Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R0149

    Verordening (EU) 2022/149 van de Raad van 3 februari 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 101/2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië

    ST/5360/2022/INIT

    PB L 25 van 4.2.2022, p. 7–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/149/oj

    4.2.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 25/7


    VERORDENING (EU) 2022/149 VAN DE RAAD

    van 3 februari 2022

    tot wijziging van Verordening (EU) nr. 101/2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

    Gezien Besluit 2011/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië (1),

    Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad (2) geeft uitvoering aan de bevriezing van activa op grond van Besluit 2011/72/GBVB tegen personen en entiteiten die zijn geïdentificeerd als zijnde verantwoordelijk voor het verduisteren van middelen van de Tunesische staat.

    (2)

    Op 3 februari 2022 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2022/154 (3) vastgesteld waarbij Besluit 2011/72/GBVB wordt gewijzigd met betrekking tot de voorwaarden waaronder de activa van een overleden personen bevroren kan blijven.

    (3)

    Omdat die wijziging onder het toepassingsgebied van het Verdrag valt, is voor de uitvoering ervan regelgeving op het niveau van de Unie vereist, met name om de uniforme toepassing in alle lidstaten te waarborgen.

    (4)

    Verordening (EU) nr. 101/2011 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EU) nr. 101/2011 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    “Artikel 2 bis

    In geval van overlijden van een in bijlage I genoemde persoon:

    a)

    indien die persoon bij leven strafrechtelijk is veroordeeld voor het verduisteren van overheidsmiddelen, blijven de tegoeden en economische middelen die aan die persoon toebehoorden, eigendom van deze persoon waren, in het bezit van deze persoon waren of onder zeggenschap van die persoon stonden, bevroren totdat de rechterlijke bevelen tot terugvordering van de verduisterde overheidsmiddelen en betaling van geldboeten zijn uitgevoerd;

    b)

    indien die persoon bij leven niet strafrechtelijk is veroordeeld voor het verduisteren van overheidsmiddelen, blijven de tegoeden en economische middelen die aan die persoon toebehoorden, eigendom van deze persoon waren, in het bezit van deze persoon waren of onder zeggenschap van die persoon stonden, gedurende een redelijke termijn bevroren, met inachtneming van artikel 12, lid 5. Indien binnen die termijn een civielrechtelijke of bestuursrechtelijke vordering tot terugvordering van verduisterde overheidsmiddelen wordt ingesteld, blijven de tegoeden en economische middelen die aan die persoon toebehoorden, eigendom van deze persoon waren, in het bezit van deze persoon waren of onder zeggenschap van die persoon stonden, bevroren totdat die vordering wordt afgewezen of, indien deze wordt toegewezen, totdat het rechterlijke bevel tot terugvordering van de verduisterde middelen is uitgevoerd.”.

    2)

    Aan artikel 12 wordt het volgende lid toegevoegd:

    “5.   Zo nodig wijzigt de Raad de lijst in bijlage I, zodra hij vaststelt dat niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 2 bis voor handhaving van de bevriezing van tegoeden en economische middelen die aan de overleden persoon toebehoorden, eigendom van deze persoon waren, in het bezit van deze persoon waren of onder zeggenschap van die persoon stonden.”.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 3 februari 2022.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J.-Y. LE DRIAN


    (1)  PB L 28 van 2.2.2011, blz. 62.

    (2)  Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad van 4 februari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië (PB L 31 van 5.2.2011, blz. 1).

    (3)  Besluit (GBVB) 2022/154 van de Raad van 3 februari 2022 tot wijziging van Besluit 2011/72/GBVB betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië (zie bladzijde 2022/154 van dit Publicatieblad).


    Top