Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008DC0108

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over het concurrentievermogen van de metaalindustrie - Een bijdrage tot de EU-strategie voor groei en werkgelegenheid {SEC(2008)246}

    /* COM/2008/0108 def. */

    52008DC0108

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over het concurrentievermogen van de metaalindustrie - Een bijdrage tot de EU-strategie voor groei en werkgelegenheid {SEC(2008)246} /* COM/2008/0108 def. */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 22.2.2008

    COM(2008) 108 definitief

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

    OVER HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE METAALINDUSTRIE Een bijdrage tot de EU-strategie voor groei en werkgelegenheid {SEC(2008)246}

    Inleiding

    De metaalindustrie speelt een belangrijke rol in de waardeketen van veel sectoren van de Europese verwerkende industrie. In deze mededeling wordt het concurrentievermogen van deze industrieën beoordeeld en worden aanbevelingen voor de toekomst gedaan. Deze mededeling is een vervolg op de mededeling van de Commissie van 2005 over het industriebeleid van de EU, waarin verschillende sectorspecifieke initiatieven werden aangekondigd, waaronder een mededeling waarin wordt vastgesteld welke weerslag de aanvoer van grondstoffen en energie op het concurrentievermogen van de Europese metaalindustrie heeft[1]. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de tussentijdse evaluatie van het industriebeleid van 2007[2].

    Aangezien de metaalindustrie per definitie een energie-intensieve sector is, heeft het communautaire beleid op het gebied van energie en klimaatverandering een rechtstreekse invloed. De Europese Raad verklaarde in maart 2007 dat "gezien het grote belang van de energie-intensieve sector, kosteneffectieve maatregelen moeten worden genomen om het concurrentievermogen en het milieueffect van deze Europese industrieën te verbeteren." Daarom wordt in het pakket inzake klimaatmaatregelen en hernieuwbare energie van 23 januari 2008 rekening gehouden met de specifieke situatie van de energie-intensieve bedrijfstakken die rechtstreeks aan wereldwijde concurrentie zijn blootgesteld.

    Deze Mededeling stelt de belangrijkste factoren vast die de prestaties van de sector beïnvloeden en gaat na hoe de Commissie, de lidstaten en de industrie zelf de bescherming en de versterking van het concurrentievermogen van de sector in de toekomst kunnen bevorderen en tegelijkertijd kunnen bijdragen aan de ambitieuze doelstellingen tot vermindering van de broeikasgasemissie tot 2020.

    Bij de belangrijkste kwesties die in deze mededeling aan de orde komen, wordt rekening gehouden met de uitkomsten van een openbare raadpleging in september 2006. Reeds vóór die raadpleging werd een werkdocument[3] van de diensten van de Commissie vastgesteld, waarin aan de hand van statistieken en belangrijke economische tendensen een gedetailleerd beeld van de sector werd geschetst.

    kenmerken en uitdagingen van de metaalindustrie

    Belangrijkste structurele kenmerken

    De metaalindustrie[4] wordt beschouwd als een basisindustrie omdat metaalproductie de eerste belangrijke stap is in de keten van toegevoegde waarde van veel industrieën van kapitaalgoederen (machinebouw, autoproductie, scheepsbouw, ruimtevaart, bouw) en consumptiegoederen.

    Daarom neemt deze industrie in de industriële structuur van de meeste ontwikkelde economieën en in veel snelgroeiende ontwikkelingseconomieën een centrale plaats in. De belangrijkste kenmerken van de metaalindustrie zijn:

    Kapitaalintensiteit: er is behoefte aan zeer grote investeringen in technologie en apparatuur met een zeer lange levensduur (doorgaans niet minder dan 20-30 jaar); voor investeringsbeslissingen is een ondersteunend en voorspelbaar regelgevingskader noodzakelijk.

    Hoge energie-intensiteit: het productieproces van deze industrieën vergt zeer veel energie. De energiekosten bedragen doorgaans meer dan 10% en kunnen oplopen tot 37% (bijvoorbeeld bij aluminium en ferrolegeringen) van de kosten van het geproduceerde metaal.

