier nieuwe wetboeken[12]. De planning
voor de tenuitvoerlegging van deze belangrijke hervorming blijft onduidelijk.
De inwerkingtreding van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering blijft
gepland voor februari 2013. De inwerkingtreding van het wetboek van strafrecht
en het wetboek van strafvordering is gepland voor februari 2014. Er moet meer
duidelijkheid komen om te voorkomen dat deze datums nog verder worden opgeschoven. Na het vorige verslag
heeft het ministerie van Justitie een meerjarige strategie ontwikkeld om de
wetboeken uit te voeren, rekening houdend met de middelen. Dat mogelijke
gevolgen pas worden beoordeeld nadat het parlement de wetboeken heeft goedgekeurd,
vergroot de onzekerheid, en een volledige beoordeling van de gevolgen op
personeelsvlak is pas in 2014 gepland[13].
Als de tekst van de wetboeken nog vaak wordt herzien, wordt deze procedure
ingewikkeld. Het uiteindelijke doel - dat gerechtigheid wordt nagestreefd en
efficiënter en sneller kan worden gerealiseerd - mag niet uit het oog worden
verloren, bijvoorbeeld bij de bewijsvoering in de rechtbank bij corruptiezaken.
De tweede aanbeveling
had betrekking op de werkdruk binnen het Roemeense gerecht, en op de noodzaak
om het systeem van rechtbanken en openbaar ministeries te herstructureren en
het personeel en de werkdruk te herverdelen. Met wetswijzigingen[14] pakt de
regering een aantal oorzaken van een grote toevloed aan nieuwe zaken aan bij de
bron. Dergelijke inspanningen om op cruciale punten in het systeem de werkdruk
te verminderen, kunnen doeltreffender zijn dan het aantal rechters en openbare
aanklagers te verhogen, wat trouwens ook een risico zou inhouden voor de
recente verbeteringen op het vlak van kwaliteit en opleiding van nieuwkomers. De laatste aanbeveling
had betrekking op de oprichting van een groep van toezicht voor de justitiële
hervorming, omdat een consensus nodig was om het justitiële stelsel te kunnen
hervormen. Sinds het verslag van juli is geen vooruitgang geboekt bij het
samenbrengen van de belangrijkste actoren. Verantwoordingsplicht
van het justitiële stelsel Dankzij het nieuwe
wettelijk kader voor de justitiële inspectie dat in 2011 werd goedgekeurd, kon
de justitiële inspectie efficiënter werken en werden in de eerste paar maanden
21 nieuwe tuchtmaatregelen getroffen[15].
Het ministerie van Justitie ondersteunde de nieuwe inspectie met een aantal
praktische maatregelen zoals een nieuw hoofdkwartier. Lessen uit individuele
gevallen zouden in het gezamenlijk beleid kunnen worden verwerkt, zoals de
Commissie aanbeveelt voor de hoge raad voor de magistratuur en de regering in
een streven naar verantwoordingsplicht en integriteit. Een ander belangrijk
aspect van de reputatie en de verantwoordingsplicht van het justitiële stelsel
is de procedure voor de benoeming van magistraten. Met de nieuwe regelingen
voor het hoge hof van cassatie en justitie wordt het systeem strikter: het
lijkt belangrijker dat de kwaliteit wordt gewaarborgd dan dat op korte termijn
de bestaande tekorten worden weggewerkt. Consistentie
en doeltreffendheid van de justitiële procedures De consistentie en de
transparantie van de justitiële procedure zijn belangrijk voor haar
geloofwaardigheid en doeltreffendheid. Sinds het verslag van juli heeft het
hoge hof van cassatie en justitie verdere inspanningen gedaan om de
jurisprudentie te uniformiseren en de kwaliteit ervan te verbeteren, door de
beslissingen door te geven aan de lagere rechtbanken en de onlinetoegang te verbeteren.
