Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R1492

    Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1492 van de Commissie van 19 juli 2023 tot wijziging van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van bepaalde vormen van hout van oorsprong uit Canada en de Verenigde Staten

    C/2023/4791

    PB L 183 van 20.7.2023, p. 42–47 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/1492/oj

    20.7.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 183/42


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1492 VAN DE COMMISSIE

    van 19 juli 2023

    tot wijziging van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van bepaalde vormen van hout van oorsprong uit Canada en de Verenigde Staten

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (1), en met name artikel 41, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bepaalde vormen van hout van Chionanthus virginicus L., Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., van oorsprong uit Belarus, Canada, China, de Democratische Volksrepubliek Korea, Japan, Mongolië, de Republiek Korea, Rusland, Taiwan, Oekraïne en de Verenigde Staten, mogen slechts op het grondgebied van de Unie worden binnengebracht indien zij voldoen aan de voorschriften van punt 87 van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie (2).

    (2)

    Die voorschriften hebben tot doel de Unie te beschermen tegen Agrilus planipennis Fairmaire (“het gespecificeerde plaagorganisme”).

    (3)

    In afwijking van punt 87, a) en b), van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 mag hout van Fraxinus L. (“essenhout”) vanuit Canada op het grondgebied van de Unie worden binnengebracht overeenkomstig de bijzondere voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/918 van de Commissie (3). Die voorschriften zijn vergelijkbaar met de voorschriften die bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/412 van de Commissie (4) voor hetzelfde hout van dezelfde oorsprong zijn vastgesteld. Die verordening verstrijkt op 30 juni 2023.

    (4)

    In afwijking van punt 87, a) en b), van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 mag essenhout vanuit Canada op het grondgebied van de Unie worden binnengebracht overeenkomstig de bijzondere voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1002 van de Commissie (5). Die voorschriften zijn vergelijkbaar met de voorschriften die bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1203 van de Commissie (6) voor hetzelfde hout van dezelfde oorsprong zijn vastgesteld. Die verordening verstrijkt ook op 30 juni 2023.

    (5)

    Die bijzondere voorschriften zijn bij de toepassing van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/918 en (EU) 2020/1002 doeltreffend gebleken om het grondgebied van de Unie tegen het gespecificeerde plaagorganisme te beschermen. Bovendien zijn soortgelijke voorschriften doeltreffend gebleken bij de toepassing van de Uitvoeringsbesluiten (EU) 2016/412 en (EU) 2018/1203.

    (6)

    Op basis van het verzamelde bewijsmateriaal wordt geconcludeerd dat het fytosanitaire risico dat voortvloeit uit het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie vanuit Canada en de Verenigde Staten van essenhout, tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht en dat in die derde landen passende risicobeperkende maatregelen worden genomen.

    (7)

    De bijzondere voorschriften van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/918 en (EU) 2020/1002 worden beschouwd als passende risicobeperkende maatregelen. Daarom moeten die voorschriften worden opgenomen in punt 87 van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072.

    (8)

    In bijlage VII moet worden bepaald dat aan een van de volgende bijzondere voorschriften voor het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van essenhout moet worden voldaan: essenhout moet onder bepaalde voorwaarden ioniserende straling ondergaan of afkomstig zijn uit een plaagorganismevrij gebied, of een proces van ontschorsing, zagen, warmtebehandeling en drogen ondergaan, onder specifieke voorwaarden en in combinatie met specifieke voorschriften ten aanzien van de voorzieningen waar het hout wordt geproduceerd, behandeld of opgeslagen. In het laatste geval, en om doeltreffende controles en transparantie te waarborgen, moet op elke bundel hout een nummer en een etiket met de woorden “HT-KD” of “Heat Treated — Kiln Dried” zichtbaar worden aangebracht.

    (9)

    In Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1164 van de Commissie (7) is bepaald dat in afwijking van punt 87 van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 bepaalde vormen van hout van Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold and Zucc. (“het gespecificeerde hout”), van oorsprong uit Canada en de Verenigde Staten, op het grondgebied van de Unie mogen worden binnengebracht op grond van officiële verklaringen als bedoeld in de opties a) en b) van dat punt 87. Die verordening verstrijkt op 30 juni 2023. De verordening bevat de volgende twee opties als vereisten voor het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie: het gespecificeerde hout moet afkomstig zijn uit een plaagorganismevrij gebied dat aan bepaalde voorwaarden voldoet, of het moet onder specifieke voorwaarden ioniserende straling ondergaan.