    Zie de bijlage voor meer informatie over de prestaties van de communautaire metaalindustrie en het aandeel in de wereldeconomie.

    Belang van grondstoffen

    De toegang tot niet-energetische grondstoffen is van doorslaggevend belang, aangezien de communautaire metaalproductie sterk afhankelijk is van de invoer van ertsen en concentraten uit derde landen. In de EU worden veel metaalertsen gedolven in relatief kleine hoeveelheden in verhouding tot de wereldproductie. Dit geldt bijvoorbeeld voor nikkel (1,7%), ijzer (2%) en koper (5%).[5]

    De afhankelijkheid van de import van grondstoffen vermindert doordat metalen vrijwel geheel en oneindig recycleerbaar zijn. Het gebruik van gerecycleerd schroot is de afgelopen tientallen jaren aanzienlijk toegenomen en is nu goed voor 40-60% van de communautaire metaalproductie.

    Recycling is veel minder energie-intensief: zo kost de secundaire smelt van aluminium (met gebruikmaking van schroot) slechts 5% van de elektriciteit van de primaire smelt.

    Positie binnen en belang voor de Europese economie

    In 2005 boekte de metaalindustrie van de EU-27 een omzet van ongeveer 316 miljard euro en had zij 1,1 miljoen werknemers in dienst (dit was respectievelijk 5 % en 3,3 % van de totale industrie van de EU).[6]

    De communautaire metaalindustrie maakt deel uit van een ingewikkeld economisch netwerk dat niet alleen toeleveringsbedrijven omvat, maar ook grote segmenten van de verwerkende industrie, zoals de automobielindustrie en de bouwsector. Kenmerkend voor dit netwerk zijn de vele kritische verbindingen – gebaseerd op kwaliteitseisen en innovatie – die de waardeketen van de metaalindustrie gestalte geven.

    De geringe geografische afstand tussen de aanvoerketen van metalen en de verwerkende industrieën en hun wederzijdse belangen (op het gebied van techniek, logistiek, onderzoek, innovatie en klantenservice) vormen vanouds een sterk punt van de communautaire industrie. Dit heeft geleid tot nauwe samenwerking en wederzijdse afhankelijkheid met eindgebruikers, vooral bij de ontwikkeling en de productie van staal en non-ferrometalen van hoge kwaliteit.

    Industriestructuur en kmo's

    Omdat er veel kapitaal vereist is, wordt de markt gedomineerd door grote ondernemingen, met name wat primaire aluminium- en platte staalproducten betreft.

    Het proces van consolidatie en herstructurering van de Europese metaalindustrie is reeds zeer vergevorderd en ging gepaard met een toegenomen integratie in de wereldmarkt. De staalbedrijven hebben hun basis aanvankelijk vergroot van nationaal naar Europees niveau, en zijn de laatste tijd wereldomvattend geworden door overnames buiten Europa of doordat zij zelf zijn overgenomen door bedrijven met een niet-Europese achtergrond.

    De eerste bewerkingsactiviteiten om metalen geschikt te maken voor verder gebruik in de verwerkende sectoren en die nauw samenhangen met metaalproductie, worden voornamelijk uitgevoerd door kmo's.

    De gevolgen van globalisering en van de ontwikkelingseconomieën

    De meeste metalen, en vooral non-ferrometalen en de grondstoffen ervoor, worden op de wereldmarkt verhandeld. De grondstoffenprijzen worden bepaald door de wereldwijde vraag en aanbod en worden gekenmerkt door lange cyclische bewegingen.

    Door de groei van veel ontwikkelingseconomieën zijn de vraag naar en de prijzen van metaal en metaalproducten op de wereldmarkt gestegen en is de druk op de toevoer en de prijzen van grondstoffen toegenomen tot ongekende hoogten. De afgelopen jaren is de staalproductie in China snel gestegen, met gemiddeld meer dan 20% per jaar; in een tijdsbestek van drie jaar heeft China zich ontwikkeld van netto-invoerland tot de grootste staalexporteur ter wereld en is het nu de 's werelds grootste producent van staal, aluminium, koper, lood en zink.[7]

    Aangezien de sector een belangrijke leverancier van de verwerkende industrie is en sterk afhankelijk is van grondstoffen, energie en geschoolde arbeidskrachten, moeten de prestaties van de sector worden bezien in het kader van duurzame ontwikkeling.

