This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012XP0243
Monitoring and assessing draft budgetary plans and ensuring the correction of excessive deficit of the Member States in the euro area ***I Amendments adopted by the European Parliament on 13 June 2012 on the proposal for a regulation of the European Parliament and of the Council on common provisions for monitoring and assessing draft budgetary plans and ensuring the correction of excessive deficit of the Member States in the euro area (COM(2011)0821 – C7-0448/2011– 2011/0386(COD))
Het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van het eurogebied ***I Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 13 juni 2012 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en van de Raad betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van het eurogebied (COM(2011)0821 – C7-0448/2011– 2011/0386(COD))
Het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van het eurogebied ***I Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 13 juni 2012 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en van de Raad betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van het eurogebied (COM(2011)0821 – C7-0448/2011– 2011/0386(COD))
PB C 332E van 15.11.2013, p. 150–176
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.11.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CE 332/150 |
Woensdag 13 juni 2012
Het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van het eurogebied ***I
P7_TA(2012)0243
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 13 juni 2012 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en van de Raad betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van het eurogebied (COM(2011)0821 – C7-0448/2011– 2011/0386(COD)) (1)
2013/C 332 E/32
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST |
AMENDEMENT |
||||||||||||||
Amendement 1 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 1 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 2 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 2 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 3 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 4 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 3 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 5 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 3 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 6 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 3 ter (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 7 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 3 quater (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 8 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 4 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 9 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 4 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 10 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 4 ter (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 11 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 5 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 12 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 5 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 13 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 6 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 14 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 6 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 15 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 6 ter (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 16 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 7 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 17 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 7 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 18 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 8 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 20 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 9 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 21 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 10 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 22 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 10 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 23 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 10 ter (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 24 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 10 quater (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 25 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 11 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 26 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 12 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 27 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 12 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 28 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 12 ter (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 29 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 13 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 30 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 13 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 31 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Overweging 13 ter (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 32 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 1 – inleidende formule |
