This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32024R1108
Commission Delegated Regulation (EU) 2024/1108 of 13 March 2024 amending Regulation (EU) No 748/2012 as regards the initial airworthiness of unmanned aircraft systems subject to certification and Delegated Regulation (EU) 2019/945 as regards unmanned aircraft systems and third-country operators of unmanned aircraft systems
Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/1108 van de Commissie van 13 maart 2024 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 748/2012 met betrekking tot de initiële luchtwaardigheid van aan certificering onderworpen onbemande luchtvaartuigsystemen en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/945 wat onbemande luchtvaartuigsystemen en exploitanten van onbemande luchtvaartuigsystemen uit derde landen betreft
Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/1108 van de Commissie van 13 maart 2024 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 748/2012 met betrekking tot de initiële luchtwaardigheid van aan certificering onderworpen onbemande luchtvaartuigsystemen en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/945 wat onbemande luchtvaartuigsystemen en exploitanten van onbemande luchtvaartuigsystemen uit derde landen betreft
C/2024/1570
PB L, 2024/1108, 23.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2024/1108/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Publicatieblad |
NL L-serie |
2024/1108 |
23.5.2024 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2024/1108 VAN DE COMMISSIE
van 13 maart 2024
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 748/2012 met betrekking tot de initiële luchtwaardigheid van aan certificering onderworpen onbemande luchtvaartuigsystemen en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/945 wat onbemande luchtvaartuigsystemen en exploitanten van onbemande luchtvaartuigsystemen uit derde landen betreft
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1), en met name artikel 58, lid 1, en artikel 61, lid 1, punt d),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 56 van Verordening (EU) 2018/1139 betreffende de conformiteit van onbemande luchtvaartuigen is, gezien de aard en het risico van vluchtuitvoeringen met onbemande luchtvaartuigen, bepaald dat, afhankelijk van dit risico en de aard van de vluchtuitvoering, een certificaat kan worden vereist voor het ontwerp, de productie en het onderhoud van onbemande luchtvaartuigen en hun motoren, propellers, onderdelen, niet-geïnstalleerde apparatuur en apparatuur om ze op afstand te bedienen. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 56 van Verordening (EU) 2018/1139 zijn in artikel 40 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/945 van de Commissie (2) de eisen voor de certificering van onbemande luchtvaartuigsystemen vastgesteld. |
(3) |
In artikel 58, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1139 is bepaald dat de voorwaarden en procedures voor de afgifte van het krachtens artikel 55 van die verordening vereiste certificaat gebaseerd kunnen zijn op of bestaan uit de essentiële eisen voor het ontwerp zoals uiteengezet in bijlage IX bij Verordening (EU) 2018/1139 en de milieuprestatie-eisen zoals uiteengezet in bijlage III bij die verordening. |
(4) |
Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie (3) tot vaststelling van eisen voor het ontwerp en de productie van burgerluchtvaartuigen, alsmede van motoren, propellers en onderdelen die daarin worden geïnstalleerd, moet worden aangepast aan de specifieke kenmerken van onbemande luchtvaartuigsystemen. |
(5) |
Dergelijke specifieke kenmerken omvatten de apparatuur om onbemande luchtvaartuigen op afstand te bedienen, zoals gedefinieerd in artikel 3 van Verordening (EU) 2018/1139. Die apparatuur wordt gedefinieerd als “bedienings- en monitoringeenheid” in Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1110 van de Commissie (4). |
(6) |
Voor veilige vluchtuitvoeringen met onbemande luchtvaartuigen die aan certificeringseisen zijn onderworpen, moet de bedienings- en monitoringeenheid worden onderworpen aan dezelfde procedures als die voor de afgifte van certificaten voor onbemande luchtvaartuigen, waarbij wordt bepaald dat dezelfde certificeringsprocedure van toepassing is op onbemande luchtvaartuigsystemen, aangezien zij bestaan uit het onbemande luchtvaartuig en de bedienings- en monitoringeenheid ervan. |