    De pijler "concurrentievermogen"

    Door voortdurende herstructurering/consolidering om de kosten te verlagen en hoogwaardigere segmenten in de markt te bereiken, is het de basale metaalindustrie gelukt sterk concurrerend te blijven.

    De metaalsector van de EU heeft niet meer de traditionele status van zware industrie met lage toegevoerde waarde: de indicator van toegevoegde waarde per werknemer was hoger dan de gemiddelde van de verwerkende industrie.

    Innovatie was een belangrijke factor om het concurrentievermogen te verbeteren; dit bleek uit een sterk veranderende mix van producten en uit de ontwikkeling van nieuwe technische toepassingen, zoals bij edelmetalen. Volgens de Innovation Sector Index[8] laat de sector wat de gemiddelde innovatieprestatie betreft een gemiddelde score zien in vergelijking met andere NACE-industrie- en dienstensectoren.

    De metaalindustrie in de EU is sterk afhankelijk van economische cycli en heeft de laatste tijd geprofiteerd van een sterk toegenomen vraag op wereldniveau. Hierdoor zijn de prijzen gestegen[9] en is de algemene financiële situatie van veel bedrijven in de sector verbeterd, maar dit stelde tegelijkertijd de metaalverwerkende industrieën voor nieuwe uitdagingen.

    Ondanks deze positieve ontwikkelingen is er enige reden voor bezorgdheid:

    - het aandeel van de EU-25 in de mondiale metaalproductie wordt kleiner (met name aluminium van 21% in 1982 tot 9% in 2005 en staal van 25% tot 16%); tot op zekere hoogte is deze trend toe te schrijven aan de snelgroeiende productie in de ontwikkelingseconomieën.

    - het deel van de Europese consumptie dat door de Europese productie[10] wordt gedekt, is de laatste 20 jaar afgenomen, vooral wat ruwstaal en aluminium betreft.

    - de EU-metaalindustrie is sterk afhankelijk van energieprijzen en ingevoerde grondstoffen.

    De herstructurering van de EU- en staalindustrie in de jaren '80 en begin jaren '90 is een veelzeggend voorbeeld. Deze ging gepaard met een verlies van werkgelegenheid met ongeveer tweederde (van 750 000 tot minder dan 250 000) en de permanente sluiting van een productiecapaciteit van meer dan 60 miljoen ton in de EU-15[11]. Deze herstructurering was van groot belang voor de verbetering van de arbeidsproductiviteit, waarbij de levensvatbaarheid van de Europese staalsector en het algemene concurrentievermogen werden hersteld.

    De overgangseconomieën in de nieuwe lidstaten zijn bijzonder zwaar getroffen door de staalherstructurering. Er zijn nu echter bemoedigende tekens van economische consolidatie en herstel. Als gevolg van de verbeterde programma's en plannen die de levensvatbaarheid[12] moeten aantonen, zijn de productiviteitsniveaus aanzienlijk gestegen en zijn verouderde installaties gesloten of gemoderniseerd, wat tot positieve resultaten voor de bescherming van het milieu heeft geleid. De productiviteitsniveaus (ton staal per werknemer) van de Tsjechische en Poolse ondernemingen zijn tussen 2003 en 2006 naar schatting gestegen met 30%[13].

    De sociale pijler

    Geschoolde en beschikbare arbeidskrachten zijn een belangrijk pluspunt van de metaalindustrie in de EU.[14]

    De sector heeft echter steeds meer problemen om geschoolde werknemers aan te trekken en de vraag naar technici in de staalsector is veel groter dan het aanbod.