|||||||||||||||
1. In deze verordening worden voorschriften vastgesteld ter versterking van de monitoring van het begrotingsbeleid in het eurogebied door: |
1. In deze verordening worden voorschriften vastgesteld ter versterking van de monitoring van het begrotings- en economisch beleid en voor een kader voor versterkte coördinatie van het economisch beleid in het eurogebied door: |
||||||||||||||
Amendement 33 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 1 – onder a bis) (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 34 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – onder c bis) (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 35 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 1 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
1 bis. Deze verordening wordt toegepast in volledige overeenstemming met artikel 152 VWEU, en de aanbevelingen die in het kader van deze verordening worden aangenomen, worden geïmplementeerd met volledige inachtneming van nationale praktijken en organen voor loonvorming. De toepassing van deze verordening en die aanbevelingen houdt rekening met artikel 28 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en zal dienovereenkomstig geen invloed hebben op het recht om collectieve overeenkomsten te onderhandelen, te sluiten en af te dwingen en om collectieve actie te ondernemen in overeenstemming met de nationale wetgeving en praktijken. |
||||||||||||||
Amendement 36 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 – punt 1 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 37 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 – punt 2 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 38 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 – punt 5 |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 39 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 – punt 5 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 40 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 1 – punt 5 ter (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 41 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 2 – lid 2 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
2 bis. De toepassing van deze verordening laat artikel 9 VWEU onverlet. |
||||||||||||||
Amendement 42 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Hoofdstuk I bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
Hoofdstuk I bis Economische beleidscoördinatie Artikel 2-bis Tijdspad voor het Europees semester voor coördinatie van het economisch beleid, zoals bedoeld in artikel 2-bis van Verordening (EG) nr. 1466/97 1. De begrotingsprocedure van de lidstaten is coherent met het kader van het Europees semester, volgens een jaarlijkse cyclus die het volgende omvat:
|
||||||||||||||
Amendement 43 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Hoofdstuk II – titel |
|||||||||||||||
Amendement 44 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 1 |
|||||||||||||||
1. Uiterlijk op 15 april van elk jaar maken de lidstaten samen met hun stabiliteitsprogramma's hun begrotingsplannen voor de middellange termijn openbaar welke stroken met hun op een onafhankelijke macro-economische prognose gebaseerd begrotingskader voor de middellange termijn. |
1. De lidstaten maken elk jaar in het kader van het Europees semester , bij voorkeur uiterlijk op 15 april maar niet later dan 30 april , hun nationale begrotingsplannen voor de middellange termijn openbaar welke stroken met hun op geloofwaardige en onafhankelijke macro-economische prognoses gebaseerd begrotingskader voor de middellange termijn. Deze plannen worden ingediend samen met de nationale hervormingsprogramma's en de stabiliteits- of convergentieprogramma's, en stroken volledig met de beleidsoriëntaties die gebaseerd zijn op de jaarlijkse groeianalyse en de jaarlijkse verslagen zoals bedoeld in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 1176/2011. |
||||||||||||||
Amendement 45 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 3 |
|||||||||||||||
3. De begrotingswetten voor de overheid als geheel worden jaarlijks uiterlijk op 31 december aangenomen en openbaar gemaakt. |
3. De begrotingswetten voor de overheid als geheel worden jaarlijks uiterlijk op 31 december aangenomen en openbaar gemaakt. De lidstaten beschikken over voorlopige begrotingsprocedures die kunnen worden toegepast wanneer de begroting om objectieve redenen of om redenen waarop de regering van de lidstaat geen controle uitoefende, niet uiterlijk op 31 december wordt aangenomen of overeengekomen, noch openbaar is gemaakt. |