(7) |
Onbemande luchtvaartuigsystemen die lichter zijn dan lucht vormen een intrinsiek risico voor derden, zij het minder dan andere onbemande luchtvaartuigconfiguraties, en kunnen daarom worden geëxploiteerd zonder dat een ontwerpcertificaat hoeft te worden afgegeven. |
(8) |
De verificatie van het ontwerp van onbemande luchtvaartuigsystemen die specifiek voor onderzoek of voor experimentele of wetenschappelijke doeleinden zijn ontworpen of gewijzigd, kan worden uitgevoerd zonder dat een typecertificaat hoeft te worden afgegeven omdat ze doorgaans worden geëxploiteerd in een omgeving met een lager risico. |
(9) |
De permanente luchtwaardigheid van onbemande luchtvaartuigsystemen waarvoor een typecertificaat vereist is, moet voldoen aan Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/1107 van de Commissie (5), terwijl dit niet vereist is voor onbemande luchtvaartuigsystemen die bedoeld zijn om te worden gebruikt voor vluchtuitvoeringen waarvoor een typecertificaat niet verplicht is overeenkomstig artikel 40, lid 1, punt d), van Verordening (EU) 2019/945, zelfs als de fabrikant ervoor heeft gekozen een aanvraag in te dienen. |
(10) |
Om belanghebbenden voldoende tijd te geven om ervoor te zorgen dat het nieuwe kader voor de initiële luchtwaardigheid van gecertificeerde onbemande luchtvaartuigsystemen (UAS) wordt nageleefd, wordt deze verordening met ingang van 1 mei 2025 van toepassing, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 748/2012
Verordening (EU) nr. 748/2012 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De titel wordt vervangen door: “ Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie van 3 augustus 2012 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering of verklaring van overeenstemming van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen, uitrustingsstukken, bedienings- en monitoringeenheden en componenten van bedienings- en monitoringeenheden, alsmede inzake de bekwaamheidsvereisten van ontwerp- en productieorganisaties (herschikking) ”. |
2) |
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
|
6) |
Bijlage I (deel 21) wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening. |
Artikel 2
Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/945
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/945 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
De bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening. |
Artikel 3
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 mei 2025.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 13 maart 2024.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/945 van de Commissie van 12 maart 2019 inzake onbemande luchtvaartuigsystemen en uit derde landen afkomstige exploitanten van onbemande luchtvaartuigsystemen (PB L 152 van 11.6.2019, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2019/945/oj).
(3) Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie van 3 augustus 2012 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering of verklaring van overeenstemming van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede inzake de bekwaamheidsvereisten van ontwerp- en productieorganisaties (PB L 224 van 21.8.2012, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2012/748/oj).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1010 van de Commissie van 10 april 2024 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 748/2012 met betrekking tot de initiële luchtwaardigheid van aan certificering onderworpen onbemande luchtvaartuigsystemen en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 wat de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen betreft (PB L, 2024/1110, 17.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1110/oj).
(5) Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/1107 van de Commissie van 13 maart 2024 tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad door de vaststelling van gedetailleerde regels voor de permanente luchtwaardigheid van gecertificeerde onbemande luchtvaartuigsystemen en componenten daarvan, en inzake de erkenning van organisaties en personeelsleden die bij deze taken zijn betrokken (PB L, 2024/1107, 17.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2024/1107/oj).