    (10)

    Die bijzondere voorschriften zijn bij de toepassing van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1164 doeltreffend gebleken om het grondgebied van de Unie tegen het gespecificeerde plaagorganisme te beschermen. Bovendien zijn soortgelijke voorschriften doeltreffend gebleken bij de toepassing van de Uitvoeringsbesluiten (EU) 2016/412 en (EU) 2018/1203.

    (11)

    Daarom wordt geconcludeerd dat het fytosanitaire risico dat voortvloeit uit het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van essenhout uit Canada en de Verenigde Staten volledig is beoordeeld en dat in die derde landen passende risicobeperkende maatregelen worden genomen.

    (12)

    Daarom moeten de bijzondere voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1164 betreffende het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van essenhout uit Canada en de Verenigde Staten in bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 worden opgenomen.

    (13)

    Canada en de Verenigde Staten moeten derhalve uit de vierde kolom van punt 87 van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 worden geschrapt, en aan die bijlage moet een nieuw punt worden toegevoegd waarin dezelfde twee opties worden vermeld als in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1164.

    (14)

    Bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (15)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072

    Bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 19 juli 2023.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4.

    (2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (PB L 319 van 10.12.2019, blz. 1).

    (3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/918 van de Commissie van 1 juli 2020 houdende afwijking van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft de voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van essenhout van oorsprong uit of verwerkt in Canada (PB L 209 van 2.7.2020, blz. 14).

    (4)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/412 van de Commissie van 17 maart 2016 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van essenhout van oorsprong uit of verwerkt in Canada (PB L 74 van 19.3.2016, blz. 41).

    (5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1002 van de Commissie van 9 juli 2020 houdende afwijking van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft de voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van essenhout van oorsprong uit of verwerkt in de Verenigde Staten (PB L 221 van 10.7.2020, blz. 122).

    (6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1203 van de Commissie van 21 augustus 2018 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van essenhout van oorsprong uit of verwerkt in de Verenigde Staten van Amerika, en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/204 van de Commissie (PB L 217 van 27.8.2018, blz. 7).

    (7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1164 van de Commissie van 6 augustus 2020 tot tijdelijke afwijking van sommige bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 met betrekking tot maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het plaagorganisme Agrilus planipennis Fairmaire uit Canada en de Verenigde Staten te voorkomen (PB L 258 van 7.8.2020, blz. 6).


    BIJLAGE

    Bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In punt 87 wordt de lijst van landen in de kolom “Oorsprong” vervangen door:

    “Belarus, China, Japan, Mongolië, Noord-Korea, Rusland, Zuid-Korea, Taiwan en Oekraïne”.

    2)

    Na punt 87 worden de volgende punten 87.1 en 87.2 ingevoegd:

    “87.1

    Hout van Fraxinus L., met uitzondering van hout in de vorm van:

    plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten en afval, geheel of gedeeltelijk verkregen van deze bomen,

    houten verpakkingsmateriaal in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zending hout, dezelfde kwaliteit heeft, en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout,

    maar met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, en meubilair en andere voorwerpen van onbehandeld hout.

    ex 4401 12 00

    ex 4403 12 00

    ex 4403 99 00

    ex 4404 20 00

    ex 4406 12 00

    ex 4406 92 00

    4407 95 10

    4407 95 91

    4407 95 99

    ex 4408 90 15

    ex 4408 90 35

    ex 4408 90 85

    ex 4408 90 95

    ex 4409 29 10

    ex 4409 29 91

    ex 4409 29 99

    ex 4416 00 00

    ex 9406 10 00

    Canada en de Verenigde Staten

    Een officiële verklaring dat:

    a)

    het hout ioniserende straling heeft ondergaan om in het gehele hout een minimum geabsorbeerde stralingsdosis van 1 kGy te bereiken,

    of

    b)

    het hout afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Agrilus planipennis Fairmaire, en dat zich voor zover bekend op minstens 100 km bevindt van het dichtstbijzijnde gebied waar de aanwezigheid van het plaagorganisme officieel is bevestigd; het gebied wordt vermeld op het fytosanitaire certificaat en de plaagorganismevrije status van dat gebied is door de nationale plantenziektekundige dienst van het derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie meegedeeld,

    of

    c)