||||||||||||||
Amendement 46 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 |
|||||||||||||||
1. De lidstaten beschikken over cijfermatige begrotingsregels inzake het begrotingssaldo die in het kader van de nationale begrotingsprocedure uitvoering geven aan hun middellangetermijndoelstelling voor de begroting als omschreven in artikel 2 bis van Verordening (EG) nr. 1466/97. Deze regels hebben betrekking op de overheid als geheel en hebben een bindend , en bij voorkeur constitutioneel, karakter. |
1. De lidstaten beschikken over cijfermatige begrotingsregels die in het kader van de nationale begrotingsprocedure uitvoering geven aan hun middellangetermijndoelstelling voor de begroting als omschreven in artikel 2 bis van Verordening (EG) nr. 1466/97. Deze regels bevatten ook de definitie van buitengewone omstandigheden en van een ernstige economische terugval die kunnen resulteren in een tijdelijke afwijking van de begrotingsdoelstelling voor de middellange termijn of van het pad voor aanpassing aan die doelstelling, op voorwaarde dat een dergelijke afwijking de begrotingshoudbaarheid op de middellange termijn, zoals bedoeld in de artikelen 5 en 6 van Verordening (EG) nr. 1466/97, niet in gevaar brengt. Deze regels omvatten een mechanisme dat in werking treedt indien zich een ernstige afwijking van de begrotingsdoelstelling op de middellange termijn of van het aanpassingstraject naar deze doelstelling voordoet, en dat erop gericht is op korte termijn terug te keren naar een situatie waaraan de middellange termijn kan worden verwezenlijkt. Deze regels hebben betrekking op de overheid als geheel en hebben een bindend karakter , of er wordt op andere wijze gegarandeerd dat zij tijdens de gehele nationale begrotingsprocedure volledig worden geëerbiedigd en nageleefd . |
||||||||||||||
Amendement 47 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 |
|||||||||||||||
2. De lidstaten hebben een onafhankelijke begrotingsraad opgezet voor het monitoren van de toepassing van de in lid 1 bedoelde nationale begrotingsregels. |
2. De lidstaten hebben een begrotingsraad opgezet voor het zowel ex ante, als ex post monitoren van de toepassing van de nationale begrotingsregels , die voldoet aan de in bijlage I vastgelegde minimumvereisten . |
||||||||||||||
Amendement 48 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 1 |
|||||||||||||||
1. Uiterlijk op 15 oktober van elk jaar dienen de lidstaten bij de Commissie en de Eurogroep een ontwerpbegrotingsplan voor het komende jaar in. |
1. Uiterlijk op 1 oktober van elk jaar dienen de lidstaten bij de Commissie en de Eurogroep een ontwerpbegrotingsplan voor het komende jaar in , waarbij rekening wordt gehouden met de beleidsaanbevelingen per land van de zomerbijeenkomst van de Europese Raad en enige andere aanbevelingen gericht aan de lidstaat in het kader van het stabiliteits- en groeipact of de procedure voor macro-economische onevenwichtigheden, zoals bedoeld in Verordening (EU) nr. 1174/2011 en Verordening (EU) nr. 1176/2011 . |
||||||||||||||
Amendement 49 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 2 |
|||||||||||||||
2. Tegelijkertijd wordt het ontwerpbegrotingsplan openbaar gemaakt. |
2. Het ontwerpbegrotingsplan , zoals omschreven in dit artikel, wordt openbaar gemaakt wanneer het aan de Commissie wordt voorgelegd . |
||||||||||||||
Amendement 50 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 – onder b) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 51 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 – onder c bis) (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 52 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 – onder d) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 53 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 – letter e |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 54 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 – onder f) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 55 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 – onder f bis) (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 56 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 – onder f ter) (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 57 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 4 |
|||||||||||||||
4. Indien de overeenkomstig lid 3, onder a) en c), in het ontwerpbegrotingsplan vermelde begrotingsdoelstellingen of de projecties bij ongewijzigd beleid verschillen van die in het recentste stabiliteitsprogramma, worden de verschillen naar behoren gemotiveerd. |
4. Indien de overeenkomstig lid 3, onder a) en c bis) , in het ontwerpbegrotingsplan vermelde begrotingsdoelstellingen of de projecties bij ongewijzigd beleid verschillen van die in het recentste stabiliteitsprogramma, worden de verschillen naar behoren gemotiveerd. |
||||||||||||||