BIJLAGE I
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 748/2012 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De titel van deel 21 wordt vervangen door: “Certificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen, uitrustingsstukken, bedienings- en monitoringeenheden en componenten van bedienings- en monitoringeenheden, en van ontwerp- en productieorganisaties”. |
2) |
De inhoudsopgave (“Inhoudsopgave”) wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
21.A.2 wordt vervangen door: “21.A.2 Uitvoering door een andere persoon dan de aanvrager of houder van een certificaat De acties en verplichtingen die overeenkomstig deze sectie moeten worden uitgevoerd door de aanvrager of houder van een certificaat voor een product, onderdeel, uitrustingsstuk, bedienings- en monitoringeenheid of component van een bedienings- en monitoringeenheid mogen in zijn naam worden uitgevoerd door een andere natuurlijke of rechtspersoon, op voorwaarde dat de aanvrager of houder van dat certificaat kan aantonen dat hij een overeenkomst met die andere persoon heeft gesloten om zeker te stellen dat de verplichtingen van de certificaathouder naar behoren worden en zullen worden vervuld.”. |
4) |
21.A.3A wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
21.A.3B wordt vervangen door: “21.A.3B Luchtwaardigheidsaanwijzingen
|
6) |
21.A.4, punt b), wordt vervangen door:
|
7) |
21.A.5, punten a), b) en c), worden vervangen door:
|
8) |
21.A.6 wordt vervangen door: “21.A.6 Handboeken De houder van een typecertificaat, beperkt typecertificaat of aanvullend typecertificaat moet:
|
9) |
21.A.7 wordt vervangen door: “21.A.7 Instructies voor blijvende luchtwaardigheid
|
10) |
21.A.9, punt a), wordt vervangen door:
|
11) |
21.A.11 wordt vervangen door: “21.A.11 Toepassingsgebied In dit subdeel wordt de procedure vastgelegd voor de afgifte van typecertificaten voor producten en CMU’s en beperkte typecertificaten voor luchtvaartuigen, en worden ook de rechten en verplichtingen vastgelegd van de aanvragers en houders van deze certificaten.”. |
12) |
21.A.15 wordt als volgt gewijzigd:
|
13) |
21.A.19 wordt vervangen door: “21.A.19 Wijzigingen die een nieuw typecertificaat vereisen Elke natuurlijke of rechtspersoon die een wijziging aan een product voorstelt, moet een nieuw typecertificaat aanvragen als het Agentschap oordeelt dat de verandering van het ontwerp, het vermogen, de stuwkracht of de massa zo groot is, dat een nagenoeg compleet onderzoek vereist is om na te gaan of voldaan wordt aan de toepasselijke typecertificeringsbasis. Elke natuurlijke of rechtspersoon die een wijziging aan een UAS of CMU voorstelt, moet een nieuw typecertificaat aanvragen als het Agentschap oordeelt dat de verandering van het ontwerp zo groot is, dat een nagenoeg compleet onderzoek vereist is om na te gaan of voldaan wordt aan de toepasselijke typecertificeringsbasis.”. |
14) |
21.A.20, punt d), 2, wordt vervangen door:
|
15) |
21.A.21 wordt vervangen door: “21.A.21 Eisen voor de afgifte van een typecertificaat of een beperkt typecertificaat
|
16) |
21.A.31 wordt vervangen door: “21.A.31 Typeontwerp
|
17) |
21.A.33, punt b), 1, ii), wordt vervangen door:
|
18) |
21.A.35 wordt als volgt gewijzigd:
|
19) |