    Het staaltechnologieplatform heeft de volgende uitdagingen geïdentificeerd:

    - de vergrijzing van de werknemers in de staalsector en in de bijbehorende onderzoeks- en technische centra;

    - een behoefte aan nieuwe vaardigheden zoals managementscapaciteiten en ondernemerschap;

    - beter gebruik van bestaande opleidingsstructuren en verbanden tussen basisopleiding, O&O en levenslang leren;

    - mobiliteit van zowel leidinggevenden als technici.

    De sociale dialoog is een traditioneel beleidsinstrument in de EU-staalsector sinds de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) in 1952. Met het verstrijken van het EGKS-Verdrag is in 2006 officieel een Europees Comité voor de sociale dialoog in de staalsector opgericht. Een soortgelijk initiatief wordt overwogen voor de non-ferrometaalsector op basis van een gemeenschappelijk verzoek van de belanghebbenden.

    De milieupijler

    De productieprocessen in de metaalindustrie zijn zeer energie-intensief en ze kunnen, net als de mijnbouw, tot andere milieueffecten leiden (lucht-, water- en bodemvervuiling en, wat mijnbouw betreft, gebruik van grond).

    Toch kunnen metalen aanzienlijke milieuvoordelen opleveren. Metalen kunnen oneindig worden gerecycleerd zonder verlies van de basiseigenschappen, terwijl er veel minder energie wordt verbruikt dan bij de primaire productie uit ertsen. Recycling leidt tot een lager grondstoffenverbruik en tot minder milieueffecten als gevolg van de winning en het vervoer van metaalertsen.

    Wat energie-efficiëntie betreft , is het finale energieverbruik van de basale metaalindustrie van Europa – ondanks een gestadige groei van de metaalproductie in de afgelopen 15 jaar – gelijk gebleven zelfs gedaald.

    Wat de uitstoot betreft , is er een aanzienlijke vermindering van enkele van de belangrijkste vervuilende stoffen gerealiseerd. Hoewel metaalproductie een aanzienlijke CO2–uitstoot met zich meebrengt, bedroeg het aandeel ervan in de totale uitstoot van broeikasgassen (BKG) in de EU-15 5,7%[15]. De tendens voor de periode 1990-2005 was een vermindering met 11% voor ijzer en staal en met 2% voor non-ferrometalen, ondanks een toename met respectievelijk 5% en 11% in het productievolume in die periode.

    Wat de eco-efficiëntie van grondstoffen betreft : de functionaliteit is verbeterd terwijl de hoeveelheid gebruikt materiaal bij de productie van metalen voorwerpen is verminderd, bijvoorbeeld bij stalen en aluminium drankblikjes[16]. Deze tendensen moeten voortdurend worden versterkt om de totale eco-efficiëntie te verbeteren, waarop ook de toenemende productievolumes van invloed zijn.

    Een geïntegreerde aanpak om het concurrentievermogen van de EU-metaalsector te verbeteren

    Een geïntegreerde aanpak dient de volgende elementen te omvatten:

    - zorgen voor energieaanvoer tegen concurrerende prijzen door middel van goedwerkende energiemarkten;

    - voorwaarden scheppen waardoor de sector kan voldoen aan de milieudoelstellingen van de Gemeenschap en aan haar ambitieuze doelstellingen op het gebied van de klimaatverandering;

    - bevorderen van O&O en innovatie en een hoog vaardigheidsniveau;

    - creëren van open en concurrerende wereldmarkten en het wegnemen van handelsbelemmeringen voor metalen en grondstoffen.

    Energiebeleid

    Het concurrentievermogen van de EU-metaalindustrie is aangetast door de snel gestegen gas- en elektriciteitsprijzen. Veranderingen in vaste leveringscontracten op lange termijn worden dan ook gezien als een groot probleem.

    Zoals in het Eindverslag[17] over het onderzoek naar de energiesector is aangegeven, functioneren de energiemarkten van de EU niet optimaal, waardoor niet volop van de liberalisering van de energiemarkt kan worden geprofiteerd, dus ook niet wat prijzen betreft.