Amendement 58 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 4 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
4 bis. De begrotingsplannen voor de middellange termijn omvatten een geactualiseerde prognose van de meerjarige uitgaven als percentage van het bbp voor de overheid als geheel en voor hun belangrijkste bestanddelen, alsook meerjarige streefdoelen en vastleggingen van uitgaven direct gerelateerd aan het verwezenlijken van de doelstellingen ingebed in de Uniestrategie voor groei en werkgelegenheid. |
||||||||||||||
Amendement 59 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 5 |
|||||||||||||||
5. Ingeval de Commissie bijzonder ernstige gevallen van niet-nakoming van de in het stabiliteits- en groeipact neergelegde verplichtingen ten aanzien van het begrotingsbeleid vaststelt, verzoekt zij de betrokken lidstaat binnen twee weken na de indiening van het ontwerpbegrotingsplan om een herzien ontwerpbegrotingsplan. Dit verzoek wordt openbaar gemaakt. In geval van de indiening van een herzien ontwerpbegrotingsplan zijn de leden 2, 3 en 4 van toepassing. |
5. De Commissie is gerechtigd om gedelegeerde handelingen aan te nemen, in overeenstemming met artikel 11, waarin de inhoud van het in lid 1 bedoelde ontwerpbegrotingsplan wordt gespecificeerd, evenals de inhoud van de bepalingen waar in de leden 2, 3 en 4 naar wordt verwezen. |
||||||||||||||
Amendement 60 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid -1 (nieuw) |
|||||||||||||||
|
-1. Wanneer de Commissie een bijzonder ernstige strijdigheid van het ontwerpbegrotingsplan met het aanpassingstraject naar het begrotingsdoel op de middellange termijn identificeert, mag zij na voldoende raadpleging van en uitleg door de lidstaat, om een herzien ontwerpbegrotingsplan verzoeken. Dit verzoek wordt binnen één maand na het indienen van het ontwerpbegrotingsplan gedaan. Artikel 5, lid 2 en lid 4, zijn van toepassing op herziene ontwerpbegrotingsplannen. |
||||||||||||||
Amendement 61 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 1 |
|||||||||||||||
1. Indien nodig brengt de Commissie uiterlijk op 30 november een advies uit over het ontwerpbegrotingsplan. |
1. De Commissie brengt uiterlijk op 15 november een advies uit over het ontwerpbegrotingsplan van elke lidstaat . |
||||||||||||||
Amendement 62 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 2 |
|||||||||||||||
2. Het advies van de Commissie wordt openbaar gemaakt en wordt op verzoek van het parlement van de betrokken lidstaat door de Commissie aan het betrokken parlement gepresenteerd. |
2. Het in lid 1 bedoelde advies van de Commissie wordt openbaar gemaakt en aan de Eurogroep voorgelegd. Op verzoek van het parlement van de betrokken lidstaat , of van het Europees Parlement, wordt het door de Commissie aan het betrokken parlement gepresenteerd. |
||||||||||||||
Amendement 63 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 3 |
|||||||||||||||
3. De Commissie voert een algehele evaluatie van de begrotingssituatie en -vooruitzichten van het eurogebied als geheel uit. De evaluatie wordt openbaar gemaakt. |
3. De Commissie voert een algehele evaluatie van de begrotingssituatie en -vooruitzichten van het eurogebied als geheel uit. De algehele evaluatie omvat stresstests die een aanwijzing geven van de risico's voor de instandhouding van de overheidsfinanciën wanneer zich nadelige financiële of budgettaire ontwikkelingen voordoen . De evaluatie stelt per land mogelijke negatieve overloopeffecten voor de instandhouding van de overheidsfinanciën van de lidstaten vast die door de particuliere sector van dat land of door andere lidstaten worden veroorzaakt. De evaluatie wordt openbaar gemaakt en wordt opgenomen in de volgende jaarlijkse groeianalyse. De Commissie voegt bij de evaluatie een gedetailleerde samenvatting van de voor- en najaarsprognoses van het eurogebied als geheel. Het voor de evaluatie gekozen referentiescenario wordt met de bijbehorende redeneringen beschreven en wordt gebaseerd op een evenwichtige beschrijving van op- en neerwaartse risico's zodat het volledige scala van mogelijke resultaten in overweging kan worden genomen. De evaluatie vermeldt de methoden, aannamen en relevante parameters die de macro-economische prognoses en stresstests ervan funderen evenals een ex-post evaluatie van het referentiescenario van het voorgaande jaar. |
||||||||||||||
Amendement 64 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 4 |
|||||||||||||||
4. Op basis van de overeenkomstig lid 3 door de Commissie uitgevoerde algehele evaluatie bespreekt de Eurogroep de adviezen van de Commissie over de nationale begrotingsplannen en de begrotingssituatie en -vooruitzichten in het eurogebied als geheel. De evaluatie wordt openbaar gemaakt. |