21.A.41 wordt vervangen door: “21.A.41 Typecertificaat Het typecertificaat en beperkt typecertificaat omvatten het typeontwerp, de exploitatiebeperkingen, de instructies voor blijvende luchtwaardigheid, het gegevensblad voor luchtwaardigheid en emissies, de toepasselijke typecertificeringsbasis en de milieueisen waarvoor het Agentschap bijhoudt of eraan voldaan is, en alle andere voorwaarden of beperkingen die voor het product, het UAS of de CMU zijn voorgeschreven in de toepasselijke certificeringsspecificaties en milieueisen. Het typecertificaat en beperkt typecertificaat voor luchtvaartuigen omvatten bovendien ook de toepasselijke certificeringsbasis van de gegevens inzake de operationele geschiktheid, de gegevens inzake de operationele geschiktheid en het gegevensblad voor geluid. Het typecertificaat en beperkt typecertificaat voor het luchtvaartuig omvatten het register van de naleving van CO2-emissies en het gegevensblad voor de motor omvat de gegevens omtrent naleving van de emissievereisten.”. |
20) |
21.A.90B, punt a), 1, wordt vervangen door:
|
21) |
21.A.91 wordt vervangen door: “21.A.91 Classificatie van wijzigingen van een typecertificaat Wijzigingen van een typecertificaat moeten worden geclassificeerd als “geringe” en “ingrijpende” wijzigingen. Een “geringe wijziging” heeft geen merkbaar effect op de massa, de balans, de structurele sterkte, de betrouwbaarheid, de operationele kenmerken, de gegevens betreffende de operationele geschiktheid of andere kenmerken die van invloed zijn op de luchtwaardigheid van het product of van het UAS, of de milieukenmerken ervan, of geen merkbaar effect op de betrouwbaarheid, operationele kenmerken of andere kenmerken die de luchtwaardigheid van de CMU beïnvloeden. Onverminderd punt 21.A.19 moeten alle andere wijzigingen in dit subdeel worden beschouwd als “ingrijpende wijzigingen”. Ingrijpende en geringe wijzigingen moeten worden goedgekeurd in overeenstemming met 21.A.95 of 21.A.97, al naargelang van toepassing, en moeten naar behoren worden geïdentificeerd.”. |
22) |
21.A.93, punt b), wordt vervangen door:
|
23) |
21.A.95 wordt als volgt gewijzigd:
|
24) |
21.A.97, punt c), wordt vervangen door:
|
25) |
21.A.101, punten a) en b), worden vervangen door:
|
26) |
21.A.108, punt a), wordt vervangen door:
|
27) |
21.A.115 wordt als volgt gewijzigd:
|
28) |
21.A.117 wordt vervangen door: “21.A.117 Wijzigingen aan het deel van een product waarop een aanvullend typecertificaat betrekking heeft
|
29) |
21.A.118A, punt a), 2, wordt vervangen door:
|
30) |
21.A.120B, punt a), wordt vervangen door:
|
31) |
21.A.121 wordt vervangen door: “21.A.121 Toepassingsgebied
|
32) |
21.A.122 wordt als volgt gewijzigd:
|
33) |
21.A.124 wordt vervangen door: “21.A.124 Aanvraag
|
34) |
21.A.125A wordt als volgt gewijzigd:
|
35) |
21.A.125C, punt a), 3, wordt vervangen door:
|
36) |
21.A.126 wordt als volgt gewijzigd:
|
37) |
21.A.128 wordt vervangen door: “21.A.128 Proeven: motoren, propellers en bedienings- en monitoringeenheden (CMU’s) Elke fabrikant van motoren, propellers of CMU’s die worden vervaardigd overeenkomstig dit subdeel moet elke motor, propeller met variabele spoed of CMU onderwerpen aan een aanvaardbare functionele test zoals gespecificeerd in de documentatie van de houder van het typecertificaat teneinde na te gaan of hij goed werkt tijdens de gebruikstoepassingen waarvoor een typecertificaat is afgegeven, teneinde vast te stellen of op een relevante manier wordt voldaan aan 21.A.125A, punt a).”. |
38) |
21.A.129 wordt vervangen door: “21.A.129 Verplichtingen van de productieorganisatie Elke fabrikant van producten, onderdelen, uitrustingsstukken, CMU’s of CMU-componenten die worden vervaardigd overeenkomstig dit subdeel, moet:
|
39) |
21.A.130 wordt vervangen door: “21.A.130 Conformiteitsverklaring
|
40) |
21.A.131 wordt vervangen door: “21.A.131 Toepassingsgebied In dit subdeel worden vastgelegd:
|
41) |
21.A.139, punt d), wordt als volgt gewijzigd:
|
42) |
21.A.147 wordt vervangen door: “21.A.147 Wijzigingen in het productiebeheersysteem Na de afgifte van een certificaat erkenning als productieorganisatie moet elke wijziging in het productiebeheersysteem die van belang is voor het aantonen van de conformiteit of de luchtwaardigheids- en milieubeschermingskenmerken van het product, onderdeel, uitrustingsstuk of UAS of de CMU of CMU-component, door de bevoegde autoriteit worden goedgekeurd alvorens te worden toegepast. De productieorganisatie dient bij de bevoegde autoriteit een erkenningsaanvraag in waaruit blijkt dat zij aan deze bijlage zal blijven voldoen.”. |
43) |
21.A.151 wordt vervangen door: “21.A.151 Erkenningsvoorwaarden De erkenningsvoorwaarden bepalen het toepassingsgebied van de werkzaamheden, de producten of de categorieën van onderdelen en uitrustingsstukken, of beide, de CMU’s of de CMU-componenten, of beide, waarvoor de houder het recht heeft om de in 21.A.163 vastgelegde bevoegdheden uit te oefenen. Deze voorwaarden worden afgegeven als onderdeel van een erkenning als productieorganisatie.”. |
44) |
21.A.159, punt a), 3, wordt vervangen door:
|
45) |
21.A.163 wordt als volgt gewijzigd:
|
46) |
21.A.165 wordt als volgt gewijzigd:
|
47) |
21.A.174, punt b), wordt vervangen door:
(*2) Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van gecertificeerde onbemande luchtvaartuigsystemen en componenten daarvan, en inzake de erkenning van organisaties en personeelsleden die bij deze taken zijn betrokken (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1)." (*2) Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van gecertificeerde onbemande luchtvaartuigsystemen en componenten daarvan, en inzake de erkenning van organisaties en personeelsleden die bij deze taken zijn betrokken (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1)." |
48) |
21.A.179, punt a), 2, i), wordt vervangen door:
|
49) |
21.A.239, punt d), wordt als volgt gewijzigd:
|
50) |
21.A.243 wordt als volgt gewijzigd:
|
51) |
21.A.245, punt e), 1, wordt vervangen door:
|
52) |
21.A.247 wordt vervangen door: “21.A.247 Wijzigingen in het ontwerpbeheersysteem Nadat een erkenning als ontwerporganisatie is afgegeven, moet elke wijziging van het ontwerpbeheersysteem die van belang is voor het aantonen van de conformiteit of voor de luchtwaardigheid, de gegevens inzake operationele geschiktheid en de milieubeschermingskenmerken van het product, onderdeel, uitrustingsstuk of UAS of de CMU of CMU-component, worden goedgekeurd door het Agentschap alvorens ze wordt toegepast. De ontwerporganisatie dient bij het Agentschap een erkenningsaanvraag in waarin op basis van de voorgestelde wijzigingen in het handboek wordt aangetoond dat zij aan deze bijlage zal blijven voldoen.”. |
53) |
21.A.251 wordt vervangen door: “21.A.251 Erkenningsvoorwaarden De erkenningsvoorwaarden bepalen de ontwerpwerkzaamheden en de categorieën van producten, onderdelen, uitrustingsstukken, UAS, CMU’s of CMU-componenten waarvoor de ontwerporganisatie een erkenning als ontwerporganisatie heeft gekregen, evenals de functies en verplichtingen die de organisatie mag vervullen met betrekking tot de luchtwaardigheid, de gegevens inzake operationele geschiktheid en de milieukenmerken van de producten, UAS of CMU’s. Voor erkenningen als ontwerporganisatie die betrekking hebben op typecertificeringen of ETSO-autorisaties voor hulpaggregaten (APU’s), bevatten de erkenningsvoorwaarden bovendien de lijst van producten, CMU’s of APU’s. Deze voorwaarden worden afgegeven als onderdeel van een erkenning als ontwerporganisatie.”. |