    De Europese Raad erkent in het Actieplan (2007-2009) Energiebeleid voor Europa[18] dat er een nieuwe reeks maatregelen nodig is om een werkelijk concurrerende interne markt voor gas en elektriciteit te creëren, met een doeltreffende scheiding tussen enerzijds aanvoer- en productieactiviteiten en anderzijds netwerkactiviteiten (ontvlechting).

    Om deze beleidsdoelen te verwezenlijken, heeft de Commissie op 19 september 2007 een pakket wetsvoorstellen aangenomen om een reële, doeltreffende leverancierskeuze te verzekeren en de transparantie van de markt te verbeteren, ook wat prijzen betreft.

    Aangezien veel van de vastgestelde maatregelen pas na enige tijd zichtbare gevolgen voor de betrokken industrieën zullen hebben, overweegt een aantal lidstaten overgangsmaatregelen om de voorspelbaarheid voor de metaalindustrie te verbeteren.

    Naast de bovenstaande voorstellen zijn de volgende maatregelen van belang:

    Maatregelen

    1. Openbare instanties moeten initiatieven voor gezamenlijke elektriciteitsopwekking, langetermijncontracten en partnerschappen inventariseren. De lidstaten moeten informatie uitwisselen over mogelijke oplossingen en goede praktijken die aan de voorschriften op het gebied van concurrentie en de interne markt voldoen.

    2. De Commissie zal in een passende vorm richtsnoeren verstrekken (waaronder de ontwikkeling van jurisprudentie) over de verenigbaarheid van langetermijncontracten voor de levering van energie met het Gemeenschapsrecht.

    3. Met het oog op een betere energie-efficiëntie zal de Commissie, in het kader van het Programma voor concurrentievermogen en innovatie, de beste praktijken voor energiebesparing de metaalindustrie promoten in samenwerking met de sector.

    Milieubeleid

    Klimaatverandering

    Als belangrijke veroorzaker van CO2-uitstoot moet de metaalindustrie een aanzienlijke bijdrage leveren om de klimaatverandering te remmen.

    De metaalsectoren moeten ambitieuze milieudoelstellingen en energie-efficiëntie verwezenlijken zonder aan concurrentievermogen in te boeten. Het is niet in het belang van de Europese Unie dat de productie in de toekomst wordt verplaatst naar landen met minder strenge emissiegrenzen ("koolstoflekkage") aangezien dit negatieve gevolgen voor het milieu en de economie zou hebben. Daarom wordt in het pakket inzake klimaatmaatregelen en hernieuwbare energie van de Commissie van 23 januari 2008[19] rekening gehouden met de specifieke situatie van de energie-intensieve industrie. Het pakket bevat duidelijke criteria voor het identificeren van de energie-intensieve sectoren/subsectoren die aan het risico van koolstoflekkage zijn blootgesteld. De Commissie wijst de sectoren of de subsectoren aan die in deze categorie vallen; zij ontvangen gratis toelagen die tot 100% kunnen bedragen, uitgaande van de meest efficiënte technieken; met het productieproces mag onder strikte voorwaarden rekening worden gehouden. In dit verband zal de Commissie beoordelen of er metaalsectoren zijn die voor die behandeling in aanmerking komen. In het licht van de internationale onderhandelingen voor een wereldwijd verdrag inzake klimaatverandering voor de periode na 2012 zal de Commissie de situatie van de energie-intensieve industrie nader beoordelen en aanpassingen voorstellen, vooral met betrekking tot de gratis toewijzing of de opname van ingevoerde producten in de regeling voor de emissiehandel (ETS) van de Commissie.

    Sectoriële overeenkomsten op basis van voor de bedrijfstak specifieke omstandigheden kunnen maatregelen ter vermindering van uitstoot op internationaal niveau stimuleren. Deze sectoriële overeenkomsten moeten leiden tot globale emissiereducties die voldoende sterk zijn om de klimaatverandering daadwerkelijk om te buigen, zij moeten controleerbaar en meetbaar zijn en onderworpen aan bindende handhavingsregelingen.

    Geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC)

    Het huidige wetgevingskader van de EU over uitstoot door de industrie omvat de IPPC-richtlijn en de zogenaamde sectorale richtlijnen. In december 2007 heeft de Commissie een herschikte richtlijn betreffende uitstoot door de industrie voorgesteld, waarin de IPPC en aanverwante "sectorale richtlijnen" worden samengevoegd. De voorgestelde tekst versterkt de rol van de "beste beschikbare technieken" (BBT) en van "opkomende technieken"[20].

    Tegenover de toelatingsvereisten van de IPPC-richtlijn staan niet altijd gelijkwaardige normen in derde landen.

    Afvalwetgeving

    Om het afvalbeheer te verbeteren en meer rechtszekerheid te scheppen en daarbij onnodige administratiekosten en tijdverlies te vermijden, heeft de Commissie een voorstel tot wijziging van de afval-kaderrichtlijn ingediend, die op dit ogenblik door het Europees Parlement en de Raad wordt besproken.

    In het voorstel is een mechanisme opgenomen om vast te stellen wanneer afval geen afval meer is. Hiertoe moet de Commissie specifieke criteria op basis van technische specificaties vaststellen door middel van de comitéprocedure.

    REACH

    Hoewel metalen onder de werkingssfeer van REACH vallen, hebben zij specifieke kenmerken waar bijzondere aandacht aan moet worden besteed, zoals de beoordeling van in legeringen verwerkte metalen.

    Standaardisering

    Normen spelen in de metaalsector een belangrijke rol, vooral in het kader van richtlijnen inzake overheidsopdrachten, en worden een belangrijk instrument voor toegang tot markten in derde landen.

    De Eurocodes zijn, als Europese standaard, een heel Europa bestrijkend middel voor het structureel ontwerp van gebouwen en technische constructies en als zodanig van groot belang voor de Europese bouwsector en voor het vrije verkeer van metalen constructiewerken.

    Maatregelen

    4. De Commissie zal de in het pakket inzake klimaatmaatregelen en hernieuwbare energie van 23 januari 2008 voor de energie-intensieve industrie opgenomen maatregelen voorbereiden, in het bijzonder de aanwijzing van de sectoren of subsectoren waar een kans op koolstoflekkage bestaat en de vaststelling van de juiste toewijzing. In dit verband zal de Commissie beoordelen of er metaalsectoren zijn die voor die behandeling in aanmerking komen. In het licht van de internationale onderhandelingen voor een wereldwijd verdrag inzake klimaatverandering voor de periode na 2012, zal de Commissie de situatie van de energie-intensieve industrie nader beoordelen en aanpassingen voorstellen, vooral met betrekking tot de gratis toewijzing of de opname van ingevoerde producten in de regeling voor de emissiehandel (ETS) van de Commissie.

    5. De Commissie zal, in samenwerking met belanghebbenden en derde landen, de rol van sectoriële overeenkomsten onderzoeken, die moeten leiden tot wereldwijde emissiereducties die voldoende zijn om de klimaatverandering daadwerkelijk om te buigen en die controleerbaar en meetbaar zijn en aan bindende handhavingsregelingen zijn onderworpen. Dit omvat optimale werkmethoden voor gegevensverzameling en belangrijke prestatie-indicatoren.

    6. Wat de IPPC betreft, zal de Commissie zorgen voor een nauwere relatie tussen de ontwikkelingsprocedure van BBT-referentiedocumenten (BREF's), het Europese Kaderprogramma voor onderzoek en het Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie, om steun voor opkomende technieken te verlenen.

    7. Met betrekking tot de afvalwetgeving zal de Commissie, zodra de wetgevingsprocedure voor de afval-kaderrichtlijn is afgerond, ernaar streven dat een kosteneffectief gebruik van schroot als secundaire grondstof voor de industrie wordt vergemakkelijkt.

    8. In de context van REACH zal de Commissie, in nauwe samenwerking met de belanghebbenden, het Europees Agentschap voor chemische stoffen en de lidstaten technische richtsnoeren voor stoffen in bijzondere preparaten ontwikkelen.

    9. Wat de standaardisering betreft, zal de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, het gebruik van Eurocodes[21] betreffende metalen bevorderen en zorgen dat de onderlinge verschillen tussen de toepassingswijzen in de EU kleiner worden.