4. Op basis van de overeenkomstig lid 3 door de Commissie uitgevoerde algehele evaluatie bespreken de Eurogroep en de relevante commissie van het Europees Parlement de adviezen van de Commissie over de nationale begrotingsplannen en de begrotingssituatie en -vooruitzichten in het eurogebied als geheel. De uitkomst van deze bespreking wordt openbaar gemaakt en er wordt tijdens het volgende Europees semester rekening mee gehouden, met name in de jaarlijkse groeianalyse . |
||||||||||||||
Amendement 65 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 6 – lid 4 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
4 bis. Na de bespreking tussen de Eurogroep en de betrokken commissie van het Europees Parlement actualiseert de Commissie, indien van toepassing, haar specifieke aanbevelingen in het kader van de jaarlijkse groeianalyse in een streven om het gemeenschappelijke macro-economische kader van het eurogebied te versterken en om ondersteunende maatregelen te schetsen waarin wordt voorzien in het geval van nadelige financiële, economische of budgettaire ontwikkelingen. |
||||||||||||||
Amendement 66 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 6 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
Artikel 6 bis Verslaglegging aangaande schuldemissies 1. De lidstaten brengen vooraf en tijdig verslag uit aan de Commissie en de Eurogroep over hun nationale schuldemissieplannen. 2. De vorm en inhoud van de in lid 1 bedoelde verslaglegging worden geharmoniseerd en vastgesteld door de Commissie in samenwerking met de lidstaten. 3. Onderwerpen die aan de jaarlijkse schuldemissieplannen van de lidstaten gerelateerd zijn, zoals financiële behoeften en verlenging van uitstaande schulden, worden niet openbaar gemaakt. |
||||||||||||||
Amendement 67 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Hoofdstuk III bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
Hoofdstuk III bis Ontwikkeling van een routekaart voor versterkte coördinatie van het economisch beleid, een groeifaciliteit en een kader voor verbeterde schuldemissies Artikel 6 ter Routekaart voor een kader voor versterkte coördinatie van het economisch beleid en een groeifaciliteit 1. De Commissie presenteert uiterlijk op … (6) een verslag houdende de ontwikkeling van een routekaart voor stabiliteitsobligaties voor de eurozone. Tevens presenteert ze een voorstel voor een instrument voor duurzame groei voor de eurozone, gericht op het mobiliseren van ongeveer 1 % van het bbp per jaar gedurende een periode van tien jaar, inclusief een verhoging van het kapitaal van de EIB en projectobligaties, voor investeringen in Europese infrastructuur, met inbegrip van wetenschap en technologie. Het instrument beoogt de totstandbrenging van de noodzakelijke omstandigheden voor duurzame groei, teneinde de goede werking van de economische en monetaire unie te waarborgen en de stabiliteit van de euro te garanderen, en daarmee de duurzame coördinatie van de begrotingsdiscipline van de lidstaten. 2. De in artikel 6 quater en 6 quinquies bedoelde stappen laten de implementatie van verdere stappen voor het eind van deze periode onverlet. Artikel 6 quater Coördinatie van schuldemissies door lidstaten van de eurozone 1. Met het oog op het beter coördineren van de planning en tenuitvoerlegging van hun staatsschuldemissies rapporteren de lidstaten hun emissies van overheidsschuld ex ante aan de Commissie en de Raad. 2. De lidstaten die de euro als munt hebben, trachten de financieringsvoorwaarden van hun nationale schuld te verbeteren door, na een voorstel van de Commissie, een jaarlijks kader voor gecoördineerde nationale schuldenemissies overeen te komen. 3. De lidstaten die in het kader van lid 2 samenwerken, kunnen hun financieringsvoorwaarden verder verbeteren en stabiliseren op basis van hun economische parameters en de marktomstandigheden, en aan de hand van een middels een verordening van het Europees Parlement en de Raad vast te stellen methode. Artikel 6 quinquies Europees aflossingsfonds 1. Als element van de eerste stap van de routekaart, zoals bedoeld in artikel 6 bis, wordt een Europees aflossingsfonds (ERF) in het leven geroepen, dat stoelt op gemeenschappelijke aansprakelijkheid en strikte begrotingsdiscipline, met als doel het reduceren van buitensporige schulden gedurende een periode van 25 jaar, met aanpassingen overeenkomstig jaarlijkse groeicijfers. Aan het eind van deze periode wordt het ERF ontbonden. 2. De lidstaten die de euro als valuta hebben en die geen bijstands- of aanpassingsprogramma volgen, dienen het volgende te doen:
3. De Commissie zorgt voor de oprichting en het dagelijks beheer van het ERF, en de detailinvulling hiervan wordt geregeld in een verordening van het Europees Parlement en de Raad. 4. Deelname aan het ERF staat open voor andere lidstaten vanaf het ogenblik van inwerkingtreding van het besluit van de Raad van de Europese Unie dat wordt getroffen in overeenstemming met artikel 140, lid 2, VWEU om hun derogatie voor aanname van de euro in te trekken. 5. De lidstaten nemen in hun nationale wetgeving bepalingen op om ervoor te zorgen dat het ERF na maximaal 25 jaar wordt vereffend en ontbonden, met aanpassingen overeenkomstig jaarlijkse groeicijfers. |