De geleidelijke omvorming van het hoge hof van cassatie en justitie tot een
volwaardig hof van cassatie, met minder taken op het vlak van beroep, kan ook
helpen de eenmaking van de rechtspraak toe te spitsen op rechtsvragen. De
mogelijkheid om beroep in te stellen in het belang van de wet helpt hier al
bij. Het komt er nu op aan deze vooruitgang niet in het gedrang te brengen door
een verhoging van de werkdruk wegens een nieuwe procedure over de oriënterende
interpretatie, terwijl het aantal rechters in de kamers van het hoge hof in
evenwicht lijkt te zijn. Een belangrijk aspect
bij de eenmaking van de rechtspraak is de modernisering van het IT-systeem. Nu
is het voor de rechters nog moeilijk om op de hoogte te zijn van parallelle
arresten. Er lopen twee projecten. Het ministerie van Justitie is van plan een
strategie in te voeren om eenvoudig en snel toegang te krijgen tot ECRIS (de
belangrijkste gerechtelijke databank) en ook de hoge raad voor de magistratuur
probeert het bestaande "Jurindex" (een alternatief systeem) te
verbeteren. Het zou nuttig zijn dat met beide initiatieven tegelijk vooruitgang
wordt geboekt[16]. Doeltreffendheid
van het gerechtelijk optreden Het hoge hof pakt zaken
van corruptie op hoog niveau nog steeds aan met een proactief beheer van
rechtszaken. Het Hof meldde een daling van 28 naar 10 openstaande zaken van
corruptie op hoog niveau, een aanzienlijke vooruitgang dus, en een stijging van
het aantal zaken dat in eerste aanleg werd afgehandeld. Als beklaagden werden
veroordeeld werden de straffen ook op meer proportionele en consistente wijze
aangepakt. Justitie speelt haar ontradende rol dus veel efficiënter. Ook de rechtshandhaving
moet efficiënt en eerlijk verlopen. Het hoge hof is vorderingen blijven maken
met het bepalen van normen en richtlijnen voor lagere rechtbanken. De afgelopen maanden
zijn het openbaar ministerie, de nationale directie voor corruptiebestrijding
en het hoge hof professioneel en onpartijdig blijven werken, ook onder extreem
hoge druk. De veerkracht van deze instellingen bevestigt dat hun
verwezenlijkingen inzake corruptie op hoog niveau een van de belangrijkste
bewijzen zijn van de vooruitgang die Roemenië binnen het mechanisme voor
samenwerking en toetsing heeft geboekt. Deze vooruitgang moet onder de nieuwe
leidinggevenden behouden blijven en mag niet ondermijnd worden door beperkingen
op de mogelijkheid voor rechtshandhavingsinstanties om recht na te streven[17]. Integriteit Sinds het vorige verslag
heeft het nationaal agentschap voor integriteitsbewaking opnieuw resultaten
geboekt en zijn operationele efficiëntie ontwikkeld[18]. Het
agentschap is van start gegaan met een ambitieus IT-project voor de verzameling
van gegevens over benoemde ambtenaren en verkozenen, die kunnen worden
vergeleken met andere databanken als het handelsregister of de belastingdienst,
om belangenconflicten op te sporen. Voor de optimale werking zijn extra
middelen nodig. Het blijft een groot
probleem dat beslissingen van het agentschap nog vaak worden betwist. Nochtans
heeft het agentschap al vaak gewonnen in zaken waarin beroep werd ingesteld
tegen zijn beslissingen. Zowel het agentschap als de nationale raad voor
integriteitsbewaking en hun personeel worden geregeld aangevallen door de
politiek en de media. Het parlement is er niet in geslaagd de verslagen van het
agentschap af te dwingen, zelfs niet met de steun van een definitieve
beslissing van de rechtbank (zie eerder). In november 2012 heeft het agentschap
vier verslagen over onverenigbaarheden uitgebracht over ministers en hooggeplaatste
ambtenaren. Zij zijn alle vier aangevochten voor de rechter en geen van de
betrokkenen heeft op basis hiervan ontslag genomen[19]. In
combinatie met de veelvuldige suggesties om het wettelijk kader van het
agentschap te wijzigen leidt dit tot onzekerheid die Roemenië hindert bij het
aantonen dat het beschikt over een stevig integriteitskader. Corruptiebestrijding De nationale dienst voor
de bestrijding van corruptie is onderzoek blijven voeren en gevallen van
corruptie blijven aanklagen. In vergelijking met het jaar voordien verdubbelde
in 2012 het aantal definitieve veroordelingen op basis van de onderzoeken die
door de dienst werden ingeleid. De onderzoeken hadden betrekking op politici
van alle grote partijen. Er was ook een voortdurende stijging van het aantal
tenlasteleggingen en veroordelingen in EU-fraudezaken die door de dienst werden
geleid. Dit is een belangrijk voorbeeld voor het openbaar ministerie als
geheel, aangezien er nog grote verschillen zijn tussen de resultaten van de
verschillende parketten. Het mechanisme voor
samenwerking en toetsing vergt ook grote inspanningen om corruptie op alle
niveaus in de Roemeense samenleving aan te pakken. Uit onderzoek blijkt dat de
bevolking erg bezorgd is over corruptie[20].