    Innovatie, onderzoek & ontwikkeling en vaardigheden

    Het innovatievermogen is doorslaggevend voor het behoud van het concurrentievermogen. O&O speelt in de toekomst een belangrijke rol voor producten en in innovatieprocessen.

    Wat de producten betreft, is innovatie doorslaggevend voor de differentiatie van het eindproduct. Er is veel concurrentie tussen de verschillende metalen onderling en met andere materialen, zoals composieten, wat de technische en economische prestaties betreft.

    De bestaande productietechnieken zijn behoorlijk goed ontwikkeld, maar toch is de industrie actief op zoek naar geheel nieuwe technische oplossingen. Zo nemen aan het ULCOS-project (energiebesparing en ultralage CO2–uitstoot bij de staalproductie) 48 partners deel om de kritieke financieringsmassa ter beschikking te stellen teneinde de emissies in de staalsector met 50% te verlagen. De eerste fase van dit project loopt tot 2009 en de tweede tot 2014/15.

    In het kader van het in 2003 opgerichte staaltechnologieplatform (ESTEP) werken metaalproducenten samen met eindgebruikers en met de leveranciers van productie-installaties om de nieuwe uitdagingen aan te gaan. Een soortgelijke aanpak wordt gebruikt voor het Europese technologieplatform voor duurzame minerale bronnen (ETP SMR) dat in maart 2005 is opgericht om het innovatievermogen te verbeteren, nieuwe producten te ontwikkelen en de efficiëntie en de opbrengst van de productieprocessen te verbeteren, en daarbij de kosten en de gevolgen voor het milieu te verminderen.

    De aluminiumindustrie heeft een Europees platform voor aluminiumtechnologie opgericht om tot een coherente aanpak van onderzoek en technologie te komen.

    Met het zevende kaderprogramma, het fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (RFCS), het nieuwe programma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) en de structuurfondsen verschaft de EU vier belangrijke instrumenten voor de cofinanciering van activiteiten op het gebied van innovatie, O&O en vaardigheden.

    Maatregelen

    10. De industrie moet voorrang geven aan innovatie- en onderzoeksactiviteiten, onder andere door het uitvoeren van belangrijke langetermijnprojecten (zoals ULCOS) en van de strategische onderzoeksagenda die door de desbetreffende Europese Technologieplatforms is uitgewerkt; de industrie moet gebruikmaken van de kansen die door communautaire instrumenten en door internationale samenwerking worden geboden, zonder daarbij de kwesties op het gebied van de bescherming van intellectueel eigendomsrecht uit het oog te verliezen.

    11. Lidstaten, universiteiten, onderzoekscentra en de industrie moeten passende strategieën ontwikkelen – zoals partnerschappen tussen Europese landen onderling en met derde landen – om het bestand van beschikbare vaardigheden te verbeteren.

    12. De lidstaten en de regio's wordt verzocht innovatie in de metaalindustrie de bevorderen en maatregelen voor technologieoverdracht in clusters te bevorderen. Dit omvat ondersteuning voor de oprichting van bedrijven, technologieoverdracht, vaardigheden en financiering in een vroeg stadium van onderzoeksresultaten, met name om kmo's en oprichtingen van innovatieve bedrijven met een hoog groeipotentieel te helpen.

    Externe betrekkingen en handelsbeleid

    Toegang tot grondstoffen is zeer belangrijk voor de Europese industrie. De Raad van 21 mei 2007 heeft de Commissie verzocht een samenhangend beleid voor de grondstoffenvoorziening voor de industrie te ontwikkelen, waarbij al het relevante gemeenschapsbeleid moet worden betrokken. De Commissie zal voorrang verlenen aan het scheppen van gelijke mededingingsvoorwaarden (een level playing field ) voor metalen en de grondstoffen in het kader van haar handelsbeleid en haar externe betrekkingen met de geïndustrialiseerde landen en de ontwikkelingseconomieën.[22]

    De afgelopen jaren zijn de marktverstorende praktijken toegenomen als gevolg van allerlei verschillende mechanismen zoals uitvoerbeperkingen, uitvoerrechten, selectieve terugbetaling van btw, subsidies en dergelijke. Zo heft Rusland tot 50% belasting op de uitvoer van schroot; India heeft onlangs uitvoerrechten op ijzererts geïntroduceerd; China verbiedt buitenlandse ondernemingen een meerderheidsaandeel te hebben in staal- en aanverwante bedrijven en heeft een reeks mechanismen ingevoerd waarmee de uitvoer van metaalgrondstoffen wordt beperkt of geeft overheidssteun bij de aankoop ervan uit externe bronnen.