||||||||||||||
Amendement 68 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel -7 (nieuw) |
|||||||||||||||
|
Artikel -7 Economische partnerschapsprogramma's 1. Indien de Raad, in overeenstemming met artikel 126, lid 6, VWEU, besluit dat in een lidstaat sprake is van een buitensporig tekort, legt de betreffende lidstaat de Commissie en de Raad een economisch partnerschapsprogramma voor waarin de beleidsmaatregelen en structurele hervormingen worden beschreven die noodzakelijk zijn voor een effectieve, duurzame correctie van het buitensporige tekort, als een nadere uitwerking van zijn stabiliteitsprogramma en zijn nationale hervormingsprogramma, en met volle inachtneming van de aanbevelingen van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van de geïntegreerde richtsnoeren voor het economisch en werkgelegenheidsbeleid van de betrokken lidstaat. 2. Het economische partnerschapsprogramma is volledig verenigbaar met het in artikel 1 bedoelde beleid. In het economische partnerschapsprogramma wordt een aantal specifieke begrotingsprioriteiten vastgesteld en geselecteerd dat erop gericht is de economie op de korte termijn te stabiliseren, duurzame groei op de lange termijn te bevorderen en structurele zwakheden in de betrokken lidstaat aan te pakken. Deze prioriteiten zijn erop gericht het concurrentievermogen terug in evenwicht te brengen overeenkomstig de totstandbrenging van Europese meerwaarde, en sluiten aan bij de Uniestrategie voor groei en werkgelegenheid. De lidstaat stelt, in nauw overleg met de Commissie, een verslag op waarin de geselecteerde programma's en projecten worden geschetst, met inbegrip van een actieplan dat gericht is op het vinden, frontloaden en inzetten van financiële middelen, met inbegrip van kredietlijnen van de EIB en toepasselijke financiële instrumenten van de Unie. Dit verslag wordt elk jaar geactualiseerd. 3. In het geval van een forse economische neergang zoals bedoeld in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/97of een aanzienlijke neerwaartse bijstelling van de prognoses neemt de betrokken lidstaat een bijgewerkt aanpassingstraject naar het begrotingsdoel op de middellange termijn aan dat wordt overeengekomen met de Commissie, met terdege inachtneming van het procyclische effect van consolidatiemaatregelen. De toepassing van de schuldregel wordt op coherente wijze aangepast. 4. Het economische partnerschapsprogramma wordt op hetzelfde moment ingediend als de rapportages voorzien in artikel 3, lid 4 bis, en artikel 5, lid 1 bis, van Verordening (EG) nr. 1467/97. 5. Na een voorstel van de Commissie brengt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen advies uit over het economische partnerschapsprogramma. 6. Indien een plan met corrigerende maatregelen is ingediend overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1176/2011, worden de in lid 1 bedoelde maatregelen in dat plan opgenomen. 7. De tenuitvoerlegging van het programma en de jaarlijkse begrotingsplannen die daarmee samenhangen, worden door de Commissie en de Raad gecontroleerd. 8. De bevoegde Commissie van het Europees Parlement kan de betrokken lidstaat en de Commissie de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan een gedachtewisseling. De bevoegde commissie van het Europees Parlement kan andere commissie van het Europees Parlement uitnodigen ook aan deze gedachtewisseling deel te nemen. |
||||||||||||||
Amendement 69 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 |
|||||||||||||||
1. Wanneer de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 6, van het Verdrag besluit dat er in een lidstaat een buitensporig tekort bestaat, worden de leden 2 tot en met 5 van dit artikel op de betrokken lidstaat toegepast tot de stopzetting van de tegen hem lopende buitensporigtekortprocedure . |
1. Voor het monitoren van het in artikel -7, lid 7, bedoelde partnerschapsprogramma voldoet de betrokken lidstaat , op verzoek van de Commissie, aan de in de leden 2 tot en met 6 van dit artikel bedoelde voorwaarden, tot de stopzetting van de tegen hem lopende buitensporigtekortprocedure. |
||||||||||||||
Amendement 70 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 2 |
|||||||||||||||
2. De lidstaat die onder nauwlettender monitoring staat, gaat onverwijld over tot een alomvattende toetsing voor de overheid en de subsectoren ervan van de begrotingsuitvoering in de loop van het jaar. De toetsing heeft ook betrekking op de financiële risico's die aan overheidsentiteiten en -contracten verbonden zijn, voor zover deze tot het bestaan van een buitensporig tekort kunnen bijdragen. De uitkomst van deze toetsing wordt opgenomen in het overeenkomstig artikel 3, lid 4 bis, of artikel 5, lid 1 bis, van Verordening (EG) nr. 1467/97 in te dienen verslag over de genomen maatregelen om het buitensporige tekort te corrigeren. |