     

    i)

    het hout alle volgende stappen heeft ondergaan:

    ontschorsing, dat wil zeggen dat het hout volledig van bast is ontdaan of alleen visueel afzonderlijke en duidelijk te onderscheiden stukjes bast bevat. Elk stuk is minder dan 3 cm breed of, indien het stuk meer dan 3 cm breed is, heeft een oppervlak van minder dan 50 cm2;

    zagen;

    warmtebehandeling, d.w.z. het hout is in een verwarmingskamer die is goedgekeurd door de nationale plantenziektekundige dienst van het derde land of door een door die dienst erkende instantie gedurende 1 200 minuten door de doorsnede verwarmd tot ten minste 71 °C, en

    drogen, d.w.z. het gespecificeerde hout is gedurende ten minste twee weken gedroogd volgens een door de nationale plantenziektekundige dienst van het derde land erkend industrieel droogschema, en het uiteindelijke vochtgehalte van het hout mag niet hoger zijn dan 10 %, berekend op de droge stof;

    en

    ii)

    het hout is geproduceerd, behandeld of opgeslagen in een voorziening die aan alle volgende eisen voldoet:

    zij is officieel erkend door de nationale plantenziektekundige dienst van het derde land of door een door die dienst erkende instantie overeenkomstig zijn certificeringsprogramma voor Agrilus planipennis Fairmaire;

    zij is geregistreerd in een databank die op de website van de nationale plantenziektekundige dienst van het derde land is gepubliceerd;

    zij wordt ten minste een keer per maand geïnspecteerd door de nationale plantenziektekundige dienst van het derde land of door een door die dienst erkende instantie, waarbij wordt vastgesteld dat de voorziening aan de eisen van dit punt van de bijlage voldoet. Indien deze inspecties door een andere instantie dan de nationale plantenziektekundige dienst van het derde land worden verricht, moet de nationale plantenziektekundige dienst van het derde land om de zes maanden een audit van deze werkzaamheden uitvoeren. De inspecties omvatten de controle van de procedures en de documentatie van de instantie en inspecties in erkende voorzieningen;

    zij gebruikt voor de houtbehandeling apparatuur die overeenkomstig de gebruikershandleiding is geijkt;

    zij houdt gegevens over de uitgevoerde procedures bij, die door de nationale plantenziektekundige dienst van dat land of door een door die dienst erkende instantie kunnen worden gecontroleerd; deze gegevens betreffen onder meer de duur van de behandeling, de temperatuur tijdens de behandeling en, voor elke specifieke uit te voeren bundel, de nalevingscontrole en het uiteindelijke vochtgehalte;

    en

    iii)

    op elke bundel hout moet een nummer en een etiket met de woorden “HT-KD” of “Heat Treated — Kiln Dried” zichtbaar worden aangebracht. Het etiket moet zijn afgegeven door of onder toezicht van een aangewezen functionaris van de erkende voorziening nadat deze heeft gecontroleerd dat voldaan is aan de eisen voor de verwerking in punt i) en de eisen voor voorzieningen in punt ii);

    en

    het voor de Unie bestemde hout is geïnspecteerd door de nationale plantenziektekundige dienst van dat land of door een door die dienst erkende instantie, om te garanderen dat aan de in de punten i) en iii) van dit punt vastgestelde eisen is voldaan. Het bundelnummer of de bundelnummers van elke specifieke bundel die wordt uitgevoerd en de naam van de erkende voorziening(en) in het land van oorsprong worden vermeld op het fytosanitaire certificaat onder de rubriek “Aanvullende aangifte”.

    87.2

    Hout van Chionanthus virginicus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., met uitzondering van hout in de vorm van

    plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten en afval, geheel of gedeeltelijk verkregen van deze bomen,

    houten verpakkingsmateriaal in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zending hout, dezelfde kwaliteit heeft, en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout,

    maar met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, en meubilair en andere voorwerpen van onbehandeld hout.

    ex 4401 12 00

    ex 4403 12 00

    ex 4403 99 00

    ex 4404 20 00

    ex 4406 12 00

    ex 4406 92 00

    ex 4407 99 27

    ex 4407 99 40

    ex 4407 99 90

    ex 4408 90 15

    ex 4408 90 35

    ex 4408 90 85

    ex 4408 90 95

    ex 4409 29 10

    ex 4409 29 91

    ex 4409 29 99

    ex 4416 00 00

    ex 9406 10 00

    Canada en de Verenigde Staten

    Een officiële verklaring dat:

    a)

    het hout afkomstig is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Agrilus planipennis Fairmaire, en dat zich voor zover bekend op minstens 100 km bevindt van het dichtstbijzijnde gebied waar de aanwezigheid van het plaagorganisme officieel is bevestigd; het gebied wordt vermeld op het fytosanitaire certificaat en de plaagorganismevrije status van dat gebied is door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken land op voorhand schriftelijk aan de Commissie meegedeeld,

    of

    b)

    het hout ioniserende straling heeft ondergaan om in het gehele hout een minimum geabsorbeerde stralingsdosis van 1 kGy te bereiken.”


    Top