This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023L0544
Commission Delegated Directive (EU) 2023/544 of 16 December 2022 amending Directive 2000/53/EC of the European Parliament and of the Council as regards the exemptions for the use of lead in aluminium alloys for machining purposes, in copper alloys and in certain batteries (Text with EEA relevance)
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2023/544 van de Commissie van 16 december 2022 tot wijziging van Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vrijstellingen voor het gebruik van lood in aluminiumlegeringen voor verwerkingsdoeleinden, in koperlegeringen en in bepaalde batterijen (Voor de EER relevante tekst)
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2023/544 van de Commissie van 16 december 2022 tot wijziging van Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vrijstellingen voor het gebruik van lood in aluminiumlegeringen voor verwerkingsdoeleinden, in koperlegeringen en in bepaalde batterijen (Voor de EER relevante tekst)
C/2022/9214
PB L 73 van 10.3.2023, pp. 5–11
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
10.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 73/5 |
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2023/544 VAN DE COMMISSIE
van 16 december 2022
tot wijziging van Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vrijstellingen voor het gebruik van lood in aluminiumlegeringen voor verwerkingsdoeleinden, in koperlegeringen en in bepaalde batterijen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken (1), en met name artikel 4, lid 2, punt b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 4, lid 2, punt a), van Richtlijn 2000/53/EG moeten de lidstaten erop toezien dat materialen en onderdelen van voertuigen die na 1 juli 2003 in de handel worden gebracht, geen lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom bevatten. |
(2) |
Bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG bevat een lijst van materialen en onderdelen van voertuigen die van het bij artikel 4, lid 2, punt a), van die richtlijn vastgestelde verbod zijn vrijgesteld. |
(3) |
De Commissie heeft de in punt 2, c), i), van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG vastgestelde vrijstelling voor aluminiumlegeringen voor verwerkingsdoeleinden beoordeeld in het licht van de technische en wetenschappelijke vooruitgang. In die beoordeling werd geconcludeerd dat er geschikte alternatieven beschikbaar zijn, maar dat er een overgangsperiode nodig is om het lood in alle materialen en onderdelen die onder die vrijstelling vallen, te vervangen. Het gebruik van lood in de betrokken materialen en onderdelen, met inbegrip van lood in kneedaluminium, kan tegen eind 2027 zijn uitgefaseerd. Het is daarom passend een einde van de geldigheidsduur van die vrijstelling te bepalen. |
(4) |
De Commissie heeft de in punt 3 van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG vastgestelde vrijstelling voor koperlegeringen beoordeeld in het licht van de technische en wetenschappelijke vooruitgang. In die beoordeling werd geconcludeerd dat er nog steeds geen geschikte alternatieven beschikbaar zijn voor het lood dat wordt gebruikt in de materialen en onderdelen die onder die vrijstelling vallen. Rekening houdend met de vooruitgang die is geboekt bij de ontwikkeling van alternatieven voor lood in de desbetreffende materialen en onderdelen, is het passend een nieuwe termijn te bepalen waarbinnen die vrijstelling opnieuw moet worden bekeken. |
(5) |
De Commissie heeft de in punt 5, b), van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG vastgestelde vrijstelling voor lood in batterijen voor batterijtoepassingen die niet onder punt 5, a), van die bijlage vallen, die betrekking heeft op batterijen in hoogspanningssystemen, beoordeeld in het licht van de technische en wetenschappelijke vooruitgang. In die beoordeling werd geconcludeerd dat het gebruik van lood in batterijen voor batterijtoepassingen die niet onder punt 5, a), van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG vallen, voor sommige toepassingen kan worden vermeden, maar niet voor batterijen die in 12 V-toepassingen worden gebruikt. Met het oog op de toepassing van een consistent regelgevingskader voor batterijen, met inbegrip van batterijen die niet onder de vrijstelling van punt 5, a), van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG vallen en niet in 12 V-toepassingen worden gebruikt, is het passend te voorzien in twee afzonderlijke punten 5, b), i), en 5, b), ii), in plaats van één punt 5, b). |
(6) |
Punt 5, b), i), moet voorzien in een vrijstelling voor het gebruik van lood in batterijen die in 12 V-toepassingen worden gebruikt, en voor het gebruik van lood in batterijen die in 24 V-toepassingen worden gebruikt in voertuigen voor speciale doeleinden als gedefinieerd in artikel 3 van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad (2). Rekening houdend met de vooruitgang die is geboekt bij de ontwikkeling van alternatieven voor lood in de desbetreffende batterijen, is het passend een nieuwe termijn te bepalen waarbinnen die vrijstellingen opnieuw moeten worden bekeken. |
(7) |
Punt 5, b), ii), moet voorzien in een vrijstelling voor het gebruik van lood in batterijen voor andere batterijtoepassingen die niet onder de punten 5, a), en 5, b), i), van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG vallen. In de beoordeling werd geconcludeerd dat loodhoudende batterijen voor die toepassingen vermijdbaar zijn gezien de geboekte vooruitgang bij de ontwikkeling van alternatieven voor lood in batterijen die voor dergelijke toepassingen worden gebruikt. Daarom is het passend voor die vrijstelling een geldigheidsduur vast te stellen die het mogelijk maakt het gebruik van lood in de desbetreffende batterijen geleidelijk uit te faseren. |
(8) |
Richtlijn 2000/53/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juni 2023 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst mede van de belangrijkste bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 16 december 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 269 van 21.10.2000, blz. 34.