2. Op verzoek van de Commissie verricht de lidstaat een alomvattende toetsing voor de overheid en de subsectoren ervan van de begrotingsuitvoering in de loop van het jaar. De toetsing heeft ook betrekking op de financiële risico's die aan overheidsentiteiten en voorwaardelijke verplichtingen met een potentieel groot effect op de overheidsbegrotingen, zoals bedoeld in Richtlijn 2011/85/EU van de Raad, verbonden zijn, voor zover deze tot het bestaan van een buitensporig tekort kunnen bijdragen. De uitkomst van deze toetsing wordt opgenomen in het overeenkomstig artikel 3, lid 4 bis, of artikel 5, lid 1 bis, van Verordening (EG) nr. 1467/97 in te dienen verslag over de genomen maatregelen om het buitensporige tekort te corrigeren. |
||||||||||||||
Amendement 71 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 3 |
|||||||||||||||
3. De lidstaat brengt regelmatig verslag uit aan de Commissie en aan het Economisch en Financieel Comité , of een subcomité dat daardoor daartoe wordt aangewezen, over de overheid en de subsectoren ervan, de begrotingsuitvoering in de loop van het jaar, de gevolgen voor de begroting van discretionaire maatregelen aan zowel de ontvangsten- als de uitgavenzijde en de doelstellingen voor de overheidsuitgaven en -ontvangsten, alsook over de genomen maatregelen en over de aard van de voorgenomen maatregelen om de doelstellingen te bereiken. Het verslag wordt openbaar gemaakt. |
3. Op verzoek van de Commissie brengt de lidstaat regelmatig verslag uit aan de Commissie en aan het Economisch en Financieel Comité over de overheid en de subsectoren ervan, de begrotingsuitvoering in de loop van het jaar, de gevolgen voor de begroting van discretionaire maatregelen aan zowel de ontvangsten- als de uitgavenzijde en de doelstellingen voor de overheidsuitgaven en -ontvangsten, alsook over de genomen maatregelen en over de aard van de voorgenomen maatregelen om de doelstellingen te bereiken. Het verslag wordt openbaar gemaakt. |
||||||||||||||
De Commissie preciseert de inhoud van het in dit lid bedoelde verslag. |
De Commissie preciseert de inhoud van het in dit lid bedoelde verslag. De bevoegde commissie van het Europees Parlement kan de betrokken lidstaat de gelegenheid bieden aan een gedachtewisseling deel te nemen. |
||||||||||||||
Amendement 72 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 6 – onder a |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 73 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 2 |
|||||||||||||||
2. Ingeval er een risico bestaat dat de termijn voor de correctie van het buitensporige tekort niet in acht wordt genomen, richt de Commissie een aanbeveling tot de betrokken lidstaat om binnen een tijdsbestek dat strookt met de in lid 1 bedoelde termijn voor de correctie van zijn buitensporige tekort verdere maatregelen te nemen . De aanbeveling van de Commissie wordt openbaar gemaakt en wordt op verzoek van het parlement van de betrokken lidstaat door de Commissie aan het betrokken parlement gepresenteerd. |
2. Ingeval er een risico bestaat dat de termijn voor de correctie van het buitensporige tekort niet in acht wordt genomen en wanneer dat risico niet is toe te schrijven aan omstandigheden waarop de betrokken lidstaat geen invloed heeft , richt de Commissie een aanbeveling tot de betrokken lidstaat om binnen een tijdsbestek dat strookt met de in lid 1 bedoelde termijn voor de correctie van zijn buitensporige tekort volledig uitvoering te geven aan de in de oorspronkelijke aanbevelingen opgenomen maatregelen. De aanbeveling van de Commissie wordt openbaar gemaakt en wordt op verzoek van het parlement van de betrokken lidstaat door de Commissie aan het betrokken parlement gepresenteerd. |
||||||||||||||
Amendement 74 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 3 |
|||||||||||||||
3. Binnen het tijdsbestek dat krachtens de in lid 2 bedoelde aanbeveling van de Commissie is vastgesteld, brengt de betrokken lidstaat gelijktijdig met de in artikel 7, lid 3, bedoelde verslagen aan de Commissie verslag uit over de maatregelen die in reactie op deze aanbeveling zijn genomen. Het verslag bevat het volgende: de gevolgen voor de begroting van alle genomen discretionaire maatregelen, de doelstellingen voor de overheidsuitgaven en -ontvangsten, informatie over de genomen maatregelen en over de aard van de voorgenomen maatregelen om de doelstellingen te bereiken, alsook informatie over de andere maatregelen die in reactie op de aanbeveling van de Commissie worden genomen. Het verslag wordt openbaar gemaakt. |
3. Binnen het tijdsbestek dat krachtens de in lid 2 bedoelde aanbeveling van de Commissie is vastgesteld, brengt de betrokken lidstaat aan de Commissie daarnaast verslag uit over de maatregelen die in reactie op deze aanbeveling zijn genomen. Het verslag wordt openbaar gemaakt. |
||||||||||||||
Amendement 75 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel -11 (nieuw) |
|||||||||||||||
|
Artikel -11 Uitoefening van de delegatie 1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden. 2. De in artikel 5, lid 5, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van drie jaar vanaf de inwerkingtreding van deze verordening. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van 3 jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen een verlenging verzet. 3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 5, bedoelde bevoegdheidsdelegate te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en aan de Raad. 5. Een overeenkomstig artikel 5, lid 5, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. |
||||||||||||||
Amendement 76 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel -11 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
Artikel -11 bis Economische dialoog Om de dialoog tussen de instellingen van de Unie, in het bijzonder het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, te bevorderen en meer transparantie en verantwoordelijkheid te bewerkstelligen, kan de bevoegde commissie van het Europees Parlement de voorzitter van de Raad, de Commissie en, zo nodig, de voorzitter van de Europese Raad of de voorzitter van de Eurogroep uitnodigen om voor de commissie te verschijnen en er besprekingen te voeren over besluiten die genomen zijn krachtens artikel 5, lid 5, artikel 6, lid 4, artikel 7, lid 5, artikel 8, lid 4, en artikel 9, lid 3. De bevoegde commissie van het Europees Parlement kan de bij zulke besluiten betrokken lidstaat de gelegenheid bieden aan een gedachtewisseling deel te nemen. |
||||||||||||||
Amendement 77 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 – onder b bis) (nieuw) |
|||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
Amendement 78 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 3 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
3 bis. Zo snel mogelijk, maar uiterlijk op 31 december 2012 presenteert de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag over de haalbaarheid van opties en met daarin voorstellen voor een mogelijke routekaart voor de gemeenschappelijke uitgifte van staatsschuldinstrumenten, met inachtneming van financiële, budgettaire en wettelijke aspecten. De Commissie besteedt hierbij in het bijzonder aandacht aan de haalbaarheid van de oprichting van een aflossingsfonds waarbij de tijdelijke gemeenschappelijke uitgifte van schuldinstrumenten en strenge regels inzake begrotingsaanpassingen worden gecombineerd. |
||||||||||||||
Amendement 79 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 11 bis (nieuw) |
|||||||||||||||
|
Artikel 11 bis Rapportage door de Commissie Uiterlijk op … (7) presenteert de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag en, indien noodzakelijk, een voorstel waarin ze aangeeft hoe coördinatie en ex ante gesprekken tussen de lidstaten over plannen voor vergaande hervorming van het economisch en begrotingsbeleid met mogelijke overloopeffecten moeten worden georganiseerd, in welke vorm deze coördinatie en gesprekken moeten plaatsvinden, welk beleid wordt overwogen, alsook de te verwachten politieke gevolgen - voor de lidstaten en, in het bijzonder, voor de nationale parlementen - van besluiten die naar aanleiding van dergelijke coördinatie en ex ante gesprekken worden genomen. |
||||||||||||||
Amendement 80 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Artikel 11 ter (nieuw) |
|||||||||||||||
|
Artikel 11 ter Europese schuldenautoriteit Uiterlijk op … (8) presenteert de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag, en zo nodig een voorstel, waarin de mogelijkheid wordt nagegaan van oprichting van een Europese schuldenautoriteit die verantwoordelijk zou zijn voor het beheer en de coördinatie van alle aangelegenheden in verband met het jaarlijkse schuldemissieplan van de lidstaten, de verlenging van hun uitstaande schulden en een beoordeling van de houdbaarheid van de overheidsschuld van alle lidstaten. Het verslag van de Commissie bevat daarnaast een beoordeling van de mogelijke jaarlijkse publicatie van gegevens met betrekking tot de staatsschuld van de lidstaten, en tot tekort- en andere macro-economische indicatoren. |
||||||||||||||
Amendement 81 |
|||||||||||||||
Voorstel voor een verordening Bijlage I (nieuw) |
|||||||||||||||
|
Gemeenschappelijke beginselen voor onafhankelijke begrotingsinstellingen (IFI's)
|
(1) De zaak werd terugverwezen voor een nieuwe behandeling naar de bevoegde Commissie uit hoofde van artikel 57, lid 2, tweede alinea, van het Reglement (A7-0173/2012).
(2) PB L 306 van 23.11.2011, blz. 12.
(3) PB L 306 van 23.11.2011, blz. 33.
(4) PB L 306 van 23.11.2011, blz. 1.
(5) PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.
(6) PB datum invoegen: een maand na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
(7) PB datum invoegen: drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.
(8) PB datum invoegen: drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.