54) |
21.A.259, punt a), 3, wordt vervangen door:
|
55) |
21.A.263, punt c), wordt als volgt gewijzigd:
|
56) |
21.A.265, punt c), wordt vervangen door:
|
57) |
De titel van subdeel K van sectie A wordt vervangen door: “ SUBDEEL K — ONDERDELEN, UITRUSTINGSSTUKKEN EN COMPONENTEN VAN BEDIENINGS- EN MONITORINGEENHEDEN (CMU’s) ”. |
58) |
21.A.301 wordt vervangen door: “21.A.301 Toepassingsgebied In dit subdeel wordt de procedure vastgelegd voor de goedkeuring van onderdelen, uitrustingsstukken en CMU-componenten.”. |
59) |
21.A.303 wordt vervangen door: “21.A.303 Overeenstemming met de toepasselijke vereisten De overeenstemming van de onderdelen, uitrustingsstukken en CMU-componenten die worden geïnstalleerd in een product waarvoor een typecertificaat is afgegeven, of in een CMU, dient te worden aangetoond:
|
60) |
21.A.305 wordt vervangen door: “21.A.305 Goedkeuring van onderdelen, uitrustingsstukken en componenten van bedienings- en monitoringeenheden (CMU’s)”; In alle gevallen waarin de goedkeuring van een onderdeel, uitrustingsstuk of CMU-component expliciet vereist wordt door wetgeving van de Unie (1) of rekening houdend met de in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 748/2012 bedoelde maatregelen van het Agentschap, moet het onderdeel, het uitrustingsstuk of de CMU-component voldoen aan de toepasselijke ETSO-bepalingen of aan de specificaties die door het Agentschap als gelijkwaardig worden beschouwd voor het concrete geval.”. |
61) |
Het volgende nieuwe punt 21.A.308 wordt ingevoegd: “21.A.308 Geschiktheid van een component voor installatie in een bedienings- en monitoringeenheid (CMU)
|
62) |
21.A.431A wordt als volgt gewijzigd:
|
63) |
21.A.431B, punt a), 1, wordt vervangen door:
|
64) |
21.A.432C, punt b), 6, wordt vervangen door:
|
65) |
21.A.433, punt a), 3 en 4, worden vervangen door:
|
66) |
De inleidende zin van 21.A.439 wordt vervangen door: “Voor de reparatie te gebruiken onderdelen, uitrustingsstukken en CMU-componenten moeten worden gefabriceerd in overeenstemming met productiegegevens die gebaseerd zijn op alle nodige ontwerpgegevens, verstrekt door de houder van de goedkeuring van het reparatieontwerp:”. |
67) |
21.A.441 wordt vervangen door: “21.A.441 Uitvoering van een reparatie
|
68) |
De inleidende zin van 21.A.445, punt a), wordt vervangen door: „Als een beschadigd product, onderdeel of uitrustingsstuk of een beschadigde CMU of CMU-component niet gerepareerd wordt en niet valt onder eerder goedgekeurde gegevens, mogen de gevolgen van de schade voor de luchtwaardigheid van het product, onderdeel of uitrustingsstuk of de CMU of CMU-component alleen worden beoordeeld:”. |
69) |
21.A.708 wordt als volgt gewijzigd:
|
70) |
21.A.711, punt d), wordt vervangen door:
|
71) |
De titel van subdeel Q wordt vervangen door: “ SUBDEEL Q — IDENTIFICATIE VAN PRODUCTEN, ONDERDELEN, UITRUSTINGSSTUKKEN, BEDIENINGS- EN MONITORINGEENHEDEN (CMU’s) EN COMPONENTEN VAN BEDIENINGS- EN MONITORINGEENHEDEN ”. |
72) |
21.A.801 wordt als volgt gewijzigd:
|
73) |
21.A.803 wordt als volgt gewijzigd:
|
74) |
21.A.804 wordt vervangen door: “21.A.804 Identificatie van onderdelen, uitrustingsstukken en componenten van bedienings- en monitoringeenheden (CMU’s)
|
75) |
21.B.20, punt b), wordt vervangen door:
|
76) |