(2) Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PB L 151 van 14.6.2018, blz. 1).
BIJLAGE
“BIJLAGE II
Van de toepassing van artikel 4, lid 2, punt a), vrijgestelde materialen en onderdelen
Een maximale concentratie van 0,1 gewichtsprocent voor lood, zeswaardig chroom en kwik in homogeen materiaal en 0,01 gewichtsprocent voor cadmium in homogeen materiaal wordt toegestaan.
Na 1 juli 2003 in de handel gebrachte reserveonderdelen die worden gebruikt voor voertuigen die vóór 1 juli 2003 in de handel werden gebracht, met uitzondering van wielbalansgewichten, koolborstels voor elektrische motoren en remvoeringen, zijn vrijgesteld van artikel 4, lid 2, punt a), van Richtlijn 2000/53/EG.
Materialen en onderdelen |
Werkingssfeer en einde van de geldigheidsduur van de vrijstelling |
Te merken of herkenbaar te maken overeenkomstig artikel 4, lid 2, punt b), iv) |
||||||||
Lood als legeringselement |
||||||||||
|
|
|
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
|
||||||||
|
Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2005 in de handel zijn gebracht |
|
||||||||
|
Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht |
|
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2028 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
|
||||||||
|
|
|||||||||
|
|
|||||||||
|
Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht |
|
||||||||
|
Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2011 in de handel zijn gebracht |
|
||||||||
Lood en loodverbindingen in onderdelen |
||||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2019 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X |
||||||||
|
X |
|||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2024 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X |
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X |
||||||||
|
Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2005 in de handel zijn gebracht |
|
||||||||
|
Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2006 in de handel zijn gebracht |
|
||||||||
|
Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2009 in de handel zijn gebracht |
|
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X (5) |
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2011 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X (5) |
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2013 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X (5) |
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2015 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X (5) |
||||||||
|
X (5) |
|||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2017 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X (5) |
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2024 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X (5) |
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 oktober 2022 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X (5) |
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van 1 oktober 2022 of later, en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X (5) |
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X (5) |
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X (5) |
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2020 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X (5) |
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2024 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X (5) |
||||||||
|
Als reserveonderdelen voor motortypen die vóór 1 juli 2003 zijn ontwikkeld |
|
||||||||
|
|
X (6) (voor andere onderdelen dan piëzo-onderdelen in motoren) |
||||||||
|
|
|
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
|
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2017 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
|
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2006 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
|
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2019 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X |
||||||||
Zeswaardig chroom |
||||||||||
|
Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2007 in de handel zijn gebracht |
|
||||||||
|
Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht |
|
||||||||
Zeswaardig chroom als anticorrosiemiddel in het koolstofstalen koelsysteem in absorptiekoelkasten tot 0,75 gewichtsprocent in de koeloplossing:
|
Voor a): voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2020 en reserveonderdelen voor deze voertuigen Voor b): voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2026 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X |
||||||||
Kwik |
||||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2012 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X |
||||||||
|
Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2012 en reserveonderdelen voor deze voertuigen |
X |
||||||||
Cadmium |
||||||||||
|
Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 31 december 2008 in de handel zijn gebracht |
|
||||||||
Aantekeningen bij de tabel: |
(1) Deze vrijstelling wordt opnieuw bekeken in 2024.
(2) Van toepassing op aluminiumlegeringen waar lood niet opzettelijk aan is toegevoegd maar waarin het aanwezig is door het gebruik van gerecycleerd aluminium.
(3) Deze vrijstelling wordt opnieuw bekeken in 2025.
(4) Systemen met een spanning van > 75 V gelijkstroom zoals gedefinieerd in artikel 1 van Richtlijn 2014/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 357).
(5) Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.
(6) Demontage als in combinatie met in de punt 8, a) tot en met k), genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.”
(7) Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PB L 151 van 14.6.2018, blz. 1).