In dit kader werd de nationale strategie voor corruptiebestrijding positief
onthaald in het verslag van juli. Sommige afdelingen hebben aanzienlijke
stappen gezet en de betrokkenheid van lokale overheden lijkt toe te nemen[21]. Het ministerie van
Justitie heeft gezorgd voor de nodige structuren waardoor toch vooruitgang
wordt geboekt, ondanks de geringe personeelsbezetting. Uit missies op het
terrein en de zoektocht naar goede werkwijzen blijkt dat er ook proactief wordt
opgetreden. Voor een soepele uitvoering van de strategie moeten de juiste
middelen worden vrijgemaakt. Daarnaast wordt met EU-middelen een aantal
projecten voor corruptiebestrijding gefinancierd, ook in de ministeries van
Onderwijs, Gezondheid, Regionale Ontwikkeling en Openbaar Bestuur. Nu wordt
gewacht op de resultaten van de tenuitvoerlegging. Een ander belangrijk
aspect is de vervolging van witwaspraktijken en confiscatie. In 2012 werd
nieuwe wetgeving over ruimere confiscatiemogelijkheden ingevoerd, maar het is
nog te vroeg om de doeltreffendheid ervan te evalueren. Wat betreft het
witwassen van geld als een op zichzelf staand misdrijf wordt nu een belangrijke
zaak behandeld bij het hoge hof van cassatie en justitie. De dienst voor de
invordering van vermogensbestanddelen krijgt meer verzoeken te behandelen en
met name verzoeken van de Roemeense overheden. Er bestaan momenteel geen
uitgebreide statistieken met precieze bedragen van in beslag genomen vermogens,
maar de ramingen vallen vrij laag uit Er zijn ook geen uitgebreide statistieken
over de bedragen die werkelijk zijn in ingevorderd. Op het vlak van het
voorkomen en bestraffen van corruptie bij openbare aanbestedingen is de
vooruitgang uiterst beperkt. De vorderingen die inzake corruptie op hoog niveau
zijn gemaakt, worden niet nagevolgd inzake openbare aanbestedingen. Zaken nemen
veel tijd in beslag, onder meer doordat specifieke financiële deskundigheid
vereist is, waardoor contracten soms worden gesloten voordat er een uitspraak
over de inbreuk is. De straffen voor ambtenaren die betrokken zijn bij
frauduleuze openbare aanbestedingen, blijven erg laag en de wet voorziet niet
in de mogelijkheid om projecten die al zijn uitgevoerd, te annuleren wegens een
belangenconflict. Er bestaat ook grote twijfel over hoe efficiënt het openbaar
ministerie deze zaken behandelt[22].
Recente voorstellen lijken te betwijfelen aan het bestaan van de stabiele en
onafhankelijke institutionele basis die nodig is om echt vooruitgang te boeken.
Als controles vooraf meer systematische zouden worden aangepakt, met een rol
voor het nationale agentschap voor integriteitsbewaking om te komen tot een
eenvormige uitvoering, zou dat een stap in de goede richting zijn.
3.
Conclusie
Uit de beoordeling
blijkt dat Roemenië uitvoering heeft gegeven aan een aantal aanbevelingen van
de Commissie inzake het herstel van de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van
justitie. De Grondwet en de uitspraken en rol van het grondwettelijk hof zijn
weliswaar gerespecteerd, maar de verbintenissen over de bescherming van
justitie tegen aanvallen, het doen opstappen van ministers die betrokken zijn
in integriteitsonderzoeken, en het aftreden van parlementsleden voor wie is
vastgesteld dat er sprake is van onverenigbaarheid of belangenconflicten of die
definitief veroordeeld zijn wegens corruptie, zijn niet volledig nagekomen. De
aanstellingen van een nieuwe procureur-generaal en nieuwe leidinggevenden voor
de nationale directie voor corruptiebestrijding moeten nog worden uitgevoerd. Volgens de Commissie
worden deze aanbevelingen snel en volledig opgevolgd met de verkiezing van een
nieuw parlement en de aanstelling van een nieuwe regering. Zij spoort de nieuwe
regering aan het nodige te doen. De Commissie merkt ook
op dat er sneller vooruitgang moet worden geboekt met haar aanbevelingen over
de hervorming van justitie, integriteit en corruptiebestrijding. Zij zal de
vooruitgang nauwlettend en in voortdurend overleg met de Roemeense overheden
opvolgen en eind 2013 verslag uitbrengen over de hervormingsprocedure. [1] COM(2012) 410
final. De Raad Algemene Zaken heeft in september de analyses en aanbevelingen
ervan bekrachtigd in zijn conclusies. [2] Brieven van 16 en 17 juli 2012. [3] Noodverordening nr. 38/2012 is