21.B.70 wordt vervangen door: “21.B.70 Certificeringsspecificaties In overeenstemming met artikel 76, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1139 geeft het Agentschap certificeringsspecificaties en andere gedetailleerde specificaties af, met inbegrip van certificeringsspecificaties voor luchtwaardigheid, gegevens betreffende de operationele geschiktheid en milieubescherming, die door bevoegde autoriteiten, organisaties en personeel kunnen worden gebruikt om aan te tonen dat producten, onderdelen, uitrustingsstukken, UAS, CMU’s en CMU-componenten voldoen aan de relevante essentiële voorschriften die zijn uiteengezet in de bijlagen II, IV, V en IX bij die verordening, en met de in artikel 9, lid 2, en bijlage III van die verordening uiteengezette essentiële voorschriften betreffende milieubescherming. Deze specificaties moeten voldoende gedetailleerd en specifiek zijn, zodat de aanvragers weten onder welke voorwaarden certificaten worden afgegeven, gewijzigd of aangevuld.”. |
77) |
21.B.75, punt a), wordt vervangen door:
|
78) |
21.B.80 wordt als volgt gewijzigd:
|
79) |
21.B.82, punt a), wordt als volgt gewijzigd:
|
80) |
de inleidende zin van 21.B.100, punt a), wordt vervangen door: “Het Agentschap bepaalt zijn betrokkenheid bij de controle van de activiteiten en gegevens voor het aantonen van de naleving met betrekking tot de aanvraag van een typecertificaat, beperkt typecertificaat, goedkeuring van een ingrijpende wijziging, aanvullend typecertificaat, goedkeuring van een ontwerp voor een ingrijpende reparatie of ETSO-autorisatie voor APU. Het doet dit op basis van een beoordeling van de zinvolle groepen van activiteiten en gegevens van het certificeringsprogramma waarmee de naleving kan worden aangetoond. Die beoordeling heeft betrekking op:
en houdt daarbij rekening met minstens de volgende elementen:”. |
81) |
21.B.103, punt a), wordt vervangen door:
|
82) |
21.B.107 wordt als volgt gewijzigd:
|
83) |
21.B.111, punten a) en b), worden vervangen door:
|
84) |
21.B.320, punt b), 5, wordt vervangen door:
|
85) |
21.B.325 wordt vervangen door: “21.B.325 Afgifte van een bewijs van luchtwaardigheid
|
86) |
21.B.326 wordt als volgt gewijzigd:
|
87) |
21.B.327, punt a), wordt als volgt gewijzigd:
|
88) |
21.B.432, punt b), 1, ii), wordt vervangen door:
|
89) |
De titel van sectie B, subdeel K, wordt vervangen door: “ SUBDEEL K — ONDERDELEN, UITRUSTINGSSTUKKEN EN COMPONENTEN VAN BEDIENINGS- EN MONITORINGEENHEDEN (CMU’s) ”. |
90) |
21.B.453, punt a), 4, wordt vervangen door:
|
91) |
21.B.520, punt b), 4, wordt vervangen door:
|
92) |
De titel van sectie B, subdeel Q, wordt vervangen door: “ SUBDEEL Q — IDENTIFICATIE VAN PRODUCTEN, ONDERDELEN, UITRUSTINGSSTUKKEN, BEDIENINGS- EN MONITORINGEENHEDEN (CMU’s) EN COMPONENTEN VAN BEDIENINGS- EN MONITORINGEENHEDEN ”. |
93) |
De lijst van aanhangsels (EASA-FORMULIEREN) wordt als volgt gewijzigd: “Aanhangsel I — EASA-formulier 1 Certificaat van geschiktheid voor gebruik Aanhangsel II — EASA-formulieren 15a, 15c en 15d — Certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid Aanhangsel III — EASA-formulier 20a Vliegvergunning Aanhangsel IV — EASA-formulier 20b Vliegvergunning (afgegeven door erkende organisaties) Aanhangsel V — EASA-formulier 24 Beperkt bewijs van luchtwaardigheid Aanhangsel VI — EASA-formulier 25 Bewijs van luchtwaardigheid Aanhangsel VII — EASA-formulier 45 Geluidscertificaat Aanhangsel VIII — EASA-formulier 52 Conformiteitsverklaring voor luchtvaartuigen/onbemande luchtvaartuigsystemen Aanhangsel IX — EASA-formulier 53 Bewijs van vrijgave voor gebruik Aanhangsel X — EASA-formulier 55 Certificaat erkenning als productieorganisatie Aanhangsel XI — EASA-formulier 65 Akkoordverklaring voor productie zonder erkenning als productieorganisatie Aanhangsel XII — Categorieën vliegproeven en kwalificaties van bemanningsleden voor vliegproeven.”. |