    Dergelijke praktijken brengen de Europese industrie ernstig in de problemen en moeten met alle mogelijke instrumenten worden bestreden, onder andere door een versterkte dialoog.

    Op internationaal niveau is de situatie van de wereldgrondstoffenmarkten en de recente prijsstijgingen tijdens de G8-top besproken. Daarbij herhaalden de deelnemers hun toezegging zich te zullen inzetten voor vrije, transparante en open markten. [23]

    Maatregelen

    13. De Commissie zal alle bestaande instrumenten blijven inzetten om handelspraktijken die in strijd zijn met internationale handelsovereenkomsten aan te pakken.

    14. De Commissie zal zich in het kader van multi- en bilaterale onderhandelingen blijven verzetten tegen het gebruik van uitvoerheffingen op metalen en grondstoffen.

    15. De Commissie zal in 2008 een mededeling bekendmaken met het oog op de verbetering van voorwaarden voor een duurzame toegang tot mineralen en secundaire grondstoffen op EU- en internationaal niveau[24].

    16. De Commissie zet haar intensieve economische dialoog met belangrijke derde landen voort.

    [1] COM(2005) 474 definitief, bijlage II.

    [2] COM(2007) 374 definitief van 4.7.2007.

    [3] SEC(2006) 1069 van 2.8.2006.

    [4] Ferro- en non-ferrometalen in de zin van de bijlage, NACE-code 27, Eurostat.

    [5] SEC(2007) 771.

    [6] Bijlage, tabel 1.

    [7] Zie ook bijlage, tabel 4.

    [8] PRO INNO Europe initiative – INNO Metrics measure: http://www.proinno-europe.eu/extranet/admin/uploaded_documents/EIS_2005_European_Sector_Innovation_Scoreboards.pdf

    [9] Zie bijlage, figuur 3.

    [10] Verhouding productie: consumptie.

    [11] Primaire staalproductie en walsen, in de zin van het EGKS-Verdrag.

    [12] De basisregels voor de uitvoering van dit herstructureringsproces zijn vastgelegd in de Europa-overeenkomsten 1993-1996.

    [13] Toezichtverslagen over de herstructurering van de staalindustrie in Tsjechië en Polen, Europese Commissie.

    [14] Zie ook bijlage, figuur 2.

    [15] EEA Technical report n° 7/2007 (Technisch verslag van het Europees Milieuagentschap (EMA) nr. 7/2007) – toch is niet alle CO2-uitstoot van de metaalindustrie gerapporteerd onder CRF-categorie 2 C, aangezien de verslaglegging van lidstaat tot lidstaat kan verschillen.

    [16] Bij stalen blikjes is het gewicht tussen 1980 en 1998 verminderd met 16% en bij aluminium met 30%.

    [17] Sectoronderzoek SEC(2006) 1724, blz. 4.

    [18] Raad van de Europese Unie, 7224/07, Conclusies van het voorzitterschap van 9 maart 2007.

    [19] Met name COM(2008) 16 definitief.

    [20] COM(2007) 844 definitief.

    [21] In overeenstemming met aanbeveling 2003/887/EG van de Commissie van 19 december 2003.

    [22] Zie ook bijlage, tabel 3 en 5.

    [23] G8-top 2007, Verklaring, Samenvatting van de voorzitter, 8.6.2007.

    [24] Openbare raadpleging http://ec.europa.eu/enterprise/newsroom/cf/itemlongdetail.cfm?item_id=1249

    Top