nog niet ingetrokken. Beslissingen van het grondwettelijk hof nr. 727 van 9 juli
2012 en nr. 738 van 19 september 2012 verklaren noodverordening nr. 38 echter
ongrondwettelijk. Noodverordening nr. 38/2012 moet worden ingetrokken om gevolg
te geven aan de uitspraak van het grondwettelijk hof. [4] Uitspraak nr. 6 van het
grondwettelijk hof van 21 augustus 2012. Vervolgens goedkeuring door de Senaat
op 19 september 2012 van de wet tot wijziging van noodverordening van de
regering nr. 41 houdende wijziging van wet nr. 3/2000 betreffende de
organisatie van het referendum. [5] De commissie van Venetië vond
dat het excessief gebruik door de regering van noodverordeningen moet worden
aangepakt. http://www.venice.coe.int/webforms/docume.nts/CDL-AD(2012)026-e.aspx. [6] De Commissie werd onder meer
ingelicht over beschuldigingen dat rechters van het Constitutionele Hof onder
druk werden gezet en geïntimideerd. Brief van voorzitter Barroso aan Roemeens
eerste minister Victor Ponta van 10 augustus 2012: http://europa.eu/rapid/press-release_MEMO-12-621_en.htm. [7] Een aantal veranderingen werd
doorgevoerd na besprekingen met de Europese Commissie en de hoge raad voor de
magistratuur. [8] Verslagen van het nationaal
agentschap voor integriteitsbewaking hebben onmiddellijke uitwerking tenzij zij
binnen 15 dagen voor de rechtbank worden aangevochten. Slechts 5 % van de
verslagen worden met succes aangevochten voor de rechtbank. [9] Geen van deze vier personen is
lid van de nieuwe regering. [10] Het grondwettelijk hof besliste
in een conflict tussen justitie en de Senaat waarbij in een definitief vonnis
van het hoge hof van cassatie en justitie een beslissing van onverenigbaarheid
over een senator was gewezen (beslissing van het grondwettelijk hof nr. 972 van
21 november 2012). Dee beslissing was nog steeds niet uitgevoerd toen het
mandaat van de Senaat afliep. [11] Bijvoorbeeld een gedragscode. [12] Het nieuwe burgerlijk wetboek en
het nieuwe wetboek van strafrecht, met de bijbehorende wetboeken van
rechtsvordering werden in 2009 en 2010 goedgekeurd, maar tot nog toe is alleen
het burgerlijk wetboek al in werking getreden. Het is niet met zekerheid te
zeggen wanneer de andere wetboeken in werking zullen treden, maar de overheid
heeft onlangs bevestigd dat het wetboek van burgerlijke rechtsvordering op 1
februari 2013 in werking zal treden. [13] In het verslag van juli 2012
werd gewezen op de noodzaak een onderscheid te maken tussen de gevolgen van de
wetboeken inzake middelen en de bredere aspecten van de werklast bij justitie. [14] Zo wordt bijvoorbeeld een
justitiële procedure vervangen door een administratieve procedure voor zaken
met betrekking tot de belastingen bij de eerste inschrijving van een auto,
waardoor de rechtbanken naar schatting 100 000 zaken minder moeten
behandelen. [15] In de loop van de zomer leidde
een zeer belangrijke zaak nog tot de schorsing in afwachting van nader
onderzoek van een openbare aanklager die eveneens lid is van de hoge raad voor
de magistratuur. [16] Het ministerie van Justitie
heeft ook een project op middellange termijn gelanceerd om de wetgeving te
codificeren, waardoor het updaten sneller zou kunnen verlopen. [17] Recent werd bijvoorbeeld
geopperd dat bewijsmateriaal door rechtshandhavingsinstanties dat is verzameld
in de loop van onderzoeken naar andere misdrijven, niet zou mogen worden
gebruikt in corruptieprocessen. [18] Het was positief dat een beroep
van het agentschap tegen een beslissing van de commissies voor
vermogensonderzoek werd aanvaard in de rechtbank. [19] De drie ministers hebben de
verslagen aangevochten. De hoge ambtenaar heeft ontslag genomen om andere
redenen (en heeft het verslag aangevochten). [20] Zie Eurobarometer nr. 374 van februari
2012, http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/ebs/ebs_374_en.pdf
en de Transparency
International 2012 Corruption Perceptions Index,
http://www.transparency.org/cpi2012/results. [21] In januari 2013 waren 1874
stadsbesturen en 20 districtsraden geregistreerd bij het secretariaat van de
nationale strategie voor corruptiebestrijding. [22] Uit het toezicht dat de
Commissie houdt op de wetgeving inzake overheidsopdrachten komen zaken naar
voor waar het openbaar ministerie niets heeft gedaan met duidelijke bewijzen
van misstanden.