94) |
In aanhangsel I “Certificaat van vrijgave — EASA-formulier 1, waarnaar in bijlage I (deel 21) wordt verwezen” worden de instructies voor het gebruik van EASA-formulier 1 als volgt gewijzigd:
|
95) |
Aanhangsel II wordt als volgt gewijzigd:
|
96) |
Aanhangsel III wordt vervangen door: “„Aanhangsel III Vliegvergunning — EASA-formulier 20a
|
97) |
Aanhangsel IV wordt vervangen door: “„Aanhangsel IV Vliegvergunning (afgegeven door erkende organisaties) — EASA-formulier 20b
|
98) |
Aanhangsel V wordt vervangen door: “„Aanhangsel V Beperkt bewijs van luchtwaardigheid — EASA-formulier 24 LOGO van de bevoegde autoriteit BEPERKT BEWIJS VAN LUCHTWAARDIGHEID
Dit beperkt bewijs van luchtwaardigheid moet aan boord worden meegenomen tijdens alle vluchten. |
99) |
Aanhangsel VI wordt vervangen door: “„Aanhangsel VI Bewijs van luchtwaardigheid — EASA-formulier 25 LOGO van de bevoegde autoriteit BEWIJS VAN LUCHTWAARDIGHEID
Dit bewijs van luchtwaardigheid moet aan boord worden meegenomen tijdens alle vluchten. |
100) |
Aanhangsel VIII wordt als volgt gewijzigd:
|
(101) |
In aanhangsel X wordt het eerste formulier (EASA-formulier 55a — Uitgave 3) vervangen door:
|
(102) |
Aanhangsel XI wordt vervangen door: “„Aanhangsel XI Akkoordverklaring voor productie zonder erkenning als productieorganisatie — EASA-formulier 65 Akkoordverklaring waarnaar in subdeel F van bijlage I (deel-21) wordt verwezen
|
(*1) * Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1321/2007 en (EG) nr. 1330/2007 van de Commissie (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 18).”;
(*2) Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van gecertificeerde onbemande luchtvaartuigsystemen en componenten daarvan, en inzake de erkenning van organisaties en personeelsleden die bij deze taken zijn betrokken (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1).”
(1) [Lijst van toepasselijke handelingen, in te voegen als voetnoot]
(*3) De uitgever van het formulier kan het op zijn behoeften afstemmen door het schrappen van de naam, de certificeringsverklaring, de vermelding van het luchtvaartuig en de uitgiftegegevens die niet relevant zijn voor het gebruik ervan.”.
(*4) Voor gebruik door de lidstaat van registratie.
(*5) (*) Voor gebruik door de houder van de erkenning als organisatie.
(*6) Voor gebruik door de lidstaat van registratie.
(*7) Schrappen wat niet van toepassing is.
(*8) Voor gebruik door de lidstaat van registratie.
(*9) Of “EASA”, indien het EASA de bevoegde autoriteit is.
(*10) Schrappen voor niet-EU-lidstaten of het EASA.
(*11) Schrappen wat niet van toepassing is.”;
(*12) Of “EASA”, indien het EASA de bevoegde autoriteit is.
(*13) Schrappen voor niet-EU-lidstaten.
(*14) Of “EASA”, indien het EASA de bevoegde autoriteit is.
(*15) Schrappen voor niet-EU-lidstaten.
BIJLAGE II
De bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/945 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In DEEL 2 “Eisen voor onbemande luchtvaartuigsystemen van klasse C1” wordt punt 15) vervangen door:
|
2) |
In DEEL 3 “Eisen voor onbemande luchtvaartuigsystemen van klasse C2” wordt punt 17) vervangen door:
|
3) |
In DEEL 4 “Eisen voor onbemande luchtvaartuigsystemen van klasse C3” wordt punt 13) vervangen door:
|
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2024/1